Voetgangers zijn kwetsbaar in het verkeer. Zij hebben geen pantser om zich heen, zoals jij in de auto. Om de voetgangers te beschermen zijn er VoetgangersOversteekPlaatsen (VOP) of, zoals in de volksmond wordt gebuikt, zebrapaden aangelegd. Op zebrapaden kunnen zij veilig oversteken.
Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer voor laten gaan dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Dus: alle weggebruikers, inclusief de voetgangers.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Iemand die niet goed kan zien en/of moeilijk kan lopen, moet u voor laten gaan als deze wil oversteken. Geef duidelijk aan dat u de persoon gezien heeft en voor laat gaan.
Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen. Als jij stopt zien de rest het gelijk in dat het nodig is.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.
Sinds 1 juli 2010 mag een rouwstoet niet meer worden doorsneden. De regeling geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden. Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet.
Iedereen met een rijbewijs is vertrouwd met de verkeersregel die zegt dat een bus die zijn halte verlaat altijd voorrang heeft. Maar een minderheid weet dat die regel alleen van toepassing is in de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom moet een bus altijd wachten tot er geen verkeer is voordat hij de rijbaan oprijdt.
Bestuurders die linksaf slaan moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. We spreken dan ook wel van: 'korte bocht gaat voor lange bocht'.
Een auto slepen – wetgeving
Ook degene die het voertuig bestuurt dat gesleept wordt, dient in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en zich net als ieder ander voertuig aan de geldende verkeersregels te houden. Uiteindelijk zijn bij het auto-slepen de regels voor beide voertuigen hetzelfde als anders.
Voetgangers zijn niet verplicht om een zebrapad te gebruiken
Vroeger was het verboden om binnen 30 meter van een zebrapad over te steken, nu niet meer. Het is niet verplicht om gebruik te maken van een zebrapad, maar wel veilig. Fietsers mogen er geen gebruik van maken, tenzij ze de fiets aan de hand hebben.
Een voetganger moet een zebrapad gebruiken als dat zich binnen de 30 meter bevindt van de plaats waar hij de weg wil oversteken.In de regel heeft de voetganger voorrang aan een zebrapad.
Een stopbord is een verkeersbord. De bestuurder die het bord nadert moet stoppen en moet voorrang verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg. Het bord komt dus voor bij het naderen van een voorrangsweg of voorrangskruispunt.
Wat is de juiste volgorde van voorrang bij deze T-splitsing? De blauwe auto (auto 2) mag als eerst omdat deze van rechts komt voor de groene auto (auto 1). Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Stopbord: Je moet altijd stoppen en voorrang geven. stoppen en al het andere verkeer voor moet laten gaan. voor voetgangers.
De aansluiting/uitmonding van weg X op weg Y kan in de praktijk gekenmerkt worden als een uitrit, als blijkt dat (1) het trottoir langs weg Y ononderbroken doorloopt en (2) ter hoogte van de uitmonding wat type en kleur bestrating betreft ten opzichte van het trottoir niet afwijkt.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Veel mensen denken dat voetgangers hier overal voorrang hebben. Dit is echter niet juist. Binnen een zone 30 gelden dezelfde verkeersregels als erbuiten, alleen is de toegelaten snelheid beperkt. Wel wordt een zone 30 ingericht zodat voetgangers er op een veilige manier gebruikmaken van de gehele publieke ruimte.
Wanneer u een woonerf verlaat, dient u voorrang te verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is een plek voor fietsers, voetgangers en spelende kinderen. Houd hier rekening mee.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Als je een straat over wilt steken zonder zebrapad, stop dan altijd bij de rand van de stoep. Kijk naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Als er geen verkeer aan komt, dan mag je oversteken. Je kunt veilig een straat oversteken bij een een voetgangerslicht.