Personen met een cerebrale visuele stoornis hebben een afwijkende visuele waarneming, die niet door een oogprobleem of ontwikkelingsstoornis te verklaren is. Het zijn de hersenen die de visuele informatie niet goed of anders verwerken.
Aandoeningen met een verminderde visus of gezichtsscherpte. Het betreft bijvoorbeeld aandoeningen van de oogzenuw, hoge myopie of bijziendheid. Er zijn verschillende gradaties mogelijk.
CVI is de afkorting van Cerebral Visual Impairment. Engels voor cerebrale visusstoornissen. In gewoon Nederlands zijn het stoornissen in het zien, die voortkomen uit een hersenaandoening of hersenletsel voorbij de plaats waar de oogzenuwen elkaar kruisen (chiasma opticum).
Oorzaken/Risicofactoren
De belangrijkste zijn: -Aandoeningen van het oog (hoge refractieafwijkingen, strabismus, amblyopie, aangeboren of vroegtijdig cataract, keratoconus, glaucoom, opticusatrofie). -CVI: stoornis in de cerebrale verwerking van de visuele signalen.
Problemen met het zien van details. Problemen met het herkennen van gezichten, gezichtsuitdrukkingen en voorwerpen. Problemen met het herkennen van symbolen, vormen, cijfers en letters. Moeite om iemand te herkennen in een menigte of een voorwerp te vinden tussen een heleboel voorwerpen.
Kenmerken van CVI
Stoornissen bij mensen met CVI variëren: wisselen van gezichtsscherpte, gestoorde oogbewegingen, verminderd details zien, niet herkennen van objecten of gezichten, moeite hebben met oriënteren en uitval van het gezichtsveld.
Een zwaar slechtziende persoon heeft een gezichtsscherpte van 3/10 (drie tienden) of minder, zelfs met een bril of lenzen. Als iemand met goede ogen een stoel al op tien meter afstand ziet, dan ziet de slechtziende persoon die stoel pas op 3 meter of minder.
Aard klachten: minder of wazig zien, veraf of dichtbij; roodheid, pijn, fotofobie, branderigheid, jeuk of tranen of vermoeidheid van het oog, hoofdpijn. Snelheid ontstaan, beloop. Eén-of tweezijdigheid. Dubbelzien (mono- of binoculair), lichtflitsen, mouches volantes, scotomen, beeldvervorming.
Wanneer men een visus heeft van minder dan 0,3 – of een gezichtsveld dat kleiner is dan 30 graden – spreekt men van slechtziendheid. Wanneer de visus minder is dan 0,05 – of het gezichtsveld kleiner is dan 10 graden – noemen we iemand blind.
Cerebrale parese (CP) is een houding- en bewegingsstoornis die veroorzaakt wordt door een beschadiging van de hersenen. Die beschadiging ontstaat voor of tijdens de geboorte of in het eerste levensjaar. Bij mensen met CP functioneert een deel van de hersenen niet of anders.
Wat is CVI
Iemand heeft CVI als het slechte zien ontstaat door een hersenbeschadiging of een aangeboren afwijking van de hersenen. Bij CVI kunnen de hersenen visuele informatie niet helemaal goed verwerken.
Er bestaan visuele beperkingen (blind, slechtziend en kleurenblind), auditieve beperkingen (doof en slechthorend), cognitieve beperkingen (bijvoorbeeld dyslexie, concentratieproblemen en verstandelijke handicaps), fysieke beperkingen (bijvoorbeeld amputaties of reuma) en spraakbeperkingen (bijvoorbeeld stotteren of ...
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden. U kunt dan het beste naar uw oogarts voor advies.
Hun gezichtsveld is dus beperkt, vaak te veel om nog te mogen autorijden. Maculadegeneratie: in het geval van maculadegeneratie is juist het midden van het zicht beperkt. Je kunt je voorstellen dat je daarmee niet veilig achter het stuur kan zitten. Nystagmus: nystagmus wordt ook wel wiebeloog genoemd.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Vitamine B (vooral vitamine B1, B2, B6, B12 en foliumzuur) helpen oogziekten voorkomen. Ook ondersteunt vitamine B de werking van de oogspieren. Een tekort aan vitamine B kan zorgen voor gevoeligheid voor licht, oogontsteking en in het ergste geval een verhoogd risico op verlamming van de oogspieren.
De oogdruk is opeens heel hoog. Dit geeft heftige klachten, zoals hoofdpijn, misselijkheid en braken, een rood en pijnlijk oog en wazig zien.
Deze oogdruppels brengen snel verlichting bij droge of jeukende ogen. Je kunt je ogen hiermee zo vaak druppelen als je wilt. Doorgaans zijn drie druppels voldoende.
Mensen die sterk bijziend zijn (een sterkte van -6 of meer), hebben daardoor op latere leeftijd een verhoogd risico op complicaties zoals maculadegeneratie, glaucoom of staar. Dit zijn oogziekten waarbij het gezichtsvermogen sterk achteruitgaat. Sommige patiënten worden zelfs helemaal blind.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
Verlies van perifeer zicht – u ziet niets aan een kant of boven/onder ooghoogte. Het centrale gezichtsvermogen blijft intact. Nevelig zicht – uw gezichtsveld lijkt bedekt te zijn met een laagje folie. Wazig zicht – objecten van dichtbij en veraf zijn onscherp.
Wat is chronisch veneuze insufficiëntie (CVI)?
Wanneer de aderen dat niet meer goed doen, spreekt men van veneuze insufficiëntie. Meestal zijn spataderen (abnormaal verwijde aderen) de oorzaak. De spataderen kunnen in de loop van het leven ontstaan door aanleg in de familie, zwangerschappen en / of een trombosebeen.