Hang een insectenhotel bij voorkeur op een zonnige en vooral windvrije plek in de tuin. Een insectenhotel kan tot 2 meter hoog worden opgehangen, maar laag bij de grond op circa een halve meter is ook prima. Plaats het insectenhotel bij voorkeur op een bloemrijke plek. Leg wat takjes neer in het gedeelte voor vlinders.
In de volle zon is het beste! Wilde bijen zijn echte zonaanbidders. Zij kunnen als koudbloedige insecten de warmte van de zon niet missen. Hang daarom een bijenhotel altijd op een zonnige plek, waar in ieder geval de ochtendzon op staat.
-Plaats (in de volle grond of in potten) zoveel mogelijk bloemen om het insectenhotel heen, om de insecten te lokken. -Als het insectenhotel eenmaal hangt, verplaats deze dan niet meer! Ook in de winter op dezelfde plek laten hangen (zodat de insecten niet 'in de war' kunnen raken en het niet overleven).
Je kunt hiervoor het beste hout van eiken, esdoorn, es of beuk gebruiken. Creëer holtes en spleten om veel verschillende soorten insecten naar je hotel te lokken. Je kunt hier bijvoorbeeld riet, dakpannen, plantenresten, dennenappels of leem voor gebruiken.
Schoonmaken niet nodig
In principe is echt reinigen niet nodig en kun je de natuur gewoon z'n gang laten gaan. Maar wanneer het insectenhotel naar jouw idee toch echt wel toe is aan een flinke schoonmaakbeurt, doe dit dan uitsluitend met helder water en dus niet met schoonmaakmiddelen.
Vervang een bijenhotel waar weinig activiteit (meer) te zien is. Na een jaar of twee, drie worden veel bijenhotels minder geschikt vanwege scheuren, schimmelvorming en dergelijke. Zet het oude een jaar op een schaduwplek in de tuin, zodat eventuele laatste bewoners het kunnen verlaten.
Ook dennenappels bieden een schuilplaats voor insecten. Een vakje met dennenappels in een insectenhotel ziet er ook goed uit. U kunt ze zo uit een bos in de buurt halen en ze blijven jaren goed. Metselbijen zijn ook gek op steen.
Maak de gaatjes lekker diep (gebruik de hele lengte van je boortje), zodat er meerdere nestcellen achter elkaar in passen. Even oppassen dat je niet door het hout heen boort. De achterkant moet dicht blijven. Zorg dat het hout niet te veel splintert, anders beschadigen de bijen hun vleugels.
Vlinders hebben beschutte plekjes nodig waar ze kunnen schuilen voor de regen. Door een insectenhotel of speciaal vlinderkastje te vullen met wat takjes en dorre blaadjes zullen ze zich al snel thuis voelen. Vlinders gebruiken het hotel alleen als schuilplaats en overwinteringsplaats.
Maak een aantal gaatjes tussen de 2 en 12 millimeter. Zorg ervoor dat de gangen aan één kant dicht zijn. Dit kan je doen met een watje of wat leem. De diepte mag variëren tussen de 3 en 20 centimeter.
Plant wilde nectarplanten: Vlinders en andere insecten voeden zich vooral met nectar. Plant daarom vooral bloemen die veel nectar produceren, zoals koninginnenkruid, wilde marjolein, slangenkruid of kattenstaart.
Ook insecten moeten slapen en schuilen voor slecht weer. Dit doen ze op uiteenlopende plekken. Bijen en wespen vinden dikwijls onderdak in hun nestgangen. Sommige slapen in of op bloemen, wat soms tot slaapgezelschappen leidt.
Kies bij voorkeur een bloemrijke plek. Plaats de openingen niet in de richting van het zuidwesten i.v.m. regeninslag. Plaats de kast in de volle zon, maar een plekje in de schaduw is eveneens prima. Doe in het gedeelte voor vlinders altijd een paar takjes, zo hebben de beestjes een houvast.
Het duurt ongeveer tot september voordat de bijen volwassen zijn. Omdat het dan herfst is en er weinig bloemen bloeien, blijven de knuffelbijen in het bijenhotel. Ze komen uit zodra het in het volgende voorjaar weer een tijdje lekker weer is en er bloemen in bloei staan.
Het dichtmaken van die gaatjes betekent vermoedelijk dat daarin alweer eitjes voor volgend jaar zijn afgezet, dus ook volgend jaar zul je weer uit al die openingen jonge bijen zien komen.
Waarom een bijenhotel? Vandaag de dag hebben bijen het moeilijk in een wereld waar minder nectarplanten te vinden zijn. Door een bijenhotel op te hangen, help je de bijen om eitjes te kunnen leggen. Een bijenhotel is voorzien van allerlei buizen waar de eitjes in worden gelegd.
Insectenhotels zijn er meestal op gericht insecten te laten overwinteren. Hiervan maken met name lieveheersbeestjes en vlinders gebruik, naast solitaire bijen en solitaire wespen. Telers van groenten en fruit plaatsen soms een insectenmuur om bestuivers aan te trekken.
Harde houtsoorten zoals, eikenhout, kers, walnoot, appel en perenhout zijn geschikt te gebruiken als een bijenhotel. De bijen leggen hun eitjes in de gangetjes, holle takken van planten of kleine buisjes. Het kan geen kwaad om gangen van verschillende materialen te gebruiken.
Door een vlinderkast te plaatsen, geef je deze mooie vlinders niet alleen onderdak voor de winter, maar in de zomer kun je zelf heerlijk genieten van allerlei soorten vlinders in de tuin. Veel vlinders zoeken in andere jaargetijden ook naar onderdak of een voedselbron. Ook dan kan een vlinderhuisje de uitkomst bieden.
Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar. Nectarplanten trekken gelijk ook vlinders, bijen en andere insecten aan.
Begin met het vastmaken van het kleinste verticale plankje aan de horizontale plank. Het verticale plankje moet recht naast het midden van de punt van het dak komen. Bevestig dit geheel tussen de twee zijmuren. Nu heb je al drie kamers waar straks bijen, vlinders en lieveheersbeestjes naartoe komen.
Hang het kastje op een beschutte plek, uit de wind waar het niet kan inregenen. De hoogte maakt niet uit. Op ooghoogte kan je wel zelf kijken of de kast gebruikt wordt. Vul het kastje met wat dorre blaadjes en takjes wordt het een waar hotel voor vlinders.
Tips voor meer insecten
Laat hout liggen en oude planten staan en maai niet alles weg. Schoffel en hark ook niet teveel. Houd de tuin minder netjes dan je gewend was. Maak rommelhoekjes waar brandnetels mogen groeien; daarop zetten veel vlinders hun eitjes af.
Ook dennenappels bieden een schuilplaats voor lieveheersbeestjes, torren en ook oorwurmen. Metselbijen zijn ook gek op steen. Wil je metselbijen naar je bijenhotel lokken, dan kun je het beste zo'n baksteen vol gaten gebruiken.
Bind een hoopje stengels samen van tuinplanten (bv. riet, vlier, braam, framboos, vlinderstruik en jasmijn zijn heel geschikt omwille van hun holle stengels). Hang enkele oude bakstenen met gaten op. Maak met een boor gaten van verschillende diameter in een muurtje of een blok hout.