Wat is een gezonde verhouding? Voor vrouwen wordt een middelomtrek tussen 68 en 80 cm als gezond gezien. Voor mannen is dit tussen de 79 en 94 cm. De verhouding tussen je taille-omtrek en heupomtrek zegt iets over de verdeling van het vetweefsel over je lichaam.
Als je heupomvang bijvoorbeeld 104 cm is en je tailleomtrek is minder dan 78 cm (78 is 75% van 104) dan heb je een smalle taille.
Stel de juiste plek van de taille vast door opzij te buigen terwijl je op dezelfde plek blijft staan. De plek waar je taille knikt, is de hoogte waarop je de tailleomvang meet. Dit is de smalste plek van het bovenlijf tussen het middenrif en de navel. (Over het algemeen 1-3 centimeter boven de navel.)
bij vrouwen: 88 cm of meer. bij mannen: 102 cm of meer.
Dat zal ongeveer ter hoogte van je navel en elleboog zijn. Maar je kunt ook naar links of rechts overhellen (zie plaatje). Daar waar je lichaam een knik maakt zit je taille.
Een gezonde middelomtrek voor mannen ligt tussen de 79 en 94 centimeter en voor vrouwen tussen de 68 en 80 centimeter. Zelfs als je slank bent, kun je te veel visceraal vet hebben. Hoeveel je hebt is gedeeltelijk genetisch bepaald, maar hangt ook af van je leefstijl en hoe actief je bent af.
Je core en dus je buikspieren hoef je echt niet te trainen om vet te verbranden rond je taille. Daarvoor kan je beter gezond eten en meer wandelen. Maar door krachtoefeningen te doen voor je core, maak je je buikspieren wel sterker en krijgen ze een hogere “tonus” of spierspanning.
Om een smallere taille te krijgen zul je moeten afvallen, en dat lukt niet door alleen maar te gaan sporten. Je zult een gezond dieet moeten volgen en minder calorieën moeten eten om echt resultaat te gaan zien. Dit vergt discipline en doorzettingsvermogen.
Zo krijg je je taille terug:
Door extra te bewegen en meer aan krachttraining te doen, schroef je je energieverbranding op. En met krachttraining maak je je spieren groter en sterker, waardoor je gedurende de dag meer calorieën verbrandt – ook 's nachts als je slaapt.
De middelomtrek vult de BMI-waarden goed aan. Hij drukt uit hoeveel vet er in je buikholte is opgehoopt. Heb je té veel vet op buikhoogte? Dan loop je gezondheidsrisico's: meer kans op hart- en vaatziektes, hoog cholesterolgehalte en dito bloeddruk en diabetes.
Je meet je middelomtrek zo:
Ga rechtop staan. Meet op je blote huid tussen je onderste rib (A) en de bovenkant van je bekken (B). Houd het meetlint niet te strak, adem uit en lees je middelomtrek af.
Hoe kun je zelf je BMI berekenen? Je kunt je BMI zelf uitrekenen door je gewicht in kilo's te delen door het kwadraat van je lichaamslengte in meters. Als je bijvoorbeeld 65 kilo weegt en je bent 1,70 meter lang, dan bereken je je BMI als volgt: 65 kilo / (1,70 x 1,70 meter) = 22,5.
In het voorbeeld zijn de blauwe strepen met cijfers de centimeters. Deze liniaal is 10 cm lang. De zwarte, kleine streepjes daartussen zijn millimeters. Tussen twee centimeter zit 10 millimeter.
Om één kledingmaat te verliezen, zou je ongeveer vier kilo aan vet moeten kwijtraken. Voor zij die liever in calorieën dan in kilo's tellen: vermenigvuldig dat getal gewoon met 7000 (ja, om een kilo aan vet te verliezen moet je gemiddeld zo'n 7000 kcal verbranden).
Het is belangrijk dat je altijd dezelfde omstandigheden kunt organiseren op het tijdstip dat je kiest om te meten. Bijvoorbeeld elke maandagochtend om 06:30 uur na het toiletbezoek en voordat je iets hebt gegeten of gedronken. Als je jezelf wilt wegen, kun je dit het beste zonder kleding aan doen.
Om je resultaten goed bij te houden is het belangrijk om een vast weegmoment te kiezen. Doe dit bijvoorbeeld iedere maandagochtend. Je gewicht schommelt namelijk altijd wel een beetje, door iedere keer ongeveer op hetzelfde tijdstip te wegen en je maten op te meten, meet je als het ware het nauwkeurigst.