Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De vloed komt hoger dan gemiddeld en de eb is lager dan gemiddeld.
Bijzonder hoge vloed door samenwerking van de aantrekkingskracht van zon en maan (daags na nieuwe en volle maan).
PROGRAMMA SPRINGTIJ FORUM 2022. Het versnellen van de duurzame transitie in Nederland. Dat is de missie van Springtij. We willen mensen informeren, confronteren en inspireren om zelf in actie te komen en te kiezen voor verandering.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken.
Maar hoe vaak komt het voor? Springtij komt twee keer per maand voor als de zon en de maan op één lijn staan. De regel is dat springtij optreedt bij nieuwe maan en bij volle maan.
Als de zon en de maan als het ware in elkaar's verlengde staan ten opzichte van de aarde, dan bundelen zij hun krachten en trekken meer water aan. Dit noemen we springtij. Het niveau van het water is dan bij hoogwater hoger en bij laagwater lager. De maan en de zon kunnen elkaar ook tegenwerken.
De wind kan het water langs de kust nog hoger opstuwen en wanneer het boven bepaalde hoogtes komt, is sprake van stormvloed. Valt de storm ook nog samen met springtij, dan komt het water nog hoger. Dit noemt men springvloed. Doodtij is het tegenovergestelde van springvloed.
Doodtij is het tegenovergestelde van springtij. Het moment dat opkomend water overgaat in afgaand water, of omgekeerd, en waarbij de stroomsnelheid enige tijd minimaal is, heet de kentering (zie getijde), en heeft niets met doodtij te maken.
Springtij. De zon en de maan bepalen het astronomisch getij. De maan staat het dichtst bij de aarde en oefent de grootste aantrekkingskracht uit op het water. Als zon en maan met de aarde op één lijn staan, is de aantrekkingskracht maximaal en spreekt men van springtij.
Springtij treedt ongeveer eens in de 14 dagen op. Het volgt ongeveer 48 uur na volle maan en na nieuwe maan. De getijdenstroom is tijdens springtij sterker zijn dan gemiddeld. Het tegenovergestelde van springtij is doodtij.
Reacties. Het getij zoals het in Nederland wordt waargenomen wordt vooral veroorzaakt door de invloed van maan en zon op het water van de Zuidelijke IJszee, de enige plek op aarde waar de vloedgolf niet wordt gedempt door een landmassa. Daarom treedt springtij in Nederland 2 tot 2½ dag na volle maan op.
De hele periode van rijzend water, dus meteen vanaf het moment van laagwater, heet vloed. Het tijdsverschil tussen het begin van de ene vloed en het begin van de daaropvolgende vloed is gemiddeld 12 uur en 25 minuten.
Een stormvloed is het opstuwen van zeewater door stormwinden. Er is sprake van een stormvloed als een vloed het zogenaamde grenspeil heeft bereikt of overschreden. De hoogte van het grenspeil wordt bepaald door de frequentie van gemiddeld eens in de twee jaar.
Is een combinatie van stormwind en hoog tij. De stormvloed is extra groot bij springtij. Dan is het verschil tussen laag en hoog tij extra groot en komt het water hoger dan normaal.
Springtij is vooral gevaarlijk in combinatie met een langdurige noordwesterstorm. Dan wordt het water extra fel landinwaarts geblazen en is er gevaar voor watersnood, zoals bijvoorbeeld op 1 februari 1953.
Zodra de zon en de maan ten opzichte van de aarde in elkaars verlengde staan, worden hun krachten gebundeld en trekken zij meer water aan. Dit gebeurt tijdens volle maan en nieuwe maan. Dit noemen wij springtij.
Doordat de aarde in 24 uur één maal om haar as draait, is het per etmaal tweemaal hoog water en ook tweemaal laag water. De aarde draait als het ware onder de twee vloedbergen door. Doordat de maan in ongeveer een maand om de aarde draait, is de maan in dat ene etmaal ook een stukje opgeschoven.
Een ring van licht rond de zon of de maan noemt men een halo. Dit verschijnsel komt voor wanneer zon- of maanlicht wordt gebroken door ijskristallen. Dit verschijnsel wijst er dus op dat er hoge bewolking aanwezig is (cirruswolken).
Het getij ontstaat door aantrekkingskracht van hemellichamen (zon en maan) zo ontstaat hoog en laag water, eb en vloed. De hoogte van het getij wordt gemeten naar N.A.P. Dit is een nulpunt afgeleid van het gemiddelde vloed-niveau van het IJ in de 17e eeuw in Amsterdam.
De Maan staat om 22:30 uur in het hoogste punt aan de hemel, op een hoogte van 12.2° boven de zuidelijke horizon. Let op: tussen ongeveer 06:24 en 20:50 uur is het licht, en tussen 06:59 en 20:16 uur staat de Zon boven de horizon.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.
De grote, donkere vlekken op de maan, die zelfs met het blote oog al te zien zijn (ze vormen samen het bekende 'mannetje in de maan'), zijn in feite kolossale inslagbekkens die geheel of gedeeltelijk zijn volgelopen met inmiddels gestolde lava.
Het op open zee gewoonlijk slechts geringe verschil tussen eb en vloed wordt groter, wanneer de watermassa's bijvoorbeeld door zee-engten geduwd worden. In de Middellandse Zee zijn er nauwelijks merkbare getijverschillen, omdat het een door landmassa's omsloten water is.