De samenstelling van een bevolking naar leef- tijdsgroepen. Deze samenstelling wordt vaak weergegeven in een bevolkingspiramide. Andere naam: leeftijdsstructuur, leeftijdssamenstelling, leeftijdsverdeling of leeftijdsopbouw.
De verdeling van een bevolking naar bepaalde demografische, sociaal-economische of sociaal-culturele kenmerken (bijvoorbeeld naar geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, beroepsgroep, inkomensgroep, kerkelijke gezindte, onderwijsniveau).
De Nederlandse bevolking is toegenomen
In de periode 2008-2019 is de Nederlandse bevolking toegenomen met 5,2%, van 16,2 miljoen tot 17 miljoen personen. Het aantal huishoudens is echter bijna 2 keer zo sterk gestegen, van ruim 7,2 miljoen naar ruim 7,9 miljoen (toename van 9,4%).
De leeftijdsopbouw van een bevolking kan je aflezen aan een leeftijdsdiagram of een bevolkingspiramide. De linkerkant van het diagram wordt de leeftijdsopbouw van mannen weergegeven van een bepaalde bevolkingsgroep.
Nederland heeft alle fasen van het demografisch transitiemodel al doorlopen. "Na het voltooien van de demografische transitie zien we een laag geboortecijfer en een laag sterftecijfer.
In 2021 was de levensverwachting bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. In 1950 was dat nog 70,3 jaar voor mannen en 72,6 jaar voor vrouwen. De levensverwachting wordt bepaald met behulp van de sterftekansen op elke leeftijd.
Verdeling per leeftijdsgroep
In absolute aantallen: 0 - 5 jaar (857.626), 5 - 10 jaar (899.827), 10 - 15 jaar (954.278), 15 - 20 jaar (1.031.735) en 20-25 jaar (1.107.486) (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2021).
Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
Op 1 januari 2020 telde Nederland 8 648 031 mannen en 8 759 554 vrouwen. Dat betekent dat er 99 mannen op elke 100 vrouwen zijn. Op jongere leeftijden zijn mannen licht in de meerderheid, op hogere leeftijden vrouwen.
Nederland telde begin 2019 bijna 4,9 miljoen jongeren van 0 tot 25 jaar. Onder hen waren 3,4 miljoen minderjarigen (0 tot 18 jaar) en 1,5 miljoen jongvolwassenen (18 tot 25 jaar).
Over het algemeen wonen er 2.000 honderdjarigen in Nederland, waarvan er 88 boven de 105 jaar zijn.
Hoeveel honderdplussers zijn er? Op 1 januari 2021 woonden er 2 125 vrouwen en 411 mannen van 100 jaar of ouder in Nederland. In de afgelopen decennia nam het aantal honderdplussers vrijwel jaarlijks toe, maar sinds enkele jaren stokt de groei rond 2 200 honderdplussers.
In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%). Het percentage hogeropgeleiden is sindsdien met bijna 8 procentpunten gestegen: in 2019 had ruim 24% een hbo- en ruim 15% een wo-diploma (samen meer dan 40%).
In 2021 was de levensverwachting. (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 18,6 jaar voor mannen en 21,2 voor vrouwen.
De Marokkaans-Nederlandse gemeenschap is qua omvang, na de gemeenschap van Nederlanders zonder een migratieachtergrond en de Turks-Nederlandse gemeenschap, de grootste gemeenschap van Nederland. Volgens het CBS wonen er in 2022 in Nederland ongeveer 420.000 Marokkanen, waarvan ongeveer 60% in Nederland geboren is.
Overgangsnorm vanuit de havo/vwo-brugklas
op vwo-niveau zijn minimaal 44,0 punten behaald. voor de kernvakken is minimaal het cijfer 6,0 behaald. er zijn geen tekortpunten.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
Hoogopgeleiden zijn personen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding. Het gaat om het aandeel hoogopgeleiden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Hoogst behaald onderwijsniveau bevolking (15 tot 75 jaar)
Range: 0 to 100. End of interactive chart. In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Relatief groeide Beemster in 2021 het snelst, met 58,7 mensen per duizend inwoners. Op de tweede en derde plaats stonden Zoeterwoude en Heumen. In absolute zin groeien de grote steden het sterkst. In 2021 kreeg Amsterdam er 9 295 inwoners bij, 's-Gravenhage 5 097 en Rotterdam 3 837.
In Amsterdam was het aandeel inwoners met een migratieachtergrond 55,6 procent. In 's Gravenhage, Rotterdam en Utrecht was dat respectievelijk 55,6, 52,3 en 36,1 procent. Personen met een niet-westerse migratieachtergrond wonen vooral in (de buurt van) de vier grote steden.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
Van de mensen die in 2015 zijn geboren, wordt ongeveer 10 procent zo oud. Van de mensen die in 2040 worden geboren, zal 20 procent 95 jaar of ouder worden. De kansen om 75 jaar en 85 jaar of ouder te worden, nemen in de toekomst ook flink toe.
In 1956 werden gemiddeld 4 van elke 1000 mannen honderd jaar oud. 12 vrouwen wisten toen die leeftijd al te halen. Nu, in 2016 worden 30 van de 1000 mannen honderd jaar. Bij de vrouwen mogen er zelfs 60 per 1000 honderd kaarsjes uitblazen op de verjaardagstaart.