De dagwaarde is de werkelijke waarde van het product. Je verzekeraar bepaalt bijvoorbeeld dat je smartphone per jaar 25% in waarde daalt. Dan is je smartphone na drie jaar dus nog maar 25% waard. Die 25% wordt berekend over de nieuwwaarde.
De dagwaarde van uw spullen is de nieuwwaarde min de afschrijving. Het is dus de waarde van uw spullen vlak vóór het moment van de schade. Heeft u schade aan de spullen in uw huis (inboedel)? Dan betalen we meestal de nieuwwaarde.
De dagwaarde van je auto wordt berekend door de nieuwwaarde van je auto te verminderen met het bedrag dat je auto minder waard is geworden door bijvoorbeeld ouderdom of slijtage. Ben je benieuwd naar de dagwaarde van je auto? Dan kun je terecht bij ANWB of bij Bovag.
In de afschrijvingslijst ziet u per bezit wat de gemiddelde levensduur in jaren is en welk afschrijvingspercentage wij per jaar gebruiken.
De dagwaarde is de waarde van uw inboedel op het moment van de schade. Uw spullen worden steeds minder waard doordat ze ouder worden of slijten. Dit heet waardevermindering. De dagwaarde van uw inboedel is dus de nieuwwaarde min de waardevermindering.
De periode van afschrijving is bij elektronica altijd 5 jaar. Als zzp'er hanteren we de fiscale boekhoudregels, daarin is vastgesteld dat je een een laptop, tablet en telefoon in 5 jaar afschrijft. Als je telefoon of laptop geen 5 jaar meegaat kun je dat makkelijk eerder afboeken in je administratie.
Verschil dagwaarde en aanschafwaarde
De aanschafwaarde is het bedrag dat u voor de auto betaalde toen u de auto kocht. De dagwaarde is het bedrag dat uw auto vandaag waard is. Of vlak voor het ongeluk of diefstal waard was. De aanschafwaarde is hoger dan de dagwaarde.
De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) : vermoedelijke gebruiksduur. U koopt een machine. De aanschafprijs bedraagt € 30.000, de vermoedelijke gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde na 10 jaar is € 5.000.
De restwaarde is het verschil tussen de aanschafkosten en de kosten van afschrijving. De formule: Aanschafwaarde – de afschrijvingskosten per jaar (x het aantal jaar) = restwaarde.
Voor de meeste investeringen geldt een maximale afschrijving van 20 procent per jaar. U schrijft de kosten dus in minimaal 5 jaar af. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10 procent per jaar. Voor het afschrijven van bedrijfspanden gelden andere regels.
Zijn de reparatiekosten hoger dan twee derde van de dagwaarde van de auto, van vóór de schade? Dan is een auto eigenlijk economisch total loss. Oudere auto's zijn door hun lagere dagwaarde sneller economisch total loss.. De auto kan niet meer verantwoord worden gerepareerd.
De vervangingswaarde is het bedrag dat je auto op dit moment waard is als je deze verkoopt. Dit wordt ook wel de dagwaarde of marktwaarde genoemd. De vervangingswaarde is ook belangrijk als je een schade claimt bij je autoverzekering.
Wat is het verschil tussen cataloguswaarde en dagwaarde? Wat jouw auto op dit moment waard is, is de dagwaarde. De cataloguswaarde is dus de nieuwprijs van de auto.
De dagwaarde is belangrijk bij schade
Bij schade kan de dagwaarde een belangrijke rol spelen. Autoschade wordt hersteld, tenzij de herstelkosten hoger zijn dan de dagwaarde van de auto. In dat geval krijgt u de dagwaarde van de auto uitgekeerd. De auto is dan total loss.
De eerste manier om de waarde van spullen te bepalen is door het ding op internet, bijvoorbeeld Marktplaats, verkooppagina's op Facebook of Bovag, op te zoeken. Kijk dan naar de spullen die ongeveer even oud zijn, in ongeveer dezelfde staat zijn en het van hetzelfde (of vergelijkbare) merk zijn.
Vaak wordt de dagwaarde uitgekeerd als de huidige waarde lager is dan 40% van de nieuwwaarde. Dus als een bank nog maar €200 waard is en de nieuwwaarde is €1.000, dan keert de inboedelverzekering meestal de dagwaarde van €200 uit. De huidige waarde bepaalt de verzekeraar aan de hand van afschrijvingslijsten.
De restwaarde helpt om te berekenen hoeveel er per jaar moet worden afgeschreven op een bedrijfsmiddel. Door elk jaar een gedeelte van de aanschafwaarde af te schrijven, kan aan het einde van de levensduur het product mogelijk worden vervangen.
De restwaarde is de waarde van een product aan het eind van de levensduur. Deze gebruik je om te berekenen wat je per jaar moet afschrijven voor een bepaald bedrijfsmiddel.
Vanaf 1 januari 2007 bent u verplicht om af te schrijven over minimaal 5 jaar zonder rekening te hoeven houden met een restwaarde, jaarlijks dus 20% van de aanschafprijs.
Het verspreiden van kosten over meerdere jaren heet 'afschrijven'. De hoofdregel is dat je investeringen in een bedrijfsmiddel wat langer dan één jaar mee gaat en in aanschaf meer dan € 450,- excl. btw kost, over vijf jaar moet afschrijven.
Als een activa een aanschafwaarde van € 20.000 heeft, een restwaarde van € 5.000 heeft en een economische levensduur van 5 jaar, dan zijn de afschrijvingskosten per jaar (20.000 - 5.000) / 5= € 3.000. Het afschrijvingspercentage is dan dus 3000 / 20.000 = 15% per jaar.
De belastingdienst heeft vastgesteld dat je maximaal 20% per jaar mag afschrijven in minimaal vijf jaar. Echter, commercieel gezien, gaat een laptop of telefoon niet altijd 5 jaar mee.
Is uw auto economisch total loss dan heeft u recht op de dagwaarde min de restwaarde. Stel dat uw auto een dagwaarde heeft van €5.000,- en de restwaarde van de auto €1.000,- is. Als de reparatiekosten boven de €4.000,- (dagwaarde €5.000 – restwaarde €1.000) uitkomen, dan wordt uw auto economisch total loss verklaard.
Helaas is er geen koerslijst voor bestelauto's. Om een indicatie te krijgen van de waarde kunt u op een gebruikte auto site vergelijkbare auto's zoeken. Let er wel op of de aangeboden auto's BTW of Marge auto's zijn.
De waarde van een sloopauto valt en staat met de oud-ijzer prijs, ook wel de schrootprijs genoemd. De schrootprijs ligt zo rond de €0.19 per kilogram. Als je uitgaat van een auto die 1000 kilogram weegt ligt die prijs dus rond de €190. Echter, dit is het bedrag dat een sloopbedrijf eraan verdient.