Het overlijden van een persoon door een ziekte of aandoening. Daarbij worden directe, intermediërende en onderliggende (primaire) doodsoorzaken onderscheiden.
De Wet op de lijkbezorging bevat geen definitie van een natuurlijke dood. Er is bij de geneeskundige inspectie voor de volksgezondheid wel een definitie in omloop, waarbij een 'natuurlijke dood' is: 'ieder overlijden dat het gevolg is van uitsluitend een spontane ziekte of ouderdom'.
Er is in ieder geval sprake van een 'niet-natuurlijke dood' bij een overlijden als direct of indirect gevolg van een ongeval, geweld of een andere van buiten komende oorzaak, een misdrijf of zelf- moord.
Bij elk overlijden moet worden vastgesteld waaraan iemand is overleden: de zogenaamde lijkschouw. Dit gebeurt door de huisarts, behandeld arts (in een ziekenhuis) of door de gemeentelijke lijkschouwer. De wet schrijft voor dat het lichaam van de overledene door een arts moet worden onderzocht.
In feite is een ieder bevoegd om overlijden vast te stellen. Echter kan alleen een arts een formele 'verklaring van overlijden' afgeven. Na zijn of haar overlijden moet iemand altijd worden onderzocht door een arts. Gewoonlijk is dat de huisarts of een behandelend of waarnemend arts in een ziekenhuis.
Als iemand is overleden, onderzoekt een arts het lichaam; de zgn. lijkschouw. De arts stelt daarbij vast of iemand een natuurlijke dood is gestorven, of dat er sprake kan zijn van een ongeluk of misdrijf.
Bij het overlijden van een patiënt, dient de behandelend arts het lichaam te schouwen. Als hij niet overtuigd is van een natuurlijke doodsoorzaak moet een arts specifieke stappen ondernemen. De wet maakt verschil tussen natuurlijke en niet-natuurlijke dood.
Na het overlijden begint het lichaam af te koelen; ongeveer 12 uur na het overlijden voelt het lichaam koud aan (het lichaam neemt de temperatuur van de omgeving aan).
Hoe lang rouwverwerking duurt is door de verschillende factoren moeilijk te zeggen. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat mensen na drie maanden na het overlijden van hun partner, pas de ergste fase van rouw doormaken. Na gemiddeld ruim een jaar beginnen partners zich vaak weer beter te voelen.
Dood aangetroffen in de badkamer, een voorbeeldcasus
Lijkstijfheid is volledig, rectale temperatuur 32,5°C, stimulatie biceps is positief. De omgevingstemperatuur is 20°C, er is geen tocht.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Er is geen betekenisverschil, wel een verschil in stijl. Dat was het jaar waarin mijn hond doodging. De graankorrel moet sterven om vrucht te dragen. Doodgaan en sterven betekenen beide dat het leven ten einde komt, maar sterven is iets formeler dan doodgaan.
Onderzoek van de omgeving
De forensisch en tactisch rechercheurs van de politie onderzoeken de omgeving van de overledene. Dat doen zij om zo goed mogelijk te kunnen reconstrueren wat er is gebeurd en onder welke omstandigheden de persoon is overleden.
Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg.
Lijkvocht ontstaat door het vloeibaar worden van een lichaam door ontbinding. Het lichaamsvocht vermengt zich met bloed en bacteriën en is onderhevig aan allerlei chemische processen die in het lichaam plaatsvinden. Dat maakt het dat lijkvocht ook wel eens als giftig wordt beschouwd.
Als het lichaam begraven is, meestal ongeveer een week na het overlijden, gaat het ontbindingsproces door en wordt het lichaam van binnenuit opgegeten door bacteriën. Ze krijgen gezelschap van maden en andere larven, die zich ook tegoed doen aan het lijk.
Overleden dierbaren die overgegaan zijn naar het Licht, kunnen en komen op bezoek. Veelal zoeken ze contact. Je ervaart dan warmte, liefde en niet meer de onverwerkte emoties en trauma's van die persoon. Vaak kiezen zij ervoor om als tijdelijke gids bij je te blijven en je te ondersteunen.
Om nagels en haren te laten groeien, heb je zuurstof nodig. De toevoer daarvan valt stil na de dood: je hart pompt geen bloed meer door je lijf. Dat bloed vervoerde trouwens niet alleen broodnodige zuurstof, maar ook glucose die de cellen nodig hebben om zich te kunnen delen. Ze kunnen dus echt niet meer groeien.
Goed om te weten is dat een overleden persoon vlak na zijn dood 'makkelijker' tekenen kan geven door zijn bezit van meer aardse energie. Deze aardse energie is sterker dan de etherische energie die overblijft na het overlijden.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
De mond kan je na overlijden dichtdoen en met een handdoek-rolletje onder de kin dichthouden. Maar de mond is de sterkste spier van je lichaam en als de spierstijfheid afneemt, gaat de mond weer open staan. Overigens moet je als iemand een kunstgebit heeft, dit weer indoen voor het sluiten.
Het lichaam laat methaanthiol vrij gedurende het ontbindingsproces. Methaanthiol ruikt naar zweetvoeten en rotte witte kool. Dimethyldisulfide is een stinkend gas dat voortkomt via vele bronnen, zoals bacteriën, schimmels, planten, en dieren.
De opleiding tot forensisch arts is één van de profielen van de medische specialisatie maatschappij en gezondheid. Deze opleiding bestaat uit twee fasen van elk twee jaar. Na de zesjarige opleiding geneeskunde volgt na de eerste fase van de opleiding een registratie in het deelprofiel forensische geneeskunde.
Lijkvinding in de zin der wet betreft een lijk dat is gevonden of uit zee of binnenwater is aangebracht en waarbij na de lijk- schouw de datum en/of de plaats van overlijden niet of onvoldoende nauwkeurig kan worden vast- gesteld.
Wanneer iemand is overleden, wordt het lichaam doorgaans door de behandelend arts geschouwd. De arts mag alleen een verklaring van overlijden afgeven als hij ervan overtuigd is dat de patiënt door een natuurlijke oorzaak is overleden. Bij twijfel moet hij de gemeentelijke lijkschouwer (schouwarts) inschakelen.