We onderscheiden in het taalgebruik verschillende zogenoemde registers, zoals formeel en informeel taalgebruik. Zo hanteert de taalgebruiker in een vergadering formelere taal dan wanneer hij met vrienden op de voetbaltribune zit en heeft sms-taal specifieke kenmerken op zins-, woord- en spellingniveau.
De uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen. Vertoont een redelijke grammaticale beheersing. Aarzelingen en fouten in zinsbouw zijn eigen aan gesproken taal en komen dus voor, maar worden zo nodig hersteld.
Schrijfstijl. Een technisch-wetenschappelijke tekst is onpersoonlijk, neutraal en hoort objectief, formeel en zakelijk geschreven te zijn. De schrijftaal is bondig met specifieke en kernachtige bewoordingen. Bovendien moet de schrijfstijl duidelijk zijn en leiden tot een goed begrip van de betekenis.
Een synoniem is een ander woord voor 'een ander woord voor': woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen.
Wanneer je je bewust bent van het effect van datgene wat je zegt en je dat effect kunt sturen, dat lijkt me professioneel taalgebruik. Daar heb je geen dure woorden voor nodig, wel een hoop ervaring en aandacht.
Juist wordt in het hele taalgebied gebruikt om een tegenstelling uit te drukken met iets wat eerder is gezegd. De betekenis kan omschreven worden als 'anders dan men zou denken', 'integendeel'. In deze context kan in België ook net gebruikt worden.
Namelijk wordt gebruikt om een opsomming in te leiden waarbij alle leden bij de naam worden genoemd. De betekenis van namelijk is bij een opsomming te omschrijven als 'te weten'. De maatregel is van kracht in drie Vlaamse provincies, namelijk West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.
De tekstschrijver is verantwoordelijk voor het produceren van alles wat met tekstuele zaken te maken heeft. De tekstschrijver kan zowel gespecialiseerd zijn in een bepaald onderwerp als meer in algemene zin opgeleid om teksten van velerlei aard te kunnen schrijven, ongeacht de opdrachtgever.
Formele woorden hebben een stijf, plechtig karakter. Zulke woorden komen vooral in geschreven taal voor. Ze worden ook wel ambtelijke woorden of stadhuiswoorden genoemd. Veel mensen gebruiken formele woorden omdat ze denken dat het op papier of in een officiële context allemaal een beetje meer of anders moet zijn.
MTL. > > Wilt u groenten, zoja bonen? > Zo ja = indien "ja"/ indien "ja" het antwoord is.
Antoniemen van ouderwets zijn eigentijdsmodern, geavanceerd, hedendaags en modern.
Is het 'de volk' of 'het volk'?
Het is 'het volk', want volk is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat volk'.
Is vaker - vaakst juist of moet het meer - meest zijn? De vergrotende en overtreffende trap van vaak zijn vaker en vaakst. Meer en meest zijn de vergrotende en overtreffende trap van veel: veel - meer - meest. Vaak - vaker - vaakst en veel - meer - meest betekenen nagenoeg hetzelfde.
Nee, beide vormen zijn goed: je kunt en je kan zijn allebei mogelijk. Kunnen is een onregelmatig gevormd werkwoord. Er zijn meer van dat soort werkwoorden: denk aan willen (je wil/wilt) en zullen (je zal/zult).
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Een scriptie die veel spreektaal bevat, kan worden afgekeurd door begeleiders. Probeer daarom te voorkomen dat je: Vulwoorden en dubbelingen gebruikt (zoals “tevens ook”) Vaag taalgebruik gebruikt (“men zegt dat” – wie is men?)
Met formeel taalgebruik wordt algemeen Nederlands bedoeld dat veel mensen vormelijk (ouderwets of stijf) vinden. Formeel betekent: zoals het hoort, netjes. Informeel taalgebruik is correct taalgebruik dat we als 'los' ervaren. Informeel betekent gewoon, zoals je praat.
oprecht (bn) : eerlijk, eerzaam, gemeend, hartelijk, hartgrondig, innig, loyaal, ongeveinsd, open, openhartig, rechtschapen, rechtuit, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, serieus, vierkant, waarheidlievend, welgemeend.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] letterlijk, iemand, die de deugd bemint, ervaren is in allerlei deugd; overdrachtelijk, iemand ervaren in enige kunst, bijzonder in het bespelen van een of ander muziekinstrument.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), -numon ("naam, benoeming").
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden.