Opslag is iets anders dan marge.Het is een bedrag of percentage dat je bovenop de inkoopprijs zet. Dat samen is dan de verkoopprijs. Inkoopprijs + opslag % = verkoopprijs (omzet).
De marge is het verschil tussen inkoop- en verkoopprijs. De marge kan worden uitgedrukt als een percentage en als een bedrag per artikel. Van dit deel van de omzet kunnen de kosten voor onder meer personeel, huisvesting en marketing worden betaald. Het resultaat dat dan nog overblijft is de geboekte winst.
Opslag berekenen
Wanneer je een opslag van 25% hanteert, dan betekent dit dat je 25% van de inkoopprijs neemt en dit bedrag vervolgens optelt bij de inkoopprijs. Om van je inkoopprijs tot je verkoopprijs te komen gebruik je de volgende berekening: 100,00 x (1 + 25%) = 100,00 x 1,25 = €125,00.
De winstopslag kan op 2 manieren berekend worden, namelijk als een percentage van de commerciële kostprijs of als een een percentage van de verkoopprijs. De samenhang is als volgt: Fabricagekostprijs + verkoopkosten = commerciële kostprijs + winstopslag = verkoopprijs.
Margeberekening op basis van de Verkoopprijs: De bovenstaande berekening: Verkoopprijs minus de Verrekenprijs = Marge in geld. Marge in geld * 100 / verkoopprijs = marge in procenten, leidt tot een margepercentage in dit voorbeeld van 29,93%. Let op!
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Een procentuele vermeerdering waarmee een eerder vastgesteld uitgangspunt kan worden bijgesteld.
Voor het berekenen van de nettowinstmarge gebruiken we de nettowinst. Dat is de brutowinst minus alle bedrijfskosten. De nettowinst deel je vervolgens door het totaal van de omzet. Dan kun je het percentage marge berekenen.
De marge van een product is het verschil tussen de inkoopprijs die je voor je producten betaalt en het bedrag waarvoor je deze verkoopt (de verkoopprijs).
Elk verhuurbedrijf heeft op zijn website weer een andere indicatie aangegeven waarin je kunt meten hoeveel je kwijt kunt in de small en medium opslagruimtes die te huur zijn. In een ruimte tussen de 6m3 en 10m3 passen gemiddeld tussen de 75 en 200 verhuisdozen.
Een stel zonder kinderen heeft iets meer opslagruimte nodig, ergens tussen 25 en 30m3. Voor een gezin met twee kinderen wordt rekening gehouden met gemiddeld tussen de 40 en 45m3. Natuurlijk kan de hoeveelheid m3 dat jij nodig hebt afwijken van het gemiddelde, maar het is een goede plek om mee te starten.
Btw- en marge-goederen
Als ondernemer of bedrijf kun je bij het inkopen van deze goederen de btw terugvorderen. Als particulier kun je dat niet. Marge-goederen zijn -meestal gebruikte- goederen die van een particulier zijn (geweest). De particulier heeft het btw-bedrag ooit al betaald en niet teruggevorderd.
Voorbeeld marge factuur
Een handelaar in tweedehands computerapparatuur koopt een laptop van een particulier voor € 200,-. Hij wil de laptop verkopen voor € 230,- exclusief BTW. Over de marge van € 30,- moet hij 21% BTW berekenen. De marge inclusief BTW is dan € 36,30.
Bent u handelaar in margegoederen? U mag dan de margeregeling toepassen. U berekent de btw dan niet over uw omzet, maar over het verschil tussen verkoopprijs en inkoopprijs, de winstmarge. Verkoopt u met winst, dan is uw winstmarge positief en moet u hierover btw betalen.
Een bedrijf moet soms kiezen tussen meer verkopen aan lagere prijzen of iets minder verkopen aan hogere prijzen. Of anders gezegd kiezen tussen meer volume of een hogere marge. Deze marge vormt de basis van je bedrijf en dient om alle andere kosten te kunnen dragen.
Een goede omzet draaien laat zien dat je je product/dienst en markt goed op elkaar weet af te stemmen. Dat er vraag is naar je aanbod. Dat er cashflow in het bedrijf aanwezig is. Omzet, zelfs al zijn de kosten hoog/hoger, kan er nog altijd voor zorgen dat een bedrijf groeit.
De operationele winstmarge geeft het percentage aan dat van de omzet overblijft nadat alle kosten, exclusief belastingen, rentelasten en dividend voor preferente aandelen, zijn afgetrokken. Dit percentage geeft in feite de 'zuivere winst' aan dat op de omzet wordt geboekt.
Blijft uw medewerker gedeeltelijk werken? Dan ontvangt hij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Uitgaande van € 500 inkomsten, dan wordt de uitkering € 1.050 (2000 - 500 = 1500 x 70% van 1.500 is 1.050).
Dit is afhankelijk van het percentage dat je moet berekenen. In dit geval moet je berekenen wat 20% is, want je krijgt 20% korting. Dan is het handig om 10% als tussenstap te nemen. 10% = (480 : 10) = €48,-.
Een percentage van een bedrag berekenen
Hoeveel is 20% van 500 euro? Deel eerst het percentage door 100. 20 : 100 = 0,2. Het antwoord is 100 euro.
De winstopslag is het bedrag (percentage) waarmee u de kostprijs van een dienst of product verhoogt. Hiermee krijgt het product de gewenste verkoopprijs. Bij kosten van derden kunt u subsidie krijgen voor winstopslag.
U berekent de kostprijs door de totale kosten per kostenplaats te delen door de normale bezetting.
De verkoopprijs is opgebouwd uit de netto inkoop- of productieprijs + de kosten + de nettowinst + de btw. Om van een bepaald artikel de verkoopprijs te bepalen beginnen we dus bij de netto inkoopprijs van een product. De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.