Verteltijd en vertelde tijdDe verteltijd is de tijd die verstrijkt in een verhaal. De verteltijd kan eeuwen beslaan, of slechts een dag. De
De vertelde tijd is het tijdsbestek dat in een verhaal of deel van een verhaal besproken wordt. Zo kan men in een boek de vertelde tijd aanwijzen van bijvoorbeeld hoofdstuk 1, maar ook van het gehele boek of van een enkele bladzijde. Het is de tijd die in het verhaal is verstreken.
De tijdversnelling of tijdverdichting (tijdsprongen maken) ontstaat wanneer de gebeurtenissen versneld voorkomen in het verhaal. De vertelde tijd is groter dan de verteltijd. De tijdverruiming, tijdverlenging of tijdvertraging (retardering) ontstaat als de gebeurtenissen vertraagd voorkomen.
De tijd. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt staat telkens duidelijk beschreven aan het begin van een hoofdstuk. Je weet daardoor precies waar en wanneer het zich afspeelt.
De tijd waarin het afspeelt kan op verschillende manieren zichtbaar worden: noemen van jaartal, voorkomen van historische personen of gebeurtenissen, beschrijven van historische, hedendaagse of toekomstige ruimte met kenmerkende gebouwen, gebruiken of voorwerpen.
Verteltijd en vertelde tijd
De verteltijd is de tijd die verstrijkt in een verhaal. De verteltijd kan eeuwen beslaan, of slechts een dag. De vertelde tijd is de tijd die nodig is om dit te beschrijven, het aantal pagina's dat het boek of verhaal beslaat. In één zin kan vier jaar verstrijken.
Inherent aan elk verhaal zijn zowel temporele als ruimtelijke implicaties. Als een literaire tekst zich in een bepaalde tijd afspeelt, dan gaat hij over een bepaalde periode en ook over een bepaalde ruimte, ook al is die virtueel .
Ruimte - De ruimte in een verhaal kan veel invloed hebben op de interpretatie. Er zijn vier soorten ruimte: functionele ruimte, decoratieve ruimte, begeleidende ruimte en contrasterende ruimte. De functionele ruimte: de plaats van de handeling is van groot belang voor het verhaal. De ruimte heeft een functie.
Bij het schrijven van boeken worden die twee, de onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, jij loopt) en de onvoltooid verleden tijd (ik werkte, jij liep), ook het meest gebruikt. Dit leest en schrijft het makkelijkst. Probeer maar een heel boek te schrijven in de voltooid tegenwoordige tijd.
De setting van een boek is de tijd en plaats waar een gebeurtenis in het boek zich afspeelt .
Tenminste, door het een proloog te noemen, krijgen lezers de kans om het over te slaan. Hoe dan ook, de eenvoudigste manier om de verschuiving in de tijd aan te geven, is door een nieuw hoofdstuk te beginnen met iets als "Tien jaar later" of met een echte datum . De verteller kan de lezer ook gewoon vertellen dat er tien jaar zijn verstreken.
De vertelde tijd is de tijd die voorbij gaat in het verhaal (bv; Het verhaal begint op 1 januari en eindigt eind maart. De vertelde tijd is drie maanden). De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen of te vertellen (bv; De verteltijd van het kortverhaal bedraagt vier pagina's of tien minuten).
Zeg letterlijk hoeveel tijd er is verstreken in de tekst van het verhaal , zoiets als: "Drie weken later..." Zeg letterlijk de datum, of dat nu de dag of de maand of iets anders is. Dit kan klinken als: "Op vrijdag..." of "In januari had hij nog steeds niets van haar gehoord."
Met het verstrijken van de tijd hebben "wij" echter reden om te geloven dat deze overtuigingen onjuist zijn. Zijn ze met het verstrijken van de tijd veranderd? Het verstrijken van de tijd kan schadelijk zijn voor dergelijke processen. Met het verstrijken van de tijd na 2002 verminderden deze gevoelens, maar ze verdwenen niet.
Gebeurtenissen in een roman spelen zich meestal af in een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld in de Gouden Eeuw, tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1980. Dit wordt de historische tijd genoemd. Niet alles in een beschreven periode hoeft even belangrijk te zijn voor het verhaal.
De tijd vliegt soms voorbij in een roman of kort verhaal. Uren, dagen en jaren kunnen binnen één zin verstrijken. Dit soort sprongen in de tijd worden aangeduid met de literaire term tijdverdichting.
Bij academisch schrijven wordt verwacht dat u een literaire analyse in de tegenwoordige tijd schrijft. Houd rekening met uw publiek terwijl u uw literaire analyse schrijft. Ga ervan uit dat uw publiek uw professor en andere studenten in uw klas zijn.
De onvoltooid verleden tijd wordt vaak gebruikt om een situatie te beschrijven die zich vóór het moment van spreken of schrijven heeft afgespeeld. Het kan gaan om een eenmalige handeling of om een langere of kortere tijd durende situatie. An werkte gisteren in Brussel. Als kind woonde ik in Maaseik.
Met vertelde tijd geeft men de tijd aan die het verhaal of een deel daarvan inhoudelijk omvat; anders gezegd, het tijdsverloop van de geschiedenis die verteld wordt.
ik-fi·guur (de; v(m); meervoud: ik-figuren) 1de als 'ik' optredende figuur in een verhaal e.d.
Verteltijd: de tijd die een auteur nodig heeft om zijn verhaal onder woorden te brengen, noem je de verteltijd. De verteltijd kan ook uitgedrukt worden in hoeveelheid woorden, zinnen, alinea's, pagina's en hoofdstukken. Ruimte: ruimte is de plaats waar een verhaal zich afspeelt.
In tegenstelling tot kloktijd, verwijst verteltijd naar de tijd die nodig is om het verhaal te vertellen . De verteller kan de ontvouwing van gebeurtenissen vertragen door dingen heel gedetailleerd te beschrijven of alle dialogen te rapporteren. De verteller kan ook snel dagen en jaren bestrijken door gebeurtenissen samen te vatten of weg te laten.
Het revolutionaire filosofische raamwerk van Immanuel Kant, verwoord in zijn Kritiek van de zuivere rede, stelt dat ruimte en tijd a priori vormen van gevoeligheid zijn , die onmisbaar zijn voor het structureren van de menselijke ervaring.