Ajour breien wordt ook wel 'gaatjes breien' of kantbreien genoemd. Zonder steken te laten vallen creëer je een patroon van gaatjes. Dit patroon kan uit allerlei vormen bestaan. Van eenvoudige verticale strepen tot een elegant bloemendetail.
De ribbelsteek, in het engels ook wel de garter stitch genoemd, behoort tot de eenvoudige breisteken en is erg geschikt voor het breien van een sjaal. Deze breisteek is gebaseerd op recht breien, door middel van de 4 stappen: Insteken, omslaan, doorhalen en af laten glijden.
4e naald: *1 averecht, 2 steken averecht samen breien door de achterste lus, 9 averecht, 2 steken averecht samen breien, 1 averecht*. Herhaal *-* tot het einde van de naald. 5e naald: *1 recht, 2 steken recht samen breien, 7 recht, haal 2 steken recht af, zet ze weer op de linkernaald en brei ze recht samen, 1 recht*.
Misschien een inkopper, maar kies als eerste project alsjeblieft een sjaal. Een sjaal is rechttoe-rechtaan, is relatief snel klaar en je kunt altijd wel een nieuwe sjaal gebruiken. Ik raad je aan om een sjaal te beginnen in ribbelsteek (Engels: garter stitch). Dit betekent alleen maar recht breien.
Een sjaal voor volwassenen is 25 cm breed en ongeveer 2 meter lang. Wil wat meer precies aanwijzingen en draagtips dan is dit een informatief blog. Voor een baby'tje moet een sjaal natuurlijk kleiner zijn dan voor een kind. Brei dan een sjaal van ongeveer 10 cm breed en 65 cm lang.
Als je nog niet zo lang breit kun je het beste beginnen met een tamelijk kleine sjaal, groot genoeg om je warm te houden maar niet zo breed dat het breien eindeloos gaat duren. Als je breit met dik garen en naalden van US 8-10 (5 – 6 mm) moet je voor een leuke maat ongeveer 30 tot 40 steken opzetten.
Ajour breien is echt niet zo moeilijk als het eruitziet. Met een paar basistechnieken en een dosis geduld ga je zeker een eind komen. Neem rustig de tijd om het ajour-schema te lezen. Dit lees je namelijk van rechtsonder naar linksboven.
Een averecht gebreide steek kun je herkennen aan het 'bobbeltje' dat je kunt zien direct onder het lusje dat op je naald staat. Als je goed kijkt, kun je zien dat zo'n bobbeltje ontstaat doordat het lusje op je naald van-voor-naar-achter door de voorgaande steek is getrokken.
De Luie Wijvensteek wordt ook wel Riviersteek genoemd. Deze steek kan op verschillende manieren gebreid worden maar het komt altijd op hetzelfde neer: enkele steken laten vallen. Zo creëer je een mooi open patroon en brei je ook nog eens extra snel.
Kantbreien, wat is dat? Het uitgangspunt van kantbreien is: - dunne wol met naar verhouding te dikken pennen breien. Hierbij wordt een ajourpatroon ingebreid.
De patentsteek, ook wel buissteek genoemd, is een variatie op het boordpatroon. Het is een breisteek waarmee je een mooi dik en elastisch breiwerk krijgt die er aan de voor- en de achterkant hetzelfde uitziet. De patentsteek wordt bijvoorbeeld veel gebruikt voor sjaals en mutsen.
We raden 1 tot 3 bollen bulky wool aan voor een sjaal. We raden een bol aan als je een korte col wilt maken, zoals de Downtown Snood. We raden twee bollen aan als je een sjaal wilt maken, zoals de Highline Loop. We raden drie bollen aan voor een lange sjaal zoals de Glastonbury Scarf of de Cucho Scarf.
De breedte van een sjaal is redelijk standaard met 30–40 cm. Dit is breed genoeg om je nek warm te houden, zonder dat je je gezicht bedekt. Als hij breder zou zijn, zou je eruitzien alsof je een winkel ging beroven.
Diepvriezer. Heb je een prachtige wollen sjaal of trui in je kleerkast hangen? Stop hem dan gedurende 24 uur in je diepvries voor je hem aandoet. Deze tip werkt ook om stoffen zachter te doen aanvoelen.
Tegenwoordig is breien dé trend. Het ene breiboek na de andere vliegt je om de oren en ook breiwol vind je overal en in alle kleuren. Maar hoe begin je daar nu juist aan? Een trui breien is zeker niet moeilijk: je moet er enkel wat tijd voor vrijmaken.
Steken afkanten doe je altijd aan het begin van een naald. Als er in een breipatroon tóch staat dat je aan weerszijden moet afkanten, bedoelen ze dat je in de heengaande naald de steken aan de rechterkant moet afkanten en in de teruggaande naald de steken aan de linkerkant.
Na het opzetten van de steken wordt de eerste pen, of de eerste naald, gebreid. Hierna wordt beschreven hoe een rechtshandige breier kan breien.
KETTINGSTEEK RAND
De kettingrand vormt een heel mooie zelfkant, met een perfecte rand voor het opnemen van steken of voor het omstikken van naden. Maar als je een onzichtbare naad wil is deze manier niet ideaal. Goede kant: haal de eerste steek recht af zonder te breien en brei de laatste steek van de rij recht.
De rand van je breiwerk kan er soms rommelig uitzien. Dat komt doordat de eerste en laatste steken maar aan één steek vastzitten. Omdat de kant er dus rommelig uit kan zien, leren we vaak om de eerste steek af te halen. Dan krijg je een nette zijkant en we wennen onszelf aan om altijd de eerste steek af te halen.
KANTSTEEK 2: de ribbelsteek
Bij deze kantsteek brei je de eerste en de laatste steek van elke naald altijd recht. Het resultaat is een regelmatige, stevige rand met de karakteristieke 'knoopjes' erlangs. Geschikt voor breiwerk in ribbelsteek, sjaals en naden van kledingstukken.