In een uiteenzetting noem je in de inleiding duidelijk het onderwerp van de tekst. Omdat je de lezer wil informeren, zul je het onderwerp ondubbelzinnig en duidelijk moeten maken. 'Een computer uit de Aspire-lijn' is een voorbeeld hoe het niet moet.
Een uiteenzetting is een tekst met als doel de lezer te informeren over een bepaald onderwerp. Een uiteenzetting wordt gebaseerd op feiten en is, in tegenstelling tot een betoog, objectief van aard. Een uiteenzetting laat dus niet zoals een beschouwing de lezer kennismaken met verschillende meningen.
Een uiteenzettende tekst
In een uiteenzetting legt de schrijver iets uit op een neutrale manier. Net zoals bij informatieve en instructieve teksten komen meningen niet voor in uiteenzettingen. Een uiteenzetting lijkt best veel op een informatieve tekst.
Een uiteenzetting is doorgaans objectief, maar kan ook subjectieve elementen bevatten, bijvoorbeeld als bepaalde feiten niet worden vermeld. Een beschouwing opinieert. Dat gaat via meningen, zoals in een opiniestuk.
Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea's, inleiding en slot vaak uit één. de belangstelling wekken van de lezer door bijvoorbeeld in te gaan op een actuele gebeurtenis, het vertellen van een anekdote of het belang van de lezer bij de zaak benadrukken.
A: Uiteenzetting: op een neutrale manier wordt een probleem beschreven. B: Betoog: de schrijver wil de lezer overtuigen van de onduidelijkheid in werken met tekstsoorten. C: Beschouwing: de schrijver belicht het onderwerp van verschillende kanten en wil de lezer tot nadenken stemmen.
Een uiteenzetting is een objectieve informatieve tekst, die tot doel heeft om de lezer over een bepaald onderwerp te informeren en daarbij uitleg te verschaffen. Net als iedere tekst is een uiteenzetting opgebouwd uit een inleiding, middenstuk en slot.
Bij een beschouwing is het belangrijk dat je de goede en slechte kanten van het onderwerp goed belicht. Denk er goed aan dat je eigen mening niet te nadrukkelijk aanwezig is. Je mag natuurlijk wel noemen wat je zelf over het onderwerp vindt, maar dit moet de lezer niet beïnvloeden bij het maken van zijn eigen mening.
Zoals elke beschouwing begint met een inleiding, eindigt elke beschouwing met een slot. Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, je laat doorschemeren wat je eigen positie is en het eindigt met een uitsmijter.
Een beschouwing is een tekst waarvan het doel is om de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer ten slotte zijn eigen mening kan vormen (opiniëren). Hierin verschilt de beschouwing van het betoog, waarvan het doel is de lezer te overtuigen van een standpunt.
Bij een beschouwing eindigt de inleiding vaak met een vraag. De meest gebruikte structuur voor het middenstuk van een beschouwing is de voor- en nadelen structuur. Hierbij geef je, net als bij een betoog, de voor- en nadelen van het onderwerp. Een beschouwing kan ook een verklaringsstructuur hebben.
Overtuigen: De schrijver wil dat de lezer zíjn mening overneemt. Activeren: De lezer moet iets gaan doen. Amuseren: Hij wil dat de lezer geniet van zijn tekst.
Overtuigende teksten (persuasief)
Je moet de lezer informeren, draagt argumenten aan en geeft je mening. Maar nu probeer je hem er ook nog eens van te overtuigen dat jij gelijk hebt. Jij haalt hem over iets te doen of juist te laten met zijn nieuwe kennis. Alles draait er nu om dat je lezer actie onderneemt.
Een betoog is een stuk tekst waarin de schrijver zijn/haar mening geeft over een onderwerp. Wanneer je een betoog schrijft, is het doel om de lezer te overtuigen van jouw gelijk. Je neemt dus een bepaald standpunt in en gebruikt feitelijke argumenten om dit standpunt te onderbouwen.
Fysische verwering = fysische verwering of mechanische verwering is verwering door fysische krachten. Het is een algemene vorm van verwering. fysische verwering zorgt voor het uiteenvallen van gesteenten in kleine deeltjes. Het belangrijkste kenm...
Mengen. Mengen is een procesbewerking bij veel bedrijven in de procesindustrie wordt gebruikt. Bij het mengen breng je verschillende stoffen bij elkaar, zodat overal in het mengsel evenveel van elke stof zit. Ook in het dagelijks leven heb je er mee te maken, zonder dat je het in de gaten hebt.
Een alinea is het tekstgedeelte tussen twee inspringingen of tussen twee regels wit, de kleinste eenheid van een tekst die nog uit meerdere zinnen bestaat. De alinea is volgens schrijfadviseur Jan Renkema de belangrijkste bouwsteen van een tekst.
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.