Bij een perifeer veneus infuus wordt een flexibele kunststof canule (meestal 'naaldje', 'waaknaald' of 'venflon' genoemd) of vleugelnaald ingebracht in een perifere vene op de onderarm, de hand of de voet. Bij voorkeur wordt een bloedvat op de onderarm gekozen en wordt gebruik gemaakt van de flexibele kunststof canule.
Er is geen eenduidig beleid voor het aantal dagen dat een venflon/waaknaald in situ mag blijven. Vaak wordt deze na 72 uur vervangen, uit angst dat een patiënt flebitis ontwikkelt en dan niet geopereerd kan worden.
Hoewel het niet strikt noodzakelijk is om continu infuusvloeistof te laten lopen, is het bij patiënten die geen vochtrestrictiebeleid hebben wel beter om naast de medicatie een waakinfuus te laten lopen, stelt Janssens. Dit omdat de katheter beter doorgankelijk zal blijven bij een groter volume.
Bij het continu toedienen van vocht of pijnmedicatie dient het infuussysteem eens per 3 á 4 dagen vervangen te worden. Na toediening van bloed, bloedproducten of vetachtige stoffen (lipiden) dient het infuussysteem direct na toediening afgekoppeld te worden of ten minste elke 24 uur vervangen te worden.
Daarnaast dien je ook te kijken naar waar de bloedvaten lopen. Als een bloedvat diep in de elleboog ligt, kan het moeilijk zijn om een infuus daar aan te prikken.
Thorax, subclaviculaire regio links of rechts van het borstbeen in het gebied tussen sleutelbeen en borst of lager dan de borst (bij ernstig vermagerde patiënten, de naald niet te diep evenwijdig aan de tussenribspieren steken, zodat er geen long aangeprikt kan worden).
Bij een infuus krijg je een prik, waarbij na de prik een heel dun plastic buisje in je bloedvat blijft zitten en de naald er weer uit gaat. De prik kan pijn doen. We kunnen, als je dat zou willen, van tevoren een speciale pleister op je huid plakken die zorgt dat je de prik minder voelt.
Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten. Zij komt met deze behandeling tot rust en overlijdt in aanwezigheid van haar naaste familie.
Om medicijnen toe te dienen via de bloedvaten en bloed af te nemen voor onderzoek is een infuus nodig. Een infuus veroorzaakt schade aan de bloedvaten. Als er vaak medicijnen via de bloedvaten gegeven worden of vaak bloed afgenomen moet worden kan een PICC-lijn een goed alternatief zijn om schade te voorkomen.
Aders kunnen om verschillende redenen moeilijk te vinden zijn. Bij een obese of oedemateuze patiënt liggen de aders vaak dieper en zijn ze minder goed zichtbaar; bij ondervulde patiënten zijn de aders minder goed gevuld en dus kleiner en bij een patiënt met een donkere huidskleur zijn de aders minder goed zichtbaar.
Douchen is toegestaan. Baden en zwemmen raden we af. Als er vocht onder de pleister komt, moet deze vervangen worden. U mag niet aan uw oksels opgetild worden omdat de PICC-lijn dan kan verschuiven.
Een PICC-lijn (perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter) kan nodig zijn om langdurig en/of veelvuldig toegang tot de bloedbaan te hebben. Bijvoorbeeld om langdurig of veelvuldig medicatie via een infuus toe te dienen. In deze folder leest u meer over het plaatsen en het gebruik.
Bij de perifere canule is het flushen met NaCl 0.9% net zo efficiënt als het spoelen met heparine oplossingen2. Volgens experts op het gebied van thuiszorgtechnologie3 is er bij perifere infusie wel voldoende onderzoek dat aantoont dat 1 maal per 12 uur doorspuiten met fysiologisch zout voldoende is.
Een vleugelnaald wordt gebruikt voor subcutane toepassing of kortdurende intraveneuze toediening in een perifeer bloedvat. Deze vleugelnaalden hebben een actief veiligheidsmechanisme. Bij het verwijderen van de naald moet het mechanisme worden ingedrukt, vervolgens verdwijnt de naald in de huls.
Het inbrengen van een vleugelnaald om subcutane infusie toe te passen, behoort tot de voorbehouden handelingen. Je mag deze handeling alleen uitvoeren in opdracht van een arts. Ook dien je als zorgprofessional bevoegd te zijn en over de juiste vaardigheden te beschikken.
Een subcutane canule wordt gebruikt voor subcutane infusie. Het doel is om via het onderhuidse bindweefsel vocht of medicatie toe te dienen. De medicatie wordt vanuit het onderhuidse bindweefsel opgenomen in het bloed, en verder verspreid door het hele lichaam.
Maximaal 2 ml/ toediening !
Een vleugelnaald ook wel butterfly genoemd is een roestvrijstalen naald, voorzien van een siliconenlaagje, met een zeer scherpe punt en een uiterst dunne naaldwand. De naald heeft flexibele vleugels, die dienen als handgreep bij het inbrengen en voor makkelijke fixatie van de naald.
Bij een aderontsteking ziet u een soort dikke, harde kabel op uw been (of arm). Eromheen is het dik, rood en pijnlijk. De ontsteking komt door een bloedpropje in een ader net onder de huid. Meestal verdwijnt dit vanzelf.
Flushen (spoelen) en locken (afsluiten) is essentieel voor het goed laten werken van een infuuscanule. Op die manier voorkom je dat het infuus verstopt raakt en voortijdig verwisseld moet worden. Voor het uitvoeren van deze handeling gelden wettelijke richtlijnen.
De belangrijkste reden om een centrale lijn in te brengen is het toedienen van bepaalde, vaak vasoactieve, medicatie. Deze medicatie kan of mag niet via een gewoon infuus (perifeer infuus) worden toegediend om uiteenlopende redenen.
Artsen schrijven het voor bij plotselinge ernstige pijn, zoals pijn na een operatie, ernstige verwonding, pijn na een hartinfarct of koliekpijn. Ook bij langdurige hevige pijn, zoals pijn bij kanker.
Het subcutaan inbrengen van een klein vleugelnaaldje of butterfly is eenvoudig. Het wordt bij voorkeur hoog op de thorax geplaatst, bij ernstige cachexie eventueel ook in een bovenbeen. Als de patiënt al een centrale lijn heeft, verdient het de voorkeur die te gebruiken.
In 19 procent van de gevallen lukt het de eerste keer niet om een infuus aan te brengen, omdat de patiënten zogenoemde 'moeilijke aders' hebben. Van Loon toonde aan dat met behulp van echografie dat percentage kan worden teruggebracht tot zeven procent.