focalisation : plaatsing in het brandpunt < Lat. focus = haard, vuur. Term uit de verteltheorie of narratologie waarmee het punt van de focalisatie wordt aangeduid, d.w.z. het punt van waaruit het vertelde wordt waargenomen. De focalisator is degene die de blik van de lezer leidt naar het gefocaliseerd object.
De term focalisatie wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen degene die een verhaal vertelt en een persoon in een verhaal die iets waarneemt of ervaart. De term vocalisatie werd oorspronkelijk gebruikt voor het aanbrengen van klinkers in een schrift dat alleen medeklinkers kent, bijvoorbeeld het Hebreeuws.
Bij focalisatie gaat het niet om wie vertelt, maar om wie waarneemt. Waarnemen betreft meer dan alleen zien, het gaat om al het zintuiglijk waarnemen en de daaruit voortvloeiende reacties, beoordelingen of interpretaties' (p. 92).
Een boek heeft altijd een vertelperspectief. Het vertelperspectief geeft aan door wie het verhaal wordt verteld. Wanneer het verhaal vanuit de ik-vorm wordt verteld, spreekt men van een ik-perspectief.
Bij een interne focalisatie vallen de verteller en het personage samen. Bij nulfocalisatie (of zerofocalisatie) vertelt de verteller meer dan het personage weet, terwijl bij een externe focalisatie de verteller net minder vertelt dan het personage weet.
Bij een interne focus zegt men bijvoorbeeld: 'strek de volgende keer je elleboog meer'.Bij een externe focus zegt men bijvoorbeeld 'beweeg de volgende keer dichter bij de beker. Bij gezonden geeft doorgaans een externe aandacht focus meer verbetering dan een interne aandachtfocus.
Er zijn meerdere soorten perspectieven in schrijven. De bekendste zijn de eerste-persoons-, tweede-persoons- en derde-persoonsperspectieven . Elk van deze perspectieven kan ook een naïeve verteller, een onbetrouwbare verteller of gelaagdheid bevatten.
Literaire theorie
Een motief is een niet-symbolisch element dat door herhaald gebruik in het verhaal een bijzondere betekenis krijgt. Daardoor word je als lezer op het spoor gezet van waar het in het boek om gaat.
Elk verhaal heeft een vertelperspectief van waaruit het verhaal verteld wordt. Je kunt het zien als een camera, hoe de camera filmt is je perspectief. Bij de eerste persoon, het ik-perspectief, zou het zijn alsof de camera in de ogen van het hoofdpersonage zit.
Narratologie is een tekstbenadering in de literaire kritiek en in de antropologie, die het vertellen (of de vertelwijze) van verhalen als haar studieobject kiest. In brede zin omvat de narratologie zowel de verhaaltheorie als de verteltheorie. De verhaaltheorie en de verteltheorie houden zich bezig met verhalen.
Focalizing is een belichamingsaanpak die mensen helpt om de aangeboren intelligentie van hun lichaam aan te boren om positieve veranderingen in hun leven mogelijk te maken . Het menselijk lichaam geeft voortdurend signalen en communicatie wanneer een persoon lijdt en zich vastgelopen voelt.
Optie 3: Personaal perspectief
Deze vertelvorm lijkt het meest op een film: je ziet het personage, maar ziet de wereld niet vanuit zijn ogen. Net als bij het ik-perspectief kun je bij deze vertelvorm alleen de gedachten van je hoofdpersoon weten, de rest van de personages zie je enkel van buitenaf.
Term uit de verteltheorie of narratologie waarmee het punt van de focalisatie wordt aangeduid, d.w.z. het punt van waaruit het vertelde wordt waargenomen. De focalisator is degene die de blik van de lezer leidt naar het gefocaliseerd object.
Denk aan de opbouw van het verhaal, de personages, de setting, de rode draad, het overkoepelende onderwerp of thema, de X-factor en meer. Deze elementen zijn allemaal belangrijk, maar het is niet overdreven om te zeggen dat al deze onderdelen vallen of staan met de juiste schrijfstijl.
Rol. Het verschil tussen een thema en een motief is dat een thema de algemene grondgedachte van een werk is, en een motief dat thema meerdere malen laat zien in dat werk. Bijvoorbeeld: Een schrijver kiest als thema sociale omgang.
De makkelijkste manier om het verschil te onthouden is dit: Motieven moeten in het hele verhaal terugkomen; symbolen kunnen maar één keer voorkomen . Een verhaal kan veel symbolen bevatten die geen motieven zijn. Een schaal is bijvoorbeeld vaak een symbool van rechtvaardigheid, een vlag kan vrijheid symboliseren en een kroon is een symbool van macht.
In veel romans kun je een sleutelscène aanwijzen. Dat is een gebeurtenis die in de context van het verhaal belangrijk is en die vaak een cruciale rol speelt in de interpretatie van het verhaal. Een sleutelscène biedt als het ware de sleutel om het verhaal te ontsluiten.
Het eerstepersoonsperspectief lijkt schrijvers vaak de makkelijkste manier om hun verhaal te vertellen. Wij denken immers in de eerste persoon. In je boek probeer je de unieke kijk van je personage uit te drukken, en het eerstepersoonsperspectief biedt je toekomstige lezers een uitstekende kans om zich intiem met je personage te verbinden.
Passende perspectieven is een SLO project dat in opdracht van het ministerie van OCW leerroutes op drie niveaus heeft ontwikkeld. Leerroute 1 is bedoeld voor leerlingen die 1F alsnog kunnen halen op 12-jarige leeftijd, mits benodigde hulpmiddelen op het juiste moment worden ingezet.
Perspectief teken je met behulp van perspectieflijnen, verdwijnpunten, de horizon en de standplaats van je gezichtspunt. Dat klinkt ingewikkeld maar dat is het niet als je het eenmaal door hebt. Je kunt tekenen in eenpuntsperspectief, tweepuntsperspectief of een driepuntsperspectief.
Vaak is de verteller een ik, een hij of een zij. In de negentiende eeuw was er meestal een zogenaamde alwetende of auctoriale verteller, die als functie had de lezer aan te spreken, hem of haar te confronteren of te amuseren.
' De derde persoon enkelvoud brengt meer rust en een zekere distantie in een verhaal. Zo kan de schrijver in de derde persoon enkelvoud eenvoudig een cameraperspectief hanteren, bijvoorbeeld: 'Hij keek zonder gelaatsuitdrukking naar de jurk.Daarna glimlachte hij.