Het gezegde is het zinsdeel dat aangeeft welke handeling centraal staat in een zin. Het geeft aan wie of wat het onderwerp is of doet. Het gezegde bestaat uit minstens één werkwoord, dat soms aangevuld wordt met een naamwoord of met andere werkwoorden.
Het gezegde zegt iets over het onderwerp: wat het onderwerp doet of is. Meestal bestaat het gezegde uit alle werkwoorden in de zin, soms aangevuld met een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord. Voorbeelden: Ik ga op de fiets naar mijn werk.
Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin. Een gezegde bevat, in tegenstelling tot een spreekwoord, vaak geen wijsheid. In een gezegde staat ook geen werkwoord. Hierdoor is een gezegde geen zin, maar een zinsdeel.
Het gezegde (gez.) bestaat altijd uit alle werkwoorden in de zin. De persoonsvorm is een werkwoord, dus die zit altijd in het gezegde. Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt.
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
76 betekenissen bevatten `wie`
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. (=Men pacteert met hen van wie men afhankelijk is.) Een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
Wat is het nut van spreekwoorden en gezegden? Spreekwoorden en gezegden kunnen een taal levendiger maken. Schrijvers zullen dan ook regelmatig figuurlijk taalgebruik in hun boeken zetten. Dit maakt de tekst speelser en minder saai.
In deze databank kunt u van meer dan 5000 spreekwoorden een korte verklaring vinden. Een overzicht van alle verzamelde spreekwoorden ontbreekt. Onlineversie van het historisch belangrijke spreekwoordenboek van F.A. Stoett in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).
Het lijdend voorwerp = wie / wat + onderwerp + gezegde. Als de zin een naamwoordelijk gezegde heeft, dan is er geen lijdend voorwerp. Een zin kan dus alleen een lijdend voorwerp hebben als het een werkwoordelijk gezegde heeft.
Het werkwoordelijk gezegde is de persoonsvorm en alle andere werkwoorden in een zin. Als het werkwoordelijk gezegde uit meer werkwoorden bestaat, is de persoonsvorm altijd een hulpwerkwoord. Als er in de zin maar één werkwoord staat, is de persoonsvorm ook het werkwoordelijk gezegde.
Het lijdend voorwerp is degene die of datgene wat de werking van het werkwoord direct ondergaat. Een andere naam voor het lijdend voorwerp is daarom direct object. In bijvoorbeeld 'Ik koop een fiets' 'ondergaat' een fiets direct de werking van het werkwoord kopen.
Op Woorden.org gebruiken we gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen door elkaar.
Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die bij elkaar horen. De persoonsvorm is dus ook een onderdeel van het gezegde. voorbeeld: Vanmorgen heb ik een glas laten vallen.
Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die bij elkaar horen. Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin en een zinsdeel met een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over het onderwerp.
(het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen.) Dit spreekwoord is o zo waar in het opbouwen van relaties zowel in privé als op het werk. Werkrelaties staan of vallen met vertrouwen.
Frase. (spreekwoord) degene die aan het eind het beste uit de strijd komt is de daadwerkelijke winnaar.
Je kan niet altijd zes gooien; [Nederlands] gezegde. Betekenis: tja, het zit ook niet altijd mee.
Wat je geeft krijg je altijd terug. Wie goed doet goed ontmoet.
Wie a zegt, moet ook b zeggen,
d.i. men moet voortgaan gelijk men begonnen is; of ook: na de eerste schrede kan men niet meer stilstaan; fr.
[idioom] Kop is eraf . Het begin is er, nu de rest nog.
Het is vijf voor twaalf is een gezegde met de volgende betekenis. Commentaar om aan te geven dat er snel maatregelen genomen moeten worden. Anders is het te laat!
Een hond is zelden ziek maar als 'ie ziek is, is hij heel erg ziek. De gewoonte om eigenschappen van dieren in uitdrukkingen en gezegden te verwerken gaat eeuwen terug. Eigenschappen van dieren vinden wij ook terug in onszelf of we willen ermee vergeleken worden of juist niet.
Betekenis: Dat is een absolute waarheid
De uitdrukking voor het eerst voor bij Frederik van Eeden is gevonden in 1898, het is niet duidelijk waarom de koe als metafoor is gekozen. 'Mijn bedoeling is niets anders dan bekende waarheden te herinneren. Waarheden als koeien, of als varkens, of als leeuwen. '