Sociale cohesie duidt op de samenhang in een maatschappij. Naast onderzoek naar sociale ongelijkheid en identiteit is de vraag hoe samenlevingen bij elkaar blijven een van de kernvragen in de sociologie. Er zijn vele antwoorden gegeven op de vraag wat een samenleving bij elkaar houdt.
Met het woord sociale cohesie bedoelt men de mate van samenhang en verbondenheid binnen een bepaalde groep mensen.
Sociale cohesie telt daarin drie componenten (Bolt & Torrance, 2005). Sociale participatie (deelnemen aan de samenleving/gedrag), gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie/verbondenheid met een gemeenschap (beleving). Sociale cohesie richt zich op verschillende schaalniveaus.
Sociale cohesie wordt doorgaans geoperationaliseerd door te vragen naar vertrouwen (bijvoorbeeld: 'Bent u van mening dat mensen in het algemeen te vertrouwen zijn? ') of door allerlei vormen van partici- patie te meten.
In de hoofdstuk 3 worden de vijf dimensies van sociale cohesie gepre- senteerd: (3.1) Gelijkheid (3.2) Veiligheid (3.3) Sociaal contact (3.4) Leefomgeving en (3.5) Betrokkenheid en vertrouwen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het belang van het schaalniveau benadrukt in vraagstukken rond sociale cohesie.
Het begrip sociale inclusie valt vaak als het gaat om de zogenaamde achtergestelde groepen, zoals ouderen, migranten, mensen met een lage sociaal economische status (SES), risicojongeren of laagopgeleiden. Het duidt op een gelijkwaardig en volwaardig burgerschap voor iedereen.
De 23 kernconcepten zijn geen losse begrippen maar ze zijn te koppelen aan vier hoofd concepten, te weten vorming, verhouding, binding en verandering .
Formele en informele inzet in de wijk Steeds belangrijker in de wijk is de actieve inzet van bewoners, waarbij zij zich samen inzetten voor een leefbare en welkome wijk. Denk daarbij aan burgerinitiatieven, bijvoorbeeld gericht op ontmoeting en talentontplooiing, of verschillende wijkvoorzieningen in zelfbeheer.
Sociaal kapitaal gaat onder andere over het maatschappelijk vertrouwen van mensen, en hun sociale relaties. Dat is belangrijk voor je levensgeluk; zo hangt een goed sociaal netwerk samen met meer tevredenheid en een grotere gezondheid.
Wat is maatschappelijke betrokkenheid? Maatschappelijke betrokkenheid is zinvol betrokken zijn bij de maatschappij waarin je leeft. Je hebt kennis over de behoefte van de maatschappij, je hebt hierin interesse en handelt waar mogelijk maatschappelijk betrokken, zonder persoonlijk winstbejag.
Mensen met psychiatrische problemen of verstandelijke beperkingen willen net als andere burgers 'erbij horen' en zoveel mogelijk meedoen in de maatschappij. Dit 'erbij horen en meedoen' noemen we ook wel sociale inclusie.
De samenhang tussen mensen in een gemeenschap, de sociale relaties tussen mensen.
Sociale veiligheid gaat over het bevorderen van sociaal gedrag door bijvoorbeeld gedragsregels op school en het tegengaan van grensoverschrijdend en ongewenst gedrag. Voorbeelden zijn: pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme, (homo)seksuele intimidatie, radicalisering en extremisme.
Sociale controle heeft een functie bij het handhaven van de binding in de samenleving: mensen halen andere mensen over zich op een bepaalde manier te gedragen. De manieren waarop mensen anderen ertoe brengen of dwingen zich aan de normen of regels te houden, zijn vormen van sociale controle.
Informele sociale controle: sociale controle tussen mensen onderling, in hun alledaagse leefomgeving. Formele sociale controle: sociale controle door mensen die op grond van regels die controle als speciale taak toebedeeld hebben gekregen.
Mensen die van invloed zijn op het socialisatieproces. Bijvoorbeeld: Familie en vrienden, maar ook organisaties, media en de overheid zijn socialiserende instituties.
Naast cultureel kapitaal benoemde hij nog economisch kapitaal en sociaal kapitaal. Economisch kapitaal is geld of direct inwisselbaar tot geld en bestaat ook in geïnstitutionaliseerde vorm zoals eigendomsrechten.
Bourdieu onderscheid drie soorten kapitaal; economisch, cultureel en sociaal kapitaal.
Onder sociale uitsluiting wordt verstaan dat er sprake is van een achterstand op twee of meer van de volgende vier terreinen: participatie, financieel/materieel, toegang tot sociale grondrechten en instituties, en normatieve integratie.
Iets kleins als een discoavond voor jongeren organiseren (in de zomermaanden, toen dat mocht, red.), kan daarnaast ook veel positieve impact hebben. Het brengt groepen jongeren bij elkaar die voorheen geen contact met elkaar hadden en daar kunnen nieuwe sociale contacten en initiatieven uit voortvloeien.
De Sociale kaart levert een bijdrage aan de eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers en biedt ondersteuning in het werkproces van professionals in de frontoffice en sociale (wijk)teams van gemeenten. Wij noemen dat meedoen mogelijk maken.
Het begrip leefbaarheid gaat over de aantrekkelijkheid van een gebied of gemeenschap om er te wonen, leven, sporten, elkaar te ontmoeten, te spelen, elkaar hulp te vragen en meer. De term lijkt een containerbegrip voor allerlei kwaliteitskenmerken van een leefomgeving en is daarmee diffuus en multidimensionaal.
Conflict-paradigma
De conflicten gaan over dat de ene groep meer macht heeft dan de andere en dat wordt gezien als ongelijk. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld criminaliteit: een conflict waarbij een arme groep op illegale wijze probeert te verkrijgen wat een rijke machtige groep voor zichzelf heeft geclaimd.
1.3 Identiteit
Binnen het hoofdconcept vorming is, naast socialisatie, ook identiteit een belangrijk kernconcept. Identiteit is het beeld dat je hebt van jezelf en dat je uitdraagt naar anderen. Het vormt zich onder invloed van een heleboel factoren.