Bij getrapte steekproeven (ook wel multistage sampling of een meertrapssteekproef genoemd) trek je een steekproef uit een populatie, waarna je nog één of meerdere steekproeven trekt (met steeds kleinere eenheden in iedere fase).
Er zijn twee soorten steekproeven: de selecte en de aselecte steekproef. Een aselecte steekproef is gebaseerd op random sampling. Iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef opgenomen te worden. Aselecte steekproeven worden vaak gebruikt bij kwantitatief onderzoek.
Bij een gestratificeerde steekproef zorgt u ervoor dat u uit elk stratum of groep een aantal respondenten haalt. Zo voorkomt u dat een bepaalde groep niet (of onvoldoende) vertegenwoordigd wordt in de resultaten. Deze vorm van steekproef wordt soms ook een gestratificeerde random steekproef genoemd.
Gelaagde of gestratificeerde steekproef
Als de populatie ten aanzien van een bepaald kenmerk in een partitie is verdeeld, dan is de steekproef gelaagd of gestratificeerd als de steekproef wordt gevormd door steekproeven uit ieder van de klassen in de partitie.
Steekproef waarbij elk element uit een populatie op basis van toeval dezelfde kans heeft om in de steekproef te worden opgenomen.
Bij een sneeuwbalsteekproef vraag je aan de al geworven respondenten om voor jou nieuwe respondenten te werven. Deze methode kun je goed inzetten als je onderzoek doet naar lastig bereikbare onderzoeksgroepen.
Twee steekproeven zijn onafhankelijk, als de uitkomsten in de ene steekproef die in de andere steekproef op geen enkele wijze beïnvloeden.
Een aselecte steekproef (probability sampling) is een steekproefmethode waarbij je willekeurig een steekproef selecteert. Deze methode wordt ook wel de kanssteekproef, willekeurige selectie of random sampling genoemd.
Meestal krijgt u sneller en goedkoper reacties bij een selecte steekproef dan bij een aselecte steekproef. De leden van de steekproef zijn tenslotte gemotiveerder om deel te nemen dan mensen met wie u willekeurig contact opneemt.
Een steekproef is een homogene verzameling van eenheden (personen, objecten of situaties) die een of meerdere eigenschappen gemeen hebben waarop het onderzoek zich richt. Dit kan bijvoorbeeld een groep zijn vanorganisaties, mensen, dieren of voorwerpen, vaak geselecteerd op bepaald kenmerken.
methode waarbij onderzoekers een steekproef samenstellen van individuen die een populatie vertegenwoordigen. Onderzoekers kiezen deze personen op basis van specifieke eigenschappen of kwaliteiten. Zij beslissen en creëren quota zodat de marktonderzoekssteekproeven nuttig kunnen zijn bij het verzamelen van gegevens.
Een enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sampling) is een willekeurig gekozen subset van een populatie. Bij deze steekproefmethode heeft ieder lid van de populatie een gelijke kans om geselecteerd te worden en in de steekproef te worden opgenomen.
Een doelgerichte steekproef vereist dat onderzoekers vooraf kennis hebben van het doel van hun onderzoek, zodat zij de in aanmerking komende deelnemers nauwkeurig kunnen kiezen en benaderen. Dit wordt verzameld volgens de vereisten van de test, de enquête of het onderzoek waarvoor het zal worden gebruikt.
Bij een toevallige steekproef selecteer je een plek waar veel mensen aanwezig zijn en deze neem je dan als onderzoeksgroep. Dit kan bijvoorbeeld op een zaterdag in een drukbezocht winkelgebied. Op dat moment zijn er veel mensen aanwezig en kan je voorbijgangers als onderzoeksgroep nemen.
Vergelijkbaarheid: een steekproef is representatief als de elementen in de steekproef vergelijkbaar zijn met de elementen in de populatie. Dit betekent bijvoorbeeld dat een steekproef van alleen vrouwen waarschijnlijk niet representatief zal zijn voor een populatie waar zowel mannen als vrouwen in voorkomen.
Theoretische steekproef: een term die vaak gebruikt wordt binnen de geaarde theorie. Deze term verwijst naar een doelgerichte steekproef die gekozen is op basis van theoretische overwegingen.
Het grootste verschil is dat je bij een selecte steekproef zelf de deelnemers kiest en bij een aselecte steekproef niet. Het kan zijn dat je alleen een bepaalde leeftijdsgroep wilt onderzoeken. Je onderzoekt bijvoorbeeld alleen de mening van 50-plussers over de publieke ruimte in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam.
Veel cases worden niet op inhoudelijke criteria geselecteerd. Zeker in kleinschalig thesisonderzoek maar ook in academisch onderzoek worden cases vaak gekozen op basis van pragmatische gronden. Men noemt dit dan een pragmatische steekproef of in het Engels convenience sampling.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
1.2 Systematische enkelvoudige aselecte steekproef
Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand.
Aselect of willekeurig is een begrip in de wiskunde, meer specifiek de statistiek, met de betekenis: 'volkomen bepaald door het toeval'. Het houdt in dat bij trekking van een element uit een populatie, zoals een aantal getallen of personen, ieder element in die populatie evenveel kans maakt te worden getrokken.
Gepaarde steekproeven zijn afhankelijk van elkaar. Voorbeeld: Paired samples t-test Je meet de lengte van dezelfde personen in 2015 en 2018. Deze waarden zijn afhankelijk van elkaar (omdat je dezelfde persoon meet), en daarom gebruik je een paired samples t-test.
Bij steekproeven gebruiken we n – 1 in de formule, omdat het gebruik van n een vertekende schatting zou geven, waarbij de spreiding wordt onderschat. De steekproefvariantie is normaal gesproken lager dan de werkelijke populatievariantie.
In een telling worden gegevens over alle individuele eenheden (bv. personen of huishoudens) verzameld in de populatie. In een enquête worden er alleen gegevens verzameld voor een onderdeel van de bevolking; dit deel wordt een steekproef genoemd.
Hoeveel interviews zijn er nodig om een goed beeld te krijgen? Bij kwalitatief marktonderzoek zijn steekproeven van 12, 15 of 20 respondenten gebruikelijk. Grotere steekproeven zijn een uitzondering. Die kleine steekproeven wekken meestal verbazing.