De perceeloppervlakte is de oppervlakte van de grond(en) waar de woning op staat, ook wel perceel genoemd. Het Kadaster meet en registreert alle percelen in Nederland. De makelaar neemt vervolgens de gegevens over vanuit het Kadaster en plaatst de info op funda.
De oppervlakte wordt berekend door de lengte en de breedte van de woonruimte met elkaar te vermenigvuldigen, opgemeten aan de binnenkant van de buitenmuren (dus de lengte en breedte van binnenmuur naar binnenmuur).
Als de lengte van de tuin 6 meter is, weet je dat de breedte van de tuin ook 6 meter is. Als je nu de oppervlakte van deze tuin wil berekenen, dan doe je lengte x breedte = 6 x 6 = 36 vierkante meter. Ik moest dus voor 36m² tegels gaan kopen.
De oppervlakte wordt binnenmaats gemeten. Dit houdt in dat gemeten mag worden van binnenmuur tot binnenmuur (de buitenmuurdikte telt dus niet mee). Schuine daken mogen als woonoppervlakte worden gerekend vanaf een hoogte van 1,50 m. Overige inpandige ruimten hebben geen woonfunctie.
Pak je meetlint en meet de lengte en de breedte van de ruimte. De formule is simpel: lengte maal breedte. Dus, als je kamer 30 meter lang is en 15 meter breed, dan is de oppervlakte 30 x 15 = 450 vierkante meter. Makkelijk, toch?
De formule die je gebruikt is lengte x breedte x hoogte (in meters), dus in dit geval: 4 x 2 x 0,15 = 1,2 kubieke meter. Vergeet niet om 15% extra tuinaarde te bestellen om rekening te houden met het inklinken van de aarde.
Wil je de woonoppervlakte berekenen? Vermenigvuldig de lengte met de breedte van een ruimte.Meet hierbij van binnenmuur tot binnenmuur.Tel de vierkante meters van alle ruimtes bij elkaar op en je hebt de totale oppervlakte van een woning berekend.
Zo telt bijvoorbeeld een garage, berging of kelder niet mee, vermits je daar veelal niet woont. Een afgewerkte zolder is dan wel inbegrepen in je woonoppervlakte, tenzij er sprake is van een bergzolder, een zolder waar je enkel op kan met een niet-vaste trap en/of een zolder met onvoldoende daglicht.
De woonoppervlakte is het aantal vierkante meters van het eigendom dat effectief bewoonbaar is. Alle ruimtes binnen de woning worden meegerekend, maar de tuin, oprit en andere buitenruimtes tellen niet mee in de woonoppervlakte.
- Een onverwarmde berging, een garage, balkon en terras worden (meestal) niet meegerekend in de gebruiksoppervlakte wonen, maar in overige inpandige ruimte of in gebouwgebonden buitenruimte of externe buitenruimte.
Het grondvlak van een geometrisch figuur is de vlakke figuur waar het figuur op rust. De vorm van het grondvlak hangt af van het soort figuur dat je hebt. Bijvoorbeeld, bij een piramide is het grondvlak een veelhoek en bij een cilinder is het grondvlak een cirkel.
Hoe je het grondvlak berekent hangt af van de vorm van het grondvlak. Als het grondvlak van de prisma een rechthoek is, dan kun je de oppervlakte van het grondvlak eenvoudig berekenen met lengte * breedte. Als het grondvlak een driehoek is bereken je het oppervlak met de formule 1/2 * zijde * hoogte.
Je kunt de woonoppervlakte van je huis berekenen door de lengte met de breedte van een ruimte met elkaar te vermenigvuldigen. Het is belangrijk om van binnenmuur tot binnenmuur te meten en om de vierkante meters van elke ruimte op te tellen bij elkaar. De uitkomst van deze som is de woonoppervlakte van je huis.
De woonoppervlakte is gelijk aan de som van de netto-vloeroppervlakten van de vertrekken van een woning. Tot de vertrekken behoren huiskamers, eetkamers, slaapkamers, werk-, eet- en woonkeukens en voorts andere binnenruimten, geschikt voor bewoningsdoeleinden, indien ze ten minste 4 m2 groot zijn.
Een lagere WOZ-waarde verlaagt de volgende belastingen:
Inkomstenbelasting, box 3 vermogensbelasting. Onroerende Zaak Belasting (OZB)Rioolheffing. Watersysteemheffing.
De WOZ-waarde is onder andere bepalend voor het bedrag dat je aan onroerendezaakbelasting (OZB) betaalt. Voor de bepaling van de WOZ-waarde zal meestal geen taxateur in je woning langskomen. De WOZ-waarde wordt gebaseerd op de gemiddelde verkoopprijs van vergelijkbare woningen bij jou in de buurt.
De gebruiksoppervlakte van een woning is de oppervlakte binnen de buitenste muren, gemeten op vloerniveau. Een buitenmuur kan ook een scheidingsmuur van een buurpand zijn. Let op: de oppervlakte die een binnenmuur inneemt telt dus mee als gebruiksoppervlakte.
Daken, trappen en muren die niet meetellen voor de bewoonbare oppervlakte, moeten niet meegerekend worden. Zorg ervoor dat je de afmetingen op de juiste manier opmeet, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een meetlint of lasermeter.
Artikel 4.35 geeft in het eerste lid aan dat elke woning een rechtstreeks vanuit de woning bereikbare niet-gemeenschappelijke buitenruimte moet hebben met een vloeroppervlakte van ten minste 4 m² en een breedte van ten minste 1,5 m.
Een garage, schuur, eventueel dakterras of balkon vallen dan weer niet onder de woonoppervlakte van de woning. Dit staat in de “meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen” die makelaars gebruiken om de totale woonoppervlakte te bepalen.
Nou, een zolder wordt als afgewerkt beschouwd als deze voldoet aan de criteria om bewoonbaar te zijn en u er vanuit uw huis bij kunt . Dus in principe moet deze worden goedgekeurd door de taxatie.
Daaronder vallen de woonkamer, slaapkamers, keuken, gang en badkamer, maar ook de gang, vaste kast, trapkast en wc. De bijkeuken, pantry, wasmachineruimte en cv-ruimte tellen in principe ook mee, mits deze zich binnen de woning bevinden en niet als bergruimte (overige inpandige ruimte) moeten worden aangemerkt.
In twijfelgevallen worden ruimten gerekend als gebruiksoppervlakte wonen. Een keuken, vaste kast, meterkast, gang, trapkast, badkamer en toilet binnen de woning worden tot de gebruiksoppervlakte wonen gerekend.
Een zolder is weliswaar een nuttige opslagruimte, maar geen leefruimte. Hetzelfde geldt voor de garage of kelderruimte die niet is afgewerkt. Zelfs sommige ruimtes boven een garage worden niet beschouwd als "leefruimte". Het hangt af van de huisontwerper en het specifieke huisplan.
Ruimten met de gebruiksfunctie woonfunctie, bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidszorgfunctie, industriefunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, onderwijsfunctie, sportfunctie, winkelfunctie, of bouwwerk geen gebouw zijnde vallen niet onder de overige gebruiksfunctie.