Cirkelredenering (begging the question) Voorbeeld: Cirkelredenering Jesse geeft aan dat Lotte erg vriendelijk is, omdat ze heel aardig is. Dit is een cirkelredenering, omdat het standpunt “Lotte is erg vriendelijk” gelijk is aan het argument voor dat standpunt “ze is heel aardig”.
Een drogredenering is volgens Van Dale “een valse, bedrieglijke redenering”. Het gaat over fouten in een argumentatie. In een wetenschappelijk discours mogen die uiteraard niet voorkomen.
Een overhaaste generalisatie, ook bekend als de "wet van de kleine aantallen" (de tegenhanger van de "wet van de grote aantallen"), "secundum quid" of "overgeneralisatie", is een drogreden waarbij een standpunt wordt beargumenteerd op basis van te weinig en niet-representatieve gegevens.
Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.
Een drogreden, schijnreden of sofisme is een reden of redenering die niet correct is, maar wel aannemelijk lijkt. Wanneer een Bewys de gedaante van Waarheid met zich brengt en evenwel ons doet dwaalen, is 't een Drogreden.
Bij een vals dilemma doet een spreker of schrijver alsof er twee opties zijn waartussen iemand moet kiezen, terwijl er in feite ook een onbesproken derde of zelfs vierde optie is. Dit noemt men ook wel zwart-witdenken. Voorbeeld: “Als je niet voor Geert Wilders bent, dan ben je voor GroenLinks.”
We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende. Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar. Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
fallacy = denkfout, misvatting; intentional < Lat. intentio = bedoeling. Term afkomstig van de New Critics (New Criticism) – speciaal in de jaren 1950 in gebruik gekomen – waarmee het bedrieglijke van de auteursintentie als hulpmiddel bij het interpreteren en evalueren van literaire teksten wordt aangeduid.
Reden, verklaring, argument
Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden.
Standpunt met geheel van bijbehorende argumenten dat het standpunt ondersteunt (argumenten) of ontkracht (tegenargumenten). Een tegenargument is een uitspraak waarmee een schrijver of spreker een standpunt ontkracht. Een uitspraak waarmee een schrijver of spreker een argument ontkracht.
Het vertekenen van een standpunt
Bij het vertekenen van het standpunt wordt het standpunt of een argument van de tegenstander onjuist weergegeven. De tegenstander wordt dan een standpunt of argument in de mond gelegd dat hij niet heeft ingenomen. Dat is dan meestal een uitspraak die niet zo makkelijk te verdedigen is.
Maak daarbij gebruik van de volgende literaire argumenten: structurele, realistische, vernieuwingsargumenten, morele, emotivistische, inten- tionele en stilistische argumenten.
Stromanredenering: redenering waarbij je het argument van de ander verkeerd weergeeft om het gemakkelijker te kunnen aanvallen.
Argumentum ad baculum (Latijn: 'argument van de stok') is een drogreden waarbij de tegenpartij onder druk wordt gezet door zinspeling op de negatieve gevolgen als de spreker zijn zin niet krijgt.
Om je lezer of luisteraar te overtuigen, is het belangrijk dat je argumenten geeft die interessant voor diegene zijn. Het gaat niet om wat jij wilt vertellen, maar om wat de ander moet weten om overtuigd te raken.
Een redenering heeft twee onderdelen, bewering en rechtvaardiging, die onderling samen horen te hangen. De manier en de gelaagdheid waarmee de beide onderdelen met elkaar samenhangen bepaalt het soort redenering.