Buso is een letterwoord, een afkorting die gevormd is met de beginletters van afzonderlijke woorden (buitengewoon secundair onderwijs) en die als één woord uitgesproken wordt ([buuzoo]).
Het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) richt zich tot jongeren met een handicap of jongeren met leer- of opvoedingsmoeilijkheden.
Het buitengewoon onderwijs (buo) is er in Vlaanderen voor kinderen die het gewone onderwijs niet kunnen volgen vanwege leer- of gedragsproblemen of vanwege een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap. De klasgroepen zijn kleiner dan in het gewone onderwijs.
Je kan tijdens of na het schooljaar overstappen van een school voor gewoon onderwijs naar een school voor buitengewoon onderwijs. Daarvoor heb je een verslag voor een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig.
BuLO staat voor Buitengewoon Lager onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor kinderen van 6 tot 13 jaar. BuSO staat voor Buitengewoon Secundair Onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor jongeren van 13 tot 21 jaar.
Type 2: verstandelijke beperking
Leerling heeft een IQ lager dan 60 en er zijn belangrijke beperkingen binnen het sociaal aanpassingsgedrag. Deze problemen moeten zich voor de leeftijd van 18 jaar uiten.
OV3 wordt lineair en modulair georganiseerd. OV3 geeft je een algemene, sociale en beroepsvorming. Het doel is maatschappelijk functioneren en participeren en tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu mogelijk te maken.
Je behaalt een diploma secundair onderwijs als je slaagt in het 6de jaar ASO, TSO, KSO of in het 7de jaar BSO.
Je wordt niet voorbereid op een specifiek beroep. Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Na het KSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Het TSO besteedt aandacht aan algemene en technisch-theoretische vakken. Na het TSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Bij deze opleiding horen ook praktijktlessen.
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
type 5: zieke of herstellende leerlingen. type 6: visuele handicaps. type 7: auditieve handicaps. type 8: leerstoornissen.
Beroepssecundair onderwijs (BSO)
Inhoud: beroepsgericht, praktisch onderwijs, waarbij het lesrooster soms voor meer dan de helft uit stages en praktijk bestaat. Functie van het diploma: toegang tot het hoger onderwijs. Diploma: Diploma van Secundair Onderwijs, richting Beroepssecundair Onderwijs (BSO).
De correcte spelling is buso, klein en zonder puntjes.
Buso is een letterwoord, een afkorting die gevormd is met de beginletters van afzonderlijke woorden (buitengewoon secundair onderwijs) en die als één woord uitgesproken wordt ([buuzoo]).
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 7 richt zich tot kinderen met Spraak- en Taalontwikkelingsstoornissen (STOS) en een auditieve beperking.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 6 richt zich tot kinderen met een visuele beperking.
Nee, dat kan niet.
Naast de leerlingen die doorstromen naar het hoger kunstonderwijs, start ook nog 25% van de afgestudeerden uit KSO Woordkunst-Drama in een professionele bachelor meestal in een sociale richting of onderwijs. Ook daar is het studierendement met 62% méér dan gemiddeld.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
De havo is vijfjarig, maar kent dezelfde profielen als het vwo, met vaste, profielgerelateerde en vrij te kiezen vakken. De profielen bereiden vooral voor op het hoger beroepsonderwijs. Het vmbo is vierjarig. Deze opleidingsvorm heeft vier leerwegen, in meerdere mate theoretisch of juist beroepsgericht.
Buitenschoolse opvang (BSO) is opvang voor schoolgaande kinderen. Uw kind kan hiervoor terecht bij een kindercentrum (bijvoorbeeld kinderdagverblijf) of gastouder. Staat het kindercentrum of de gastouder geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP)?
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen die door een motorische en/of meervoudige beperking het gewoon onderwijs tijdelijk of permanent niet kunnen volgen.
Voor leerlingen die in het bezit zijn van een CLB-verslag dat toegang geeft tot OV4 Type 9 (autismespectrumstoornis zonder verstandelijke beperking). Het lessenpakket loopt gelijk met dat van het regulier onderwijs maar met bijzondere aandacht voor hun specifieke ondersteuningsnoden en onderwijsbehoeften.
Het onderscheid tussen voltijd-, deeltijd- en duaal onderwijs. Bij de opleidingsvorm wordt onderscheid gemaakt tussen voltijd-, deeltijd- en duaal-onderwijs. Voltijdonderwijs is dagonderwijs, dat op doordeweekse dagen wordt gegeven.