Een veelvoorkomend symptoom van conversiestoornis is PNEA (Psychogene Niet-Epileptische Aanvallen)* of spanningsaanvallen. Dit betekent dat je aanvallen hebt die erg lijken op epilepsie, maar ze gaan niet samen met epileptiforme activiteit in de hersenen.
PNEA lijken op epileptische aanvallen, maar zijn het niet. Ze ontstaan door psychische factoren, zoals onbewuste emoties. Een andere afkorting voor deze aanval is PNES (Psychogenic Non-Epileptic Seizure).
De aanval begint en eindigt plotseling. Soms zijn er kleine subtiele schokjes in je handen of buigt je hoofd iets voor- of achterover. Je ogen kunnen wegdraaien of even knipperen. Je verliest kort je bewustzijn en houdt op met waar je mee bezig was.
Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) zijn het gevolg van emotionele reacties. Zulke aanvallen worden daarom ook wel 'emotionele spanningsaanvallen' genoemd. Hoewel ze op epileptische aanvallen lijken, gaan PNEA niet gepaard met epileptische storingen in de hersenen.
Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien.
Bij sommige mensen heeft stress geen invloed op hun epilepsie of hun aanvallen, maar voor anderen is stress een uitlokkende factor. Wanneer iemand zéér ernstige en langdurige stress heeft, of ernstige stress heeft op zeer jonge leeftijd, dan zou dit kunnen leiden tot epilepsie.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Soorten aanvallen en oorzaken
Epilepsie is een aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden. Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen. Er zijn ook aanvallen die op epilepsie lijken, maar het niet zijn. Zoals wegrakingen door flauwvallen, of psychogene niet-epileptische aanvallen.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
Inleiding. Absence epilepsie van de kinderleeftijd (Childhood absence epilepsy; CAE) kenmerkt zich door het optreden van kortdurende aanvallen van bewustzijnsverlies. Het EEG laat gelijktijdig 3-Herz-piekgolfcomplexen zien. Deze absences ontstaan en eindigen abrupt zonder post-ictale fase.
ontstaat door een plotse, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de hersenen; Het is alsof er even een soort 'kortsluiting' in de hersenen is.
Absences zijn een bepaald type epileptische aanvallen die enkele seconden duren. Tijdens een absence is het kind kortdurende buiten bewustzijn, hebben kinderen een starende blik en komen er vaak automatische bewegingen in het gezicht of met de handen voor.
Behandeling van een conversiestoornis
Bij de meeste mensen gaan de klachten over binnen een dag tot enkele maanden. Het komt niet vaak voor dat iemand langer klachten houdt. Met de huisarts of neuroloog bespreekt u hoe het gaat met uw herstel. U bespreekt hoe u en de mensen uit uw omgeving omgaan met de klachten.
Epileptische aanvallen zijn grofweg onder te verdelen in drie typen, namelijk focale aanvallen (voorheen partiële aanvallen genoemd), gegeneraliseerde aanvallen en aanvallen met een (vooralsnog) onbekend begin.
Bij een conversiestoornis gaat er iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn of u krijgt problemen met praten, slikken, zien of horen.
Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun hersenen, terwijl ze overdag slechts zelden of nooit epileptische aanvallen hebben. Deze vrij onzichtbare vorm van epilepsie wordt het ESES syndroom genoemd. Als gevolg hiervan ontwikkelen kinderen vaak leer- en gedragsproblemen.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Het EEG-apparaat meet de elektrische signalen in de hersenen. Wat er gemeten wordt aan elektrische hersenactiviteit wordt op papier geprint. U ziet dan allemaal lijnen naast elkaar met pieken en dalen. Bij een epileptische aanval wordt het doorgeven van deze elektrische signalen verstoord.
Bij partiële aanvallen begint de stoornis in een bepaald gedeelte van de hersenen. De verschijnselen zijn heel verschillend. Deze zijn afhankelijk van het gedeelte van de hersenen waarin de stoornis optreedt. Bij de meeste aanvallen blijft iemand bij bewustzijn, soms is er een bewustzijnsstoornis.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
De meeste epileptische aanvallen komen spontaan op. Sommige mensen voelen ze echter wel aankomen. Iemand krijgt dan een paar minuten van tevoren een kleine focale aanval, ook wel aura genoemd.