Een olietank, soms ook opslagtank, opslaginstallatie of olieterminal (ook het woord voor een groep olietanks bij elkaar) genoemd, is een tank voor de opslag van olie- en/of petrochemische producten. Vanuit olietanks worden deze producten meestal getransporteerd naar eindgebruikers of andere opslagfaciliteiten.
De bovengrondse opslag van diesel tot 300 liter is een verpakking. Vanaf 300 liter is er altijd een certificaat nodig. Maar dan kan het een opslagtank, een mobiele tank of een intermediate bulk container (IBC) zijn.
Tanks met een chemische reactie zijn procestanks. Ze vallen tot een bepaalde hoeveelheid (volgens bijlage I van het Besluit Omgevingsrecht) onder het Activiteitenbesluit als het productieproces waar ze deel van uitmaken onder het Activiteitenbesluit valt. Maar hiervoor gelden geen specifieke maatregelen.
Voorraad smeerolie opslaan in de verkoopruimte
Van verpakte smeerolie met een vlampunt van onder de 60 graden Celsius mag zonder lekbakken maximaal 300 liter opgeslagen worden. Als er wel lekbakken zijn, dan mag er maximaal 800 liter opgeslagen worden.
Vanaf 1 januari 2015 zijn voor afgewerkte olietanks bodembeschermende voorzieningen voldoende. Eisen volgens de BRL K903 en PGS 30 gelden niet. Afgewerkte olie is namelijk geen brandbare vloeistof van ADR klasse 3. Het vlampunt van de gebruikte smeerolie ligt ver boven de 100 graden Celsius.
Je mag op normale schappen zonder lekbak 300 liter benzine opslaan. Op schappen met een lekbak met 100% opvangcapaciteit mag je 800 liter benzine opslaan.
Veilig werken met gevaarlijke stoffen
Particulieren vallen slechts onder de vrijstelling van de ADR als zij minder dan 2 kg lachgas vervoeren. Het vervoer van meer dan twee kilo lachgas is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan volgens de regels van het ADR.
Een PGS 15 kast van Asecos wordt gebruikt voor een veilige opslag van gevaarlijke (licht-ontvlambare) stoffen.
Olie en smeermiddelen zijn brandbaar, maar uiteraard zijn bepaalde producten brandgevaarlijker dan andere. De meeste producten hebben een vlampunt hoger dan 100°C en hoeven daarom niet voorzien te worden van het gevaar symbool ontvlambaar op de verpakking.
Opvangcapaciteit lekbak
Over het algemeen geldt dat een lekbak een opvangcapaciteit van tenminste 110% van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid of opslagtank moet hebben. Tevens moet de opvangcapaciteit ten minste 10% zijn van de inhoud van alle opgeslagen stoffen.
PGS 29 is van toepassing op inrichtingen met ten minste één verticale cilindrische bovengrondse stalen tank waarvan de bodem op een fundering rust. De richtlijn is van toepassing gedurende de gehele levensfase van de tank. PGS 29 geeft richtlijnen voor de arbeidsveilige, milieuveilige en brandveilige opslag.
Volgens brandstoffabrikant BP blijft brandstof in een afgesloten container bij een temperatuur van 30 graden drie maanden goed. Bij 20 graden is dat al meteen zes maanden. Het laatste gevaar voor de houdbaarheid is condenswater in de tank doordat ethanol water aantrekt.
Benzine of diesel mag je alleen in jerrycans met een maximale inhoud van 60 liter vervoeren. In totaal mag je maximaal 240 liter brandstof vervoeren. Dus bijvoorbeeld vier jerrycans van 60 liter. Daarnaast ben je verplicht om de jerrycans stevig vast te maken in je kofferbak.
De wet staat toe om in totaal 240 liter brandstof mee te nemen. Daarnaast moeten alle mogelijke maatregelen genomen worden om lekkage van de inhoud te voorkomen.
Wacht nooit met oliepeilen tot het lampje gaat branden; dan kan het al te laat zijn. Controleer het oliepeil zeker eens per maand, tegelijk met bijvoorbeeld het peil van de koelvloeistof.
Olie bijvullen doet u ná het controleren van het oliepeil van de auto. Doe dit wanneer de motor al enige tijd stilstaat. De olie zakt dan namelijk tot het laagste punt in de motor. Wanneer de motor draait, wordt de olie door de motor gepompt en is de juiste waarde niet goed af te lezen.
Hoe vaak moet je olie verversen
Ons advies is dit na ieder 10.000 tot 15.000 kilometers te doen. Als je niet zo veel rijdt doe het dan gemiddeld 1x per jaar. De reden hiervan is, is dat de motor minder vaak op temperatuur komt en het oliefilter sneller vies wordt.
In de PGS 15:2016 is in voorschrift 3.2.5 gesteld dat op een verdieping maximaal 500 kg of liter gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen aanwezig mag zijn. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in vloeroppervlak of brandcompartiment. Het totaal mag niet meer zijn dan 500 kg of liter.
De opslagvoorzieningen voor (verpakte) gevaarlijke stoffen in een bedrijf moeten voldoen aan eisen die gepubliceerd zijn in PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15). In PGS 15 zijn de eisen voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid samengevoegd.
Oxiderende stoffen maken zuurstof vrij. Daardoor kunnen ze de verbranding van ander materiaal veroorzaken of bevorderen, zonder dat zij zelf brandbaar hoeven te zijn.
Je mag lachgascapsules bij je hebben en je mag ook een lachgasballon in de auto aanwezig hebben. Maar het is verboden om gevaarlijke situaties te veroorzaken in het verkeer. Het is ook verboden om onder invloed van middelen te rijden. Als je lachgas gebruikt tijdens het rijden ben je dus strafbaar.
De mannen hangt een boete van minimaal €1600,- boven hun hoofd. Het is toegestaan om maximaal 2kg lachgas te vervoeren. De gasfles moet dan dicht zijn en vaststaan. Het vervoer van meer dan twee kilo lachgas is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan.
Lachgas: De wet
Verkoop, handel, bezit en gebruik van lachgas is niet strafbaar. Lachgas valt (nu nog) onder de Warenwet. Dat betekent dat de verkoper van lachgas aan de verplichtingen van de Warenwet dient te voldoen. Voorheen was verkoop voor 'oneigenlijk' gebruik van lachgas via de Geneesmiddelenwet verboden.
Brandstoffen kun je gewoon binnen bewaren, mits goed afgesloten. Auto's, motoren en brommers staan ook gewoon in garage's of schuurtjes (ook gewoon met ontluchting).