De term brocante komt oorspronkelijk uit het Frans en betekent: rommelmarkt, tweedehands of curiosa. Brocante zijn spullen uit vroegere tijden die erg in trek zijn, maar nog geen antiek zijn. Antiek wil zeggen dat een voorwerp minimaal 100 jaar oud is.
Het verschil tussen vintage en brocante zit hem in de staat van het product. Een doorleefd uiterlijk is kenmerkend voor brocante items, terwijl er van vintage items juist wordt verwacht dat zij in gave staat zijn.
curiosa = curiosa zelfst. naamw. Uitspraak: [kyri`joza] wonderlijke voorwerpen die iemand de moeite waard vindt om te bewaren Voorbeelden: `De meeste oude musea zijn begonnen als verzamelingen van curiosa.
Het woord brocante is ontleend aan de Franse taal. Het werkwoord brocanter staat voor verkopen van curiosa, tweedehands goederen. Daarvan afgeleid is een brocanteur, een handelaar in curiosa. Denk ook aan het Engelse broker, een pandjesbaas, verkoper van tweedehands spullen.
Het moet een zekere ouderdom bezitten. Doorgaans wordt daarbij uitgegaan van een leeftijd van 100 jaar; in bepaalde gevallen is een voorwerp echter al antiek als het 75 jaar oud is. Bij boeken geldt een wat minder streng criterium: zij zijn antiek als ze 75 jaar oud zijn.
De term vintage wordt echter gebruikt voor écht oude items! Liefst van goede kwaliteit en sprekend voor een bepaalde periode tussen ongeveer 1920 en 1980. Vaak wordt een 'minimale ouderdom' van 25 tot 50 jaar aangehouden.
Natuurlijk kun je wel mooie vintage scoren in de kringloopwinkel. Het is dan ook een tweedehands item. Maar een verschil: bij vintage kun je toch de eerste eigenaar zij en van een tweedehands item niet. Denk aan een partij kleding of ongebruikte spullen uit bijvoorbeeld 1980.
Retro stijl
De ontwerpen en materialen van retro producten zijn gebaseerd op de stijl van spullen uit de jaren '20 tot en met '80. Eigenlijk kunnen we dus stellen dat deze producten een soort kopie zijn van oude producten of dat daar de inspiratie vandaan is gehaald.
Alles wat gemaakt is voor de jaren '20 valt onder de term antiek. Het is namelijk nu al bijna honderd jaar oud. Items tussen 1920 en 1980: Alles wat gemaakt is tussen 1920 en 1980 op het gebied van kleding, schoenen en accessoires noemt men vintage.
Wat ouderwets is of een antieke look heeft, maar net daarom als authentiek wordt beschouwd en weer modieus is. Iets dat (opnieuw) hip is geworden, omwille van de ouderwetse, retro uitstraling. Vaak gaat het om tweedehandsproducten. In de tweedehandswinkel vind je tal van vintage meubelen aan spotprijzen.
Vintage meubels zijn alle meubels die tussen 1920 en 1990 zijn gemaakt. Meubels van vóór 1920 noemen we antiek. Ná 1990 zijn het moderne interieurstukken. Diverse websites vinden dat vintage eindigt bij 1980.
Vintage kleding herken je uiteraard door hoe het eruit ziet. Elke periode heeft zijn eigen stijl. Zo hebben jurken uit 1920 een zeer lage taille, zoals de flapper dress. Jurken uit de jaren '50 benadrukken juist de taille en zijn aan de onderkant heel wijd dankzij de petticoat.
Bij veel tweedehandswinkels moet kleding gewassen en gestreken gebracht worden, sommige winkels wassen de kleding zelf ook nog én daarnaast kan je de kleding zelf thuis natuurlijk ook nog een wasbeurtje geven. Daarna is het hartstikke fris!
Vintage kleding is natuurlijk (vaak) al gedragen en kan dus vlekken en andere gebreken hebben. Kijk het item dus goed na en check bijvoorbeeld ook of elk knoopje aanwezig is en of een eventuele rits goed werkt. Verder kijk ik altijd even goed in de hals en bij de oksel om te kijken of daar geen vieze vlekken zitten.
Het is een robuust stuk glaswerk dat ook zwaar is in gewicht. Persglas is daarom meestal goed te herkennen aan naden van de persvorm.
vintage = vintage een chique woord voor tweedehands, wordt meestal gebruikt voor haute couture kledingstukken van een aantal jaren oud, maar kan ook slaan op authentieke kleding. Momenteel weer veel te zien op de rode loper.
Retro kleding
Retrokleding daarentegen is de kledingstijl van nu maar met een ouderwetse uitstraling. Retro kleding is kleding van nu die qua materiaalgebruik, ontwerp en stijl zijn gebaseerd op kleding uit de zestiger en zeventiger jaren. Vaak is het ontwerp vertaald naar de wensen die we in het heden hebben.
Iemand die handelt in antieke gebruiks- en kunstvoorwerpen, heet een antiquair. Maar een verkoper van oude boeken en prenten is een antiquaar.
De term antiek zou kunnen worden opgevat als heel ouderwets, het zijn spullen die tegenwoordig niet meer worden gemaakt. Antiek heeft echter een positieve betekenis, omdat zeer oude spullen veel waard zijn geworden.
Er zijn grosso modo twee mogelijkheden om antiek te verkopen. Enerzijds kan u een opkoper contacteren die de volledige inboedel komt ophalen, anderzijds kan u een brocanteur opbellen die loten maakt van brocante stukken.
Tweedehands is de aanduiding voor goederen die al bij iemand anders in eigendom voor het gebruik zijn geweest. Hier wordt het begrip "hand" gebruikt voor eigendom.
Stichting Gispen Collectie heeft geen overzicht van de gebruikte RAL-kleurnummers voor de meubelstukken. In het Gispen archief bij het 'Het Nieuwe Instituut' te Rotterdam worden catalogi met kleurverfstalen bewaard. Op basis van deze catalogi zijn de oorspronkelijke kleuren – bij benadering – vast te stellen.
Je kunt deze stoelen herkennen aan de massief houten zit met een gefineerde laag. Veel spijlenstoelen zijn in die tijd gemaakt van multiplex. Yngve Ekström ontwierp deze stoel in 1956. Pastoe staat ook bekend om zijn vooruitstrevende marketing.
Een vintage vloerkleed is een kleed dat al flink wat jaren oud is en met de hand werd gemaakt. Daarom is ieder vloerkleed uit deze categorie uniek. Aan de basis ligt meestal 100% wol, zijde of een ander hoogwaardig materiaal.