Gezond leiderschap is het vermogen van een leider om naar zichzelf te kijken en zich af te vragen of hij gezond in elkaar steekt. Zelfkennis en zelfreflectie is hierbij van belang. Gezond slaat op de manier waarop hij leidinggeeft en hoe gezond dat voor hemzelf en anderen is.
Een gezonde leider begrijpt dat om een goedlopende organisatie te hebben, alle onderdelen goed gerund moeten worden en beschouwt het als zijn plicht om te zorgen voor het welzijn van degenen die voor hem werken . Een gezonde leider geeft niet alleen prioriteit aan organisatiedoelen; hij geeft prioriteit aan zijn werknemers en de cultuur op de werkplek.
Definitie vitaal leiderschap
Het verbinden van de mensen die aan jou als leidinggevende zijn toevertrouwd en (mede) verantwoordelijkheid nemen voor hun leven en energie.
We lopen een aantal bekende leiderschapsstijlen voor je af. Ken Blanchard hield het redelijk compact met vier stijlen: sturend, coachend, steunend en delegerend.
De taken van een leidinggevende omvatten het begeleiden van een team, het maken van planningen en het stellen van doelstellingen voor hun specifieke markt of afdeling.
Een goede leider communiceert helder en transparant met de mensen in zijn of haar organisatie. Door eerlijk, geloofwaardig en respectvol te zijn, bouwt een leider aan vertrouwen en een open cultuur. Goede besluiten nemen. Een goede leider kan goede beslissingen nemen, ook in lastige situaties.
Goed leiderschap is in staat om de mensen te stimuleren en te inspireren. Deze leiders versterken de betrokkenheid en de prestaties van mens en organisatie. Slecht leiderschap kan desastreuze gevolgen hebben.
Effectief leiderschap is voornamelijk gericht op het aansturen en inspireren van anderen om organisatorische doelen te bereiken. Dit betekent dat je een duidelijke visie hebt en je team inspireert, motiveert en begeleidt om samen de allerbeste prestaties te leveren.
Leiders zijn niet alleen besluitvormers; ze zijn rolmodellen voor hun teams. Door prioriteit te geven aan gezond eten, geven leiders een positief voorbeeld aan hun werknemers . Dit kan leiden tot een gezondere werkplekcultuur in het algemeen, waar werknemers worden aangemoedigd om prioriteit te geven aan hun welzijn.
Persoonlijk leiderschap gaat over jou als persoon.Het gaat over wie je bent als mens, hoe je in het leven staat, wat je gevormd heeft en hoe je dat vertaalt naar je werk. Als professional toon je persoonlijk leiderschap door de leiding te nemen over je werk en je persoonlijke ontwikkeling.
Goede leiders zijn zelfbewust, verwerven geloofwaardigheid, richten zich op het opbouwen van relaties, hebben een voorkeur voor actie, tonen nederigheid, geven anderen macht, blijven authentiek, presenteren zichzelf als constant en consistent, worden rolmodellen en zijn volledig aanwezig.
Echte leiders hebben een duidelijke eigen(-wijze) visie of toekomstdroom. Ze houden vast aan hun langetermijnvisie, weten mensen daarvoor te enthousiasmeren en staan toch open voor kritische geluiden. Echte leiders zijn veranderingsgezind en bereid om de consequenties van hun handelen te dragen.
Slechte leidinggevenden hebben de neiging om zich uitsluitend te richten op fouten en negatieve aspecten, waardoor ze de positieve prestaties en successen van het team uit het oog verliezen. Slechte leidinggevenden denken vaak dat het effectiever is om de nadruk te leggen op mislukkingen.
Toxisch leiderschap verwijst naar een leiderschapsstijl die schadelijk is voor zowel de organisatie als de medewerkers. Dit type leidinggevende kenmerkt zich vaak door manipulatief, autoritair en zelfs agressief gedrag.
Om te kunnen uitblinken in gecentreerd leiderschap moeten leiders vooral putten uit hun Zacht Groen en Helder Blauw. De combinatie van deze introverte kleuren: maakt het mogelijk om rustig na te denken over eigen overtuigingen, waarden en drijfveren die ten grondslag liggen aan de manier van leidinggeven.
Goede leiders en managers zijn behalve taakgericht ook mensgericht, ze hebben oog voor de uniciteit van mensen en kijken naar de sterke punten van de teamleden. Ze helpen hun medewerkers om deze ook verder te ontwikkelen en productief te maken.
Alle managers moeten zich op hun gemak voelen bij drie hoofdtypen activiteiten of rollen. Om hun werk te doen, nemen managers deze verschillende rollen aan. Geen enkele manager blijft de hele tijd in één rol, maar wisselt af. Deze rollen zijn leiderschap (of interpersoonlijk), informatief en besluitvorming .