beminnelijk bijv. naamw. Verbuigingen: beminnelijkerVerbuigingen: beminnelijkst (van personen) aardig in de omgang Voorbeeld: `Mijn beminnelijke buurmeisje groette me vrolijk.
betamelijk, convenabel, deugdelijk, fatsoenlijk, gevoeglijk, juist, naar behoren, opportuun. passend (bn) : convenabel, deugdelijk, fatsoenlijk, naar behoren, netjes, oorbaar.
heeft behoord (volt. deelw.) een eenheid vormen met of een onderdeel uitmaken van. onderdeel uitmaken van wat gebuikelijk is of tot de fatsoensnormen gerekend wordt.
licht schijnen op iets. ("figuurlijk") van een bepaalde kant bekijken. ("fotografie") een bepaalde tijd licht laten vallen op de film om deze op te nemen.
kwalijk = kwalijk bijv. naamw. Uitspraak: [ˈkwalək] 1) ongewenst Voorbeeld: `kwalijke gevolgen hebben`Synoniem: slecht 2) niet zonder bezwaar Voorbeeld: `Je kunt hem kwalijk midden in d...
Aimabel betekent 'vriendelijk, beminnelijk', en dan vooral bedoeld als karaktereigenschap. Iemand die zich af en toe vriendelijk gedraagt, is nog niet per se aimabel. Aimabel komt van het Franse aimable, dat weer teruggaat op het Latijnse amabilis 'beminnelijk, lieflijk', een afleiding van amare 'beminnen, houden van'.
beminnelijk (bn) : aardig, aimabel, goedgunstig, innemend, lief, lieftallig, minzaam, sympathiek, vriendelijk, welwillend.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
minachtend = minachtend bijv. naamw. Uitspraak: [`mɪnɑxtənt] als je laat merken dat je iemand onbelangrijk en waardeloos vindt Voorbeelden: `minachtende opmerkingen maken`, `Hij heeft zich nogal minachtend uitge...
actief bijv. naamw. Uitspraak: [ɑkˈtif] als je bezig bent of veel doet Voorbeelden: `actief deelnemen aan een discussie`, `In deze trein zijn zakkenrollers actief. `Antoniem: passief nog actief zijn (nog niet gepensioneerd zijn; je beroep nog ...
Iemand met veel kennis, en brede interesse, beschaving en smaak.
Accuraat betekent zeer nauwgezet, precies of zorgvuldig. Iemand die accuraat is, wil kwaliteit afleveren en zal kritisch naar zijn of haar product kijken.
Amabel = amabel is een Engelse meisjesnaam. Het betekent `liefelijke, beeldschoon`. Extra info: Uit Oud Engels. Mabel = Mabel is een Engelse meisjesnaam.
Met de strekking, teneur of portee van een geschreven of gesproken tekst wordt in het algemeen een bepaald idee bedoeld dat de spreker of schrijver aan het beoogde publiek probeert duidelijk te maken, hetzij in letterlijke vorm hetzij min of meer impliciet, bijvoorbeeld door middel van stijlfiguren zoals de allusie.
Levenslustig = 1) Blij 2) Blijgeestig 3) Blijmoedig 4) Dartel 5) Energiek 6) Fit 7) Flink 8) Fris 9) Gezond 10) Jorissant 11) Kras 12) Kriel 13) Kwiek 14) Levendig 15) Luchthartig 16) monter 17) Niet neerslachtig 18) Opgetogen 19) Opgewekt ...
naamw. (m.) het verloren gaan Voorbeeld: `De politiek moet ingrijpen als er gevaar of maatschappelijke teloorgang dreigt. `Synoniemen: ondergang, vernietiging Synoniemendebacle neergang ondergang tenondergang val 2 definities op Encyclo (...
Een essentie (Latijn: essentia, van esse, zijn) is filosofisch gezien het wezen van iets, datgene wat kenmerkend is voor deze entiteit, en zonder welke deze entiteit haar identiteit verliest.
Een contrast is het verschil tussen tegenstellingen en overeenkomsten. Bijvoorbeeld tussen licht en donker of tussen twee kleuren, tussen personen, tussen of binnen stukken muziek (juxtapositie). Een hoog contrast duidt op een groot verschil, zwart en wit, dag en nacht.
1) Aanmatigend 2) Aanmatigend mens 3) Aanstellerig 4) Alweterig 5) Arrogant 6) Belerend 7) Betweter 8) Betweterig 9) Dandy 10) Eigenwijs 11) Elitair 12) Fat 13) Frikkerig...
intelligent (bn) : bevattelijk, bijdehand, geleerd, ingenieus, knap, pienter, scherpzinnig, schrander, slim, vernuftig, verstandig, vindingrijk, vlug, wijs. geraffineerd (bn) : arglistig, doorkneed, doortrapt, gehaaid, geslepen, gewiekst, listig, slim, slinks, sluw, subtiel, uitgekiend, uitgekookt.
De dingen ondergaan, lijdzaam toekijken, niet actief reageren en niet de neiging hebben om in actie te komen.