Een kernbesluit wordt op systematische wijze genomen, waarbij altijd overleg plaatsvindt met meerdere collega's. Ook worden hierbij de visies van belangrijke personen om het kind heen en het kind zelf betrokken.
In de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening ( WRO ) was een procedure opgenomen voor het opstellen van belangrijke plannen op het gebied van het nationale ruimtelijke beleid. Dit was een Planologische kernbeslissing ( pkb ).
De kernbeslissingen voor uithuisplaatsing zijn: een jeugdige wel of niet uit huis plaatsen; op welke plek een jeugdige te plaatsen (netwerk- of bestandspleegzorg, gezinshuis of residentiële zorg); een jeugdige wel of niet terugplaatsen.
U mag ervoor kiezen helemaal niets te doen. Alleen beslist de kinderrechter dan over een uithuisplaatsing zonder te weten wat u vindt. U krijgt de beslissing van de kinderrechter na een aantal weken per post.
Onderzoek laat positieve resultaten zien bij jongeren met meervoudige problematiek waaronder schooluitval. Bij de uitvoering van een ondertoezichtstelling kunnen de Deltamethode, Verve en Generiek Gezinsgericht werken bijdragen aan het voorkomen en verkorten van uithuisplaatsingen.
Jeugdzorg kan een kind of jongere (tijdelijk) uit huis plaatsen, bijvoorbeeld bij ernstige mishandeling of verwaarlozing. Dit beslist een kinderrechter. Ongeacht of de ouders het daarmee eens zijn. Dit kan een ontzettende klap zijn voor jou als ouder.
Soms wordt de moeilijke keuze gemaakt dat een kind - tijdelijk - beter ergens anders kan wonen. Dit heet een uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing kan vrijwillig of gedwongen zijn. Een jeugdrechter beslist over gedwongen uithuisplaatsing.
Werkt een gezagdragend ouder onvoldoende mee, dan kan een gezinsvoogd een schriftelijke aanwijzing geven. Wordt een aanwijzing niet nageleefd door de ouders, dan moet de GI weer naar de rechter voor een dwangmiddel. Dit kan een dwangsom zijn. De gezinsvoogd mag niet eenzijdig bijvoorbeeld een omgangsregeling inperken.
Het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling kan worden gedaan door Bureau Jeugdzorg, door de met het gezag belaste ouder en door een minderjarige die twaalf jaar of ouder is.
Uithuisplaatsing mag maximaal 12 maanden duren en is meestal gekoppeld aan de duur van de ondertoezichtstelling. Verlenging is mogelijk.
Voor een vrijwillige uithuisplaatsing moet de gemeente een zogeheten verleningsbeschikking afgeven. Bij een gedwongen uithuisplaatsing beslist de kinderrechter dat het beter is dat het kind, tijdelijk, ergens anders woont. Het kind wordt onder toezicht gesteld en de rechter spreekt een machtiging uithuisplaatsing uit.
Wordt een kind uit huis geplaatst, dan gaat uw hulpverlener met u na welke andere hulp u en uw kind verder nog nodig hebben. De hulp is er zo veel mogelijk op gericht om de relatie tussen ouders en kind te herstellen en andere problemen te verhelpen of verminderen, zodat een kind uiteindelijk weer thuis kan wonen.
Ontwikkelingsbedreiging 1: Ex-partnerstrijd (veelal ook over de as van het kind). Ontwikkelingsbedreiging 2: Loyaliteitsconflict in het kind en/of weerstandsgedrag bij een kind naar één van beide ouders en/of kind-eigen problematiek.
Wat zijn de opvoedingscapaciteiten van de ouders? Ook de opvoedingscapaciteiten van ouders zijn van belang. Daarbij gaat het om het vermogen van ouders om adequaat in te gaan op de ontwikkelingsbehoeften van hun kind, en om hun vermogen zich aan de veranderende behoeften van hun kind aan te passen.
Je bent echter wel verplicht om hieraan mee te werken. Als je dit niet doet, kan de gezinsvoogd van Jeugdzorg een brief sturen met een aanwijzing die jou verplicht om mee te werken. Indien de zorgen zeer ernstig zijn, kan een kind door de rechter uit huis geplaatst worden.
Klacht indienen jeugdhulp
U stuurt uw klacht naar de klachtencommissie van de jeugdhulpinstelling. Een vertrouwenspersoon kan u hierbij helpen. Neem hiervoor contact op met het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). De vertrouwenspersoon gaat ook mee naar gesprekken als u dit wilt.
kunnen bezwaren tegen aanwijzingen van een jeugdbeschermer melden bij de kinderrechter (ook kinderen vanaf 12 jaar kunnen bezwaren melden bij de kinderrechter) mogen de kinderrechter vragen de OTS eerder te stoppen als de jeugdbeschermer er niet zelf om vraagt (kinderen vanaf 12 jaar mogen dit ook vragen)
4. Hoe lang duurt een traject met een gezinsvoogd? Een gezinsvoogd begeleidt het gezin voor de maximale tijdsduur van een jaar. De Raad voor de Kinderbescherming toetst aan het einde van de OTS of de redenen voor deze maatregel nog aanwezig zijn en de situatie van uw kind weer veilig is.
Bij een OTS behouden beide ouders het ouderlijk gezag. Zij zijn wel verplicht om de aanwijzingen van de gezinsvoogd op te volgen. De gezinsvoogd krijgt zelf geen gezag over het kind waarop hij toeziet.
Als gezinsvoogd verdien je een bruto maandsalaris van ongeveer € 2.720,- exclusief 8 procent vakantietoeslag en een eindejaarsuitkering. Je salaris loopt maximaal op tot €4.095,- per maand. Daarnaast mag je rekenen op een vergoeding voor onregelmatige diensten.
Ook kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten. De wet zegt dat je – als gezaghebbende ouder – onderdak moet geven aan je minderjarige kind (of kinderen), maar niet dat dit per se in je eigen huis hoeft te gebeuren. Op grond daarvan kun je een minderjarig kind de deur wijzen.
Wat doet Veilig Thuis met een melding? Na een melding doet Veilig Thuis het volgende: een hulpverlener die uw gezin al hulp geeft op de hoogte brengen (zoals de huisarts) of het sociale wijkteam. Die helpen uw gezin dan verder.
Zo is één uur voor de meeste veertien- en vijftienjarigen een heel acceptabele tijd en gaan oudere tieners minstens tot twee á drie uur uit (zie tabel). Die tijd wordt doorgaans (47 procent) in overleg met het kind vastgesteld volgens de 'schippermethode': onderhandelen en een beetje water bij de wijn doen.
De ouder zonder gezag heeft geen recht op inzage of afschrift, maar enkel recht op informatie op basis van het dossier. Die informatie mag mondeling en/of op schrift worden verstrekt. Verder mag de ouder zonder gezag geen informatie ontvangen die de ouder met gezag ook niet mag ontvangen.
Denk bijvoorbeeld aan kinderen die getuige zijn van geweld in huis, kinderen die zelf slachtoffer zijn van mishandeling/verwaarlozing of kinderen die afhankelijk zijn van volwassenen, die echter door alcohol- of drugsgebruik, een psychische ziekte of agressie in de huiselijke sfeer niet in staat zijn om voor het kind ...