Een AED bestaat uit 2 elektroden die je op de borstkas van het slachtoffer plakt. Hierdoor kan het apparaat het hartritme beoordelen. Daarna vertelt het apparaat wat je moet doen. Je krijgt dan te horen of je bijvoorbeeld door moet gaan met reanimeren of op de knop moet drukken om een schok toe te dienen.
De eerste adviezen zijn altijd: 'Alarmeer de hulpdiensten' en 'Ontbloot de borstkas van het slachtoffer'. Zodra de borstkas van het slachtoffer ontbloot is, brengt de eerstehulpverlener de twee zelfklevende elektroden van het AED-toestel aan.
Nadat een schok gegeven werd of als het AED-toestel beslist dat dit de patiënt niet zal helpen is het altijd nodig om te reanimeren. Ook daarbij zullen automatische defibrillatoren de hulpverlener bijstaan.
De andere elektrode plak je aan de linkerkant van de borstkas, net onder de borst, ter hoogte van de ribben. Als je denkbeeldig een lijn trekt tussen de elektroden, zit het hart ertussenin. Let op: plak de elektroden niet op het sleutelbeen of op de tepel.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Ontbloot de borstkas: onderbreek de borstcompressies zo kort mogelijk en activeer de AED. Indien er een tweede hulpverlener aanwezig is, laat deze dan de AED aanzetten en de AED aansluiten, zodat je je kunt richten op borstcompressies en beademing. Bevestig de elektroden op de ontblote borstkas.
Zorg dat je zelf of omstanders het slachtoffer niet aanraken. Na analyse wordt: een schok geadviseerd (semi/half automatische). Maak met een hand een grote boog over het slachtoffer en zeg daarbij dat niemand het slachtoffer aanraakt.
Als het slachtoffer normaal ademt, leg je het slachtoffer in stabiele zijligging en controleer je de ademhaling maximaal om de minuut, 10 seconden. Leg daarvoor een hand met gespreide vingers op de bovenbuik net onder de borstkas met je vingers naar het hoofd wijzend.
Bel of laat 112 bellen. Zet je telefoon op de luidspreker. Laat een AED halen als deze beschikbaar is. Volg instructies meldkamercentralist op.
Wat doe je bij een bewusteloos slachtoffer dat niet ademt? Bel of laat 112 bellen en zet de telefoon op de luidspreker. Laat een AED halen als deze beschikbaar is. Volg de instructies van de centralist en de AED.
Stelling 1: Iedere eerstehulpverlener (EHBO'er) mag een beademingsballon gebruiken. Stelling 2: Een eerstehulpverlener (EHBO'er) mag niet reanimeren zonder een beademingsmasker of beademingsdoekje. Stelling 1 is juist.
Vroegtig starten met het geven van borstcompressies en beademingen vergroot de kans dat het slachtoffer zijn hartstilstand overleefd en wordt de kans op eventuele restschade verkleind. Hoe eerder gestart wordt met reanimatie des te groter de kans dat de reanimatie succesvol is.
Raak het slachtoffer niet aan tijdens de analyse, het opladen en het toedienen van de elektrische schok. Het slachtoffer aanraken tijdens de analyse kan bewegingen veroorzaken die storen bij de interpretatie van het hartritme en de toediening van een elektrische schok kunnen vertragen.
U belt meteen 112.
De 112-meldkamer alarmeert, naast de reguliere hulpdiensten, tegelijk alle burgerhulpverleners in de buurt. Deze krijgen de code van de buitenkast als deze is afgesloten. Zij halen de AED op en brengen deze naar het slachtoffer. Zij zijn opgeleid in reanimatie en het gebruik van de AED.
Iedereen kan een AED bedienen.
De AED analyseert het hartritme continu en geeft alleen een schok wanneer dit nodig is. Het is niet mogelijk om iemand die geen hartstilstand heeft een schok te geven met de AED. Ook herstelde slachtoffers kunnen niet opnieuw een schok krijgen.
De kans dat een slachtoffer een hartaanval overleeft is met een AED vele malen groter dan met handmatige reanimatie. Dit geldt echter alleen wanneer er nog sprake is van hartactiviteit. Bij een volledig gestopt hart kan een AED niets betekenen, maar kunnen borstcompressies het hart wél weer op gang krijgen.
De eigenaar van de AED is verantwoordelijk voor dit onderhoud. Er is geen wettelijke verplichting of controle. Wel zijn er leveranciers met een herinneringsservice en onderhoudscontracten. Er is namens HartslagNu wel enige controle op de AED's die daarbij zijn aangesloten.
De snelle kantelmethode wordt gebruikt om een bewusteloos slachtoffer dat op de rug ligt snel op de zij te draaien als hij gaat braken. Het slachtoffer wordt hierbij bij de schouder en de heup gepakt en op de zij gedraaid richting de hulpverlener.
Levensduur AED-apparaat
Een AED-apparaat is best een investering, dus u wilt de AED niet onnodig vroeg vervangen. Tegelijkertijd wilt u de zekerheid dat het AED-apparaat in een acute situatie probleemloos ingezet kan worden. Daarom is het advies om uw AED na 10 jaar te vervangen.
Kussmaul-ademhaling is een abnormaal (pathologisch) ademhalingspatroon, gekenmerkt door zeer diep, snakkend ademen. Het is een onbewust mechanisme dat dient om verzuring (acidose) te compenseren door zoveel mogelijk koolstofdioxide uit te ademen.
Bij een agonale ademhaling gelden dezelfde richtlijnen als bij geen ademhaling. Er wordt geen bloed meer in het lichaam rondgepompt waardoor de organen geen zuurstof ontvangen. Het is dan belangrijk dat er direct wordt gestart met reanimeren om zo de functie van het hart over te nemen.
Kijk, voel en luister of er een (normale) ademhaling aanwezig is: Kijk of er regelmatige bewegingen zijn van de borstkas en bovenbuik die kunnen passen bij ademhaling. Voel of er een luchtstroom is bij de mond en neus van het slachtoffer. Luister of er geluiden zijn die passen bij een normale ademhaling.