Overlevingskans blaaskankerVan alle mensen met een oppervlakkige blaaskanker leeft meer dan 90 procent na 5 jaar nog. Bij spier-invasieve blaaskanker ligt dat aantal op 37 procent. De overlevingskansen zijn onder meer afhankelijk van hoe ver de kanker zich al heeft ontwikkeld op het moment van de diagnose.
Uitwendige bestraling kan: pijn door de blaaskanker verminderen. pijn van uitzaaiingen verminderen. Blaaskanker zaait meestal uit naar de lymfeklieren, longen, lever en botten.
Een tumor die tot in die spierlaag doordringt wordt spierinvasieve blaaskanker genoemd. Bij spierinvasieve blaastumoren wordt de kans groter dat er kankercellen losraken die zich vervolgens in het lichaam verspreiden (uitzaaien).
Patiënten met oppervlakkige blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving. Meer dan de helft van deze patiënten is 5 jaar na de diagnose overleden aan blaaskanker.
3.2 Wat is blaaskanker
Van alle nieuwe patiënten overleeft 65-75% de ziekte. Bij ongeveer 90% van alle blaastumoren gaat het om een urotheelcelcarcinoom, genoemd naar het type weefsel van waaruit ze zijn ontstaan, het urotheel.
In totaal is na 5 jaar nog 57% van de mensen met blaaskanker in leven.De 10-jaarsoverleving is 46%. Mensen met oppervlakkige blaaskanker hebben meestal meer kans op genezing dan mensen met een spierinvasieve blaaskanker.
Het aantal patiënten dat overlijdt aan alvleesklierkanker is groot en overtreft naar verwachting over ruim tien jaar de sterfte aan darmkanker of borstkanker. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie.
Bij een oppervlakkige blaaskanker leeft meer dan 90 procent van de patiënten nog na 5 jaar.Bij patiënten met een spier-invasieve tumor is dat 37 procent.
Meestal is blaaskanker 'oppervlakkig'. Dat betekent dat de tumor in het slijmvlies van de blaas zit, maar niet is doorgegroeid in de spierwand van de blaas. We noemen dit niet-spierinvasieve blaaskanker. Als een blaastumor wél is doorgegroeid in de spierwand van de blaas noemen we dit spierinvasieve blaaskanker.
Tumoren van de blaas kunnen goedaardig zijn, maar zijn meestal kwaadaardig.
Klachten bij blaaskanker
Bloed plassen. Vaak moeten plassen. Pijn of branderig gevoel bij het plassen. Pijn in de onderbuik.
Blaaskanker begint wanneer cellen in de urineblaas ongecontroleerd beginnen te groeien . Naarmate er meer kankercellen ontstaan, kunnen ze een tumor vormen en zich met de tijd verspreiden naar andere delen van het lichaam.
Overleving neemt toe
De overleving hangt sterk af van de tumorgraad. Van de patiënten met een laaggradig glioom is 70-85% na twee jaar nog in leven, terwijl dit percentage onder patiënten met een hooggradige tumor 28-52% bedraagt. De 2-jaarsoverleving van patiënten met een glioblastoom ligt net onder de 10%.
Blaaskanker is al meer dan tien jaar een belangrijk aandachtsgebied van het UMC Utrecht. We werken samen in Oncomid, een netwerk van ziekenhuizen voor diagnostiek en behandeling volgens de nieuwste inzichten. Doordat we veel onderzoek doen, kunnen we de behandeling van blaaskanker steeds verder verbeteren.
Stadia bij blaaskanker
T1: de tumor is nog oppervlakkig, maar groeit al wel in de bindweefsellaag onder het slijmvlies (nog niet in de spierlaag). T2: de tumor groeit ook door in de spierlaag. T3: de tumor groeit ook door in het omliggende vetweefsel.
Als de urineblaas is verwijderd, moet uw urine het lichaam op een andere manier verlaten. Dit kan door een urinestoma te maken van een stukje dunne darm. De stoma kan geen urine bewaren, waardoor de urine er vanzelf uitloopt en in een zakje wordt opgevangen.
T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid. De grootte van de tumor maakt hierbij niet uit.
Wanneer blijkt uit onderzoeken dat er een tumor in de blaas zit, plannen wij een operatie voor u. Een blaastumor moet altijd verwijderd worden, omdat deze groter kan worden, bloedingen kan veroorzaken en agressiever kan worden. Hier leest u meer over behandelingen bij blaaskanker.
Een poliep is een goedaardig of kwaadaardig gezwel. Een poliep in de blaas moet altijd worden verwijderd. De poliep kan groter worden, bloedingen veroorzaken en doorgroeien in de spierwand. Deze operatie gebeurt via de plasbuis.
Patiënten met oppervlakkig blaaskanker zijn goed te genezen. Hun leven wordt niet door de ziekte bedreigd, maar de ziekte kan wel gemakkelijk terugkomen. Controles worden daarom volgens een vast schema voor langere tijd uitgevoerd.
Tijdens de operatie plaatsen we dunne slangetjes in de urineleiders. Deze 'splints' voeren tijdelijk urine af. De blaasverwijdering en het maken van een nieuwe urine-afvoer duren samen 4-6 uur. Hoe lang de operatie precies duurt hangt af van uw situatie en het soort operatie.
Door de behandeling kunnen blaasproblemen ontstaan door beschadiging of irritatie van de blaaswand. Door beschadiging van de blaaswand kunnen er meer bacteriën in de blaas voorkomen die gaan ontsteken, met een blaasontsteking tot gevolg. U kunt de volgende klachten krijgen: (brandende) pijn bij het plassen.
Wat het sterftecijfer betreft, zal longkanker naar verwachting de koploper blijven, gevolgd door pancreaskanker, lever- en galwegkanker, colorectale kanker en borstkanker.
spierinvasieve blaaskanker
Blaastumoren die zijn doorgegroeid in de spierlaag van de blaas noemen we spier- invasief. Deze tumoren gedragen zich vaak agressief en kunnen levensbedreigend worden als blijkt dat er uitzaaiingen zijn.
Overleving varieert sterk per soort kanker
Dit geldt onder andere voor kanker van de darm, blaas, nier, hoofd-hals en baarmoederhals. De groep met de laagste overleving (minder dan 30%) omvat onder andere longkanker, maag- en slokdarmkanker, alvleesklierkanker en acute myeloïde leukemie.