Het Schengengebied is een samenwerking van 26 Europese lidstaten die een gemeenschappelijk grens- en visumbeleid voeren, deze landen noemen we Schengenlanden of Schengen staten. De lidstaten zijn dus aan dezelfde visumregels gebonden, deze zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke Visum Code, EU verordening 810/2009/EG.
Momenteel bestaat het Schengengebied uit 26 Europese landen, waarvan 22 EU‑lidstaten: België, Tsjechië, Denemarken, Duits‑ land, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Letland, Li‑ touwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland en Zweden.
Van de EU-landen maken Roemenië, Bulgarije en Kroatië nog geen deel uit van de Schengenzone; voor Cyprus is het verdrag nog niet in werking getreden. Ook vier landen die geen lid zijn van de Europese Unie, maken wel deel uit van het Schengengebied: Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein.
Daarnaast voorziet het akkoord in de instelling van een regeling voor vrij verkeer van alle burgers uit de deelnemende staten, de overige staten van de Europese Unie en een aantal derde landen. De naam komt van het Luxemburgse plaatsje Schengen waar het akkoord op 14 juni 1985 is ondertekend.
Het protectionisme van de omliggende landen resulteerde in hogere in- en uitvoertarieven, waardoor de Nederlandse consument meer zou betalen voor importproducten, en de concurrentiepositie van Nederlandse exporten naar bijvoorbeeld Groot-Brittannië of Amerika kon verslechteren.
Het belangrijkste argument was dat Noorwegen door toetreding een deel van de soevereiniteit zou verliezen. Ook zouden er fundamentele economische verschillen zijn tussen de EU en Noorwegen: in Noorwegen is de economie gebaseerd op visserij en olie, terwijl de EU een industriële economie heeft.
Deze landen zijn: Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en Zwitserland.
Kandidaat-lidstaten van de EU
Montenegro. Noord-Macedonië Servië Turkije.
Een Schengenvisumsticker in je paspoort geeft toegang tot de 26 Schengen lidstaten in Europa. Je kan met een Schengenvisum door een groot deel van Europa reizen zonder voor ieder land afzonderlijk een visum aan te hoeven vragen. Een visum is een sticker die in het reisdocument (paspoort) wordt geplakt.
Geschiedenis van de betrekkingen
In 1992 stemde Zwitserland in een referendum tegen toetreding tot de Europese Economische Ruimte (EER). De positie van Zwitserland ten opzichte van de EU werd hierdoor extra bijzonder. Deze verkiezingsuitslag had tot gevolg dat de EU en Zwitserland begonnen met onderhandelingen.
De Europese landen die geen lid zijn van de EU: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegovina, Faeröer, Georgië, Gibraltar, IJsland, Kazachstan, Kirgizië, Kosovo, Kroatië, Liechtenstein, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Noorwegen, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, San Marino, Servië, Tadzjikistan, Turkije, ...
In tegenstelling tot Nederland, maken de eilanden geen deel uit van het grondgebied van de Europese Unie en hoeven zij om die reden dan ook niet te voldoen aan het Europees recht en hebben zij de euro niet als wettelijk betaalmiddel.
De naam Schengen komt van het plaatsje Schengen in Luxemburg waar het verdrag in 1985 werd ondertekend. De landen hebben in het verdrag afgesproken dat zij alleen nog maar de buitengrenzen van het Schengengebied controleren en niet meer de personen of goederen die zich verplaatsen over de tussenliggende grenzen.
De samenstelling van de Europese Unie per 1 januari 2013: België, Bulgarije, Duitsland, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, ...
Eind 2008 werd Marokko de "geavanceerde status" toebedeeld door de EU. Dit wil zeggen dat Marokko meer dan een bondgenoot is, maar minder dan een lidstaat. Dit is de hoogste status die een niet-lidstaat kan krijgen in zijn relatie met de EU.
NAVO-lidstaten
De belangrijkste spelers in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie zijn de lidstaten zelf. De NAVO telt momenteel 30 lidstaten.
In 1964 werd een Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije gesloten. In 1987 vroeg Turkije het EU-lidmaatschap aan. Deze aanvraag stuitte op een veto van Griekenland, sinds 1981 lid van de Unie.
De meeste EU-landen maken deel uit van de Schengenzone. In het Schengengebied mogen mensen vrij reizen. De EU-landen met buitengrenzen van het Schengengebied gaan die grenzen beter bewaken. Hierdoor moet er een einde komen aan de ongecontroleerde instroom van migranten.
Sinds 1 januari 2021 maakt het Verenigd Koninkrijk in de praktijk geen deel meer uit van de Europese Unie en bijgevolg ook niet van de Europese Economische Ruimte.
Kroatië is al sinds 2013 lid van de Europese Unie. In principe moeten alle EU-landen de euro voeren. Dat geldt alleen niet voor Denemarken, dat in 1992 een uitzondering kreeg omdat de bevolking sterk tegen invoering van de euro is.
De EU heeft bij gebrek aan dwangmiddelen geaccepteerd dat Zweden nog niet is toegetreden tot de eurozone. Olli Rehn, de toenmalige Commissaris voor Economische Zaken, antwoordde op parlementaire vragen dat het aan de Zweden zelf is om deze beslissing te nemen.
Türkiye Cumhuriyeti (info / uitleg)), is een transcontinentaal land dat voornamelijk in Anatolië in Zuidwest-Azië ligt, met een deel op het Balkanschiereiland in Zuidoost-Europa. Ankara is de hoofdstad en regeringszetel van Turkije, terwijl Istanboel de grootste stad en het financiële centrum van het land is.
Welke valuta gebruiken ze in Noorwegen
In Noorwegen betaal je niet met de euro, maar met de Noorse Kroon (NOK). De Noorse kroon is beschikbaar in munten van 1, 5, 10, 20 kronen, en in biljetten van 50, 100, 200, 500 en 1000 kronen¹.
In 1957 werden in het Verdrag van Rome de Europese Economische Gemeenschap en Euratom opgericht. Deze twee organisaties vormden samen met de EGKS de basis voor de Europese Gemeenschap (EG), zoals de Europese Unie tot 1993 heette.