De doorsnede tekening is een tekening van een object alsof, je raadt het al, je het doormidden gesneden hebt. In de bouw wordt de doorsnede gezien als een profieltekening van een gebouw. Hieruit kunnen dan de delen aan de binnenkant van het gebouw worden gehaald.
De doorsnede van twee geometrische figuren is de verzameling punten die ze gemeen hebben. De wiskunde behandelt de doorsnede in brede theoretische zin. In praktische zin wordt een doorsnede van een driedimensionaal voorwerp gedefinieerd als de figuur die ontstaat door het voorwerp met een plat vlak te doorsnijden.
Op een doorsnede tekening wordt een woning als het ware doormidden gesneden. Hierdoor kan een aannemer, constructeur of gemeenteambtenaar goed zien hoe de binnenkant van een woning er uit ziet. Op een doorsnede vind je informatie voer de fundering, vloerdiktes en kamerindeling.
een lijnstuk tussen twee punten van een cirkel en dat door het middelpunt van deze cirkel gaat. de lengte van dit lijnstuk, ook wel diameter of (in de volksmond) doorsnee (doorsnede) genoemd.
Men onderscheidt bij de verticale doorsnede de doorsnede over de lengte en over de breedte, resp.langsdoorsnede en dwarsdoorsnede.
In technische taal verwijst alleen diameter naar de dikte van bijvoorbeeld een draad of buis. Een doorsnede (of doorsnee) is het snijvlak dat ontstaat als een voorwerp recht wordt doorgesneden.
Het snijvlak waar je het ruimtelijk figuur doorsnijdt, noemen we de doorsnede. Deze doorsnedes gebruiken we vaak in de wetenschap, bijvoorbeeld om te zien hoe oud een boom is of om te onderzoeken hoe de binnenkant een bepaald gesteente eruit ziet. Voorwerpen kunnen op verschillende plaatsen doorsneden hebben.
Om een doorsnede aan te maken, klikt u met de rechtermuisknop op een willekeurige plaat in het 3D-model van de verbinding, en selecteert u Maak snede (Create section). De doorsnede wordt onmiddellijk aangemaakt. Als je de grootte van de doorsnede zelf wilt veranderen, klik dan op de gele rand en versleep de pijlen.
We zeggen, vooral bij een langwerpig figuur, doorsnede ook voor de oppervlakte van die figuur bij een doorsnijding loodrecht op de lengterichting. Ze wordt aangeduid met het symbool Ø. Het woord doorsnede wordt ook gebruikt om de diameter van een cirkel aan te duiden.
Als je het langste deel door snijdt, maak je een lengtedoorsnede. Snij je het kortste deel door, dan maak je een dwarsdoorsnede. Bedenk wel dat je bij een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede alleen datgene mag tekenen dat 'door het denkbeeldige mes is aangeraakt" om de doorsnede te maken.
Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details; het gaat alleen om de hoofdlijnen en het benoemen van de belangrijkste onderdelen van het voorwerp dat je bekijkt.
Een iets dikkere lijn over de buitenste omtrek van een voorwerp op de voorgrond geeft al een behoorlijk diepte-effect, zoals je hierboven kunt zien. Ook door de kleur van lijnen kun je diepte in je tekening krijgen. Gebruik bij voorkeur een donkerdere kleur voor de voorgrond, een lichtere voor de achtergrond.
1) Diameter 2) Doormeter 3) Inkeping 4) Kaliber 5) Meetkundige lijn 6) Meetkundige term 7) Middellijn 8) Modulus 9) Normaal 10) Profiel 11) Rechte lijn in een cirkel 12) ...
Stel je de draad voor als een hele langgerekte cilinder. Als je de cilinder door zou snijden zou het snijvlak de vorm van een cirkel hebben. Het oppervlak van deze cirkel is de 'draaddoorsnede', symbool A. De grootte van dit oppervlak bereken je met A = π·r2 mer r de straal (helft van de draaddikte).
Berekenen met de omtrek
De omtrek van een cirkel is de straal x Pi. Pi is afgerond 3.14. De diameter van de cirkel is dan omtrek gedeeld door diameter. Bereken dus de diameter door de omtrek van de cirkel te delen door pi.
De diameter van een figuur is zijn grootste breedte. Dat is de afstand tussen twee punten van de figuur die het verst van elkaar liggen.
De diameter is gelijk aan twee keer de straal. Je kunt wat dat betreft ook de doorsnede van de cirkel meten om tot de diameter te komen. Je kunt de diameter berekenen door de straal te vermenigvuldigen met twee, wat gemakkelijk werkt wanneer je die al weet.
In de kubus zie je een groen vlak, dit is een doorsnede van de kubus. De doorsneden gaat door de punten P, Q en R. - Als je in de buurt van de kubus klikt en sleept kan de de kubus draaien om deze van een andere kant te kunnen zien.
De vlakke figuur die je krijgt als je een lichaam doorsnijdt heet doorsnede. De randen van een doorsnede liggen altijd in de zijvlakken van de ruimtefiguur. Een doorsnede van een ruimtefiguur is een vlakke figuur die je krijgt als je een ruimtefiguur doorsnijdt.
De korte zijde van een rechthoek wordt de breedte genoemd. De oppervlakte van een vlak figuur bereken je door de lengte met de breedte te vermenigvuldigen. Een schaalverdeling geeft de verhoudingen van de afmeting van een figuur en de werkelijkheid weer.
Tweedimensionaal, 2D of planair is een meetkundige omgeving die beschreven wordt met twee parameters: de lengte en breedte. Voorbeelden van tweedimensionale dingen zijn in de meetkunde een vierkant, een cirkel of een afbeelding, zoals een foto of een tekening.
Je gebruikt daarbij de volgende formule: diameter = omtrek / pi. Deze formule kan je ook gebruiken om de omtrek te berekenen. Als je weet wat de diameter is, gebruik je de formule: diameter * pi = omtrek. Soms wordt de formule ook anders gebruikt: omtrek = pi * 2 straal.