Rosuvastatine geeft een sterkere LDL-reductie dan atorvastatine. Meestal kan de LDL-streefwaarde van een patiënt worden behaald door behandeling met atorvastatine en is rosuvastatine niet nodig.
Een hydrofiel statine (fluvastatine, pravastatine en rosuvastatine) heeft dan de voorkeur. Deze statinen dringen minder sterk door in het spierweefsel dan de lipofielere middelen en geven mogelijk minder kans op spierklachten.
Het belangrijkste is dat rosuvastatine, zoals in dit artikel wordt vermeld, een kleinere kans op geneesmiddelinteracties heeft dan atorvastatine, een grotere afname van de ontstekingsmarkers die verband houden met de progressie van coronaire plaque en een grotere afname van de niveaus van C-reactief proteïne.
Misselijkheid, verstopping, winderigheid, spijsverteringsstoornissen, diarree. Gewrichtspijn, spierpijn en rugpijn. Uitslagen van bloedonderzoek waaruit blijkt dat uw leverfunctie abnormaal kan worden. pijngevoel of minder goed kunnen voelen (verminderde tastzin), smaakverandering, geheugenverlies.
Vaak voorkomende (tussen 1 op 10 en 1 op 100 patiënten) mogelijke bijwerkingen: - Hoofdpijn; buikpijn; verstopping (obstipatie/constipatie); misselijkheid; spierpijn; gevoel van zwakte; duizeligheid.
De maximale dagelijkse dosis van dit middel is 40 mg. Deze dosis is alleen voor patiënten met een hoog cholesterolgehalte in het bloed en met een hoog risico van een hartaanval of beroerte en van wie de cholesterolgehaltes niet voldoende verlaagd worden met 20 mg. De aanbevolen dosis is 20 mg daags.
Statines zijn de eerste keuze voor artsen. Meestal wordt gestart met het voorschrijven van simvastatine. Als hiermee het cholesterol niet genoeg daalt, dan kan de arts een andere statine voorschrijven. Bijvoorbeeld atorvastatine of rosuvastatine.
Voor simvastatine bestaat het meeste bewijs voor een veilige toepassing. Start bij alle statinen met een zo laag mogelijke dosering en verhoog vervolgens langzaam op geleide van het effect en bijwerkingen.
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine (minder potent) heeft de voorkeur.
Onmiddellijke actie vereist: Bel nu 112 als: uw lippen, mond, keel of tong plotseling opzwellen. u heel snel ademt of moeite hebt met ademhalen (u kunt erg piepend worden of het gevoel krijgen dat u stikt of naar adem snakt). uw keel strak aanvoelt of u moeite hebt met slikken.
U vraagt zich misschien af of het mogelijk is om over te stappen van atorvastatine naar rosuvastatine. Het antwoord is ja, zolang uw zorgverlener het goedkeurt . Er zijn echter een aantal essentiële zaken om te overwegen voordat u overstapt, waaronder verschillen in dosering en kosten.
Mag ik zomaar met dit medicijn stoppen? U kunt op elk moment in 1 keer stoppen met het gebruik van dit medicijn. Uw cholesterol zal dan wel weer omhoog gaan en uw kans op hart- en vaatziekten zal ook weer toenemen. Stop daarom alleen in overleg met uw arts.
Rosuvastatine kan helpen medische problemen te voorkomen of vertragen, zoals atherosclerose (verharding van de slagaders), die worden veroorzaakt door vetten die de bloedvaten verstoppen. Het kan ook worden gebruikt om bepaalde soorten hart- en bloedvatproblemen te voorkomen bij patiënten met risicofactoren voor hartproblemen .
Volwassenen. Begindosering 10 mg 1×/dag, zo nodig iedere 4 weken aan te passen tot 40 mg 1×/ dag; daarna kan zo nodig worden verhoogd tot maximaal 80 mg 1×/dag òf kan 40 mg worden gecombineerd met een galzuurbindend middel.
Recent Frans onderzoek suggereert dat stoppen van statines bij ouderen ≥ 75 jaar het risico op hart- en vaatziekten met 33% verhoogt, waarbij de auteurs aangeven dat nader onderzoek gewenst is [Giral 2019].
Het gebruik van statines leidt niet tot verergering van klachten zoals spierpijn en vermoeidheid na wandelen. Ook treedt er geen extra mate van spierschade op, blijkt uit onderzoek van het Radboudumc onder deelnemers aan de Nijmeegse 4Daagse.
Meestal is dit onschuldig, maar zeer zelden kan dit wijzen op een ernstige bijwerking op de spieren. De verschijnselen van deze ernstige bijwerking zijn spierpijn, spierzwakte, algemeen ziek voelen, koorts, misselijkheid en braken.
Zo is vitamine D bijvoorbeeld ook van belang voor een gezond systeem van hart en bloedvaten. Er is echter nog niet vastgesteld op welke manier hart en bloedvaten precies worden beïnvloed door vitamine D. Waarschijnlijk gebeurt dit doordat vitamine D de vaatwanden beschermt tegen de invloed van geoxideerd cholesterol.
Zo kan bijvoorbeeld het eten van een banaan cholesterol helpen verlagen omdat ze rijk zijn aan die onverteerbare vezels. Daarnaast vind je deze vezels ook in biologische peulvruchten, psyllium, zoete aardappelen, appels, aardappels, citrusvruchten en peren.
Rosuvastatine kan spierproblemen veroorzaken, waaronder spierpijn, zwakte en gevoeligheid, myopathie genaamd . Bij sommige mensen kan de spier afbreken (rhabdomyolyse), wat ernstig kan zijn en zelden leidt tot nierschade en overlijden.
Er is niet één beste statine om te nemen. Er is geen enkele individuele statine die bewezen heeft het beste te zijn in het voorkomen van hartaanvallen en beroertes. Maar er is bewijs dat rosuvastatine en atorvastatine schadelijk cholesterol meer verlagen dan andere statines . Sommige mensen zullen duidelijk baat hebben bij het nemen van een statine.
Bij het aanpassen van medicatie is goede informatievoorziening een voorwaarde voor patiënttevredenheid en therapietrouw. Wij adviseren het gebruik van atorvastatine in plaats van rosuvastatine als middel van eerste keuze als de LDL-streefwaarde niet wordt bereikt met simvastatine.
De veiligste aanpak bij ernstige spierklachten of een sterk verhoogde creatinekinasewaarde is stoppen en overstappen op een andere statine wanneer de CK-waarde weer is genormaliseerd. Van alle statines geven pravastatine en fluvastatine de minste spierklachten.
Resultaten. Bij 3 en 6 maanden follow-up leidt Atorvastatine 40 mg tot een gemiddelde LDL-cholesterolreductie van respectievelijk 47,18 ± 20,81 en 50,03 ± 18,06 . Terwijl Atorvastatine 80 mg resulteert in een LDL-reductie van 50,11 ± 15,85 en 52,30 ± 13,72. De vergelijking tussen twee doses liet een niet-significant verschil zien (p = .
Wees matig met suiker en zout. Beperk het gebruik van sterk gezouten en erg zoete producten zoals kant-en-klare sauzen en soepen, zoutjes, snoep en frisdrank. Eet voldoende bonen, soja, noten en zaden (een bron van onverzadigde vetten). Kies volkoren graanproducten voor voldoende vezels.