In de 2de en 3de graad secundair onderwijs zijn er 4 onderwijsvormen. Het ASO legt de nadruk op een ruime algemene vorming.Er wordt niet voorbereid op een specifiek beroep.Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs.
Tot dan zijn de studierichtingen in de 3de graad ingericht volgens de 4 onderwijsvormen: Algemeen secundair onderwijs (aso): Het aso legt de nadruk op een ruime theoretische vorming. Het biedt je een stevige basis om hoger onderwijs te volgen.
Het algemeen secundair onderwijs (aso of a.s.o.), vroeger en nu ook nog vaak in spreektaal humaniora genoemd, is een onderwijsvorm in Vlaanderen. Het aso volgt op de eerste graad (de observatiegraad) van het secundair onderwijs en wordt ingedeeld in een tweede (de oriëntatiegraad) en derde graad (de determinatiegraad).
Derde graad
overgrootouders; achterkleinkinderen; neven en nichten (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
De elektrotechnische richtingen in tso behoren tot de dubbele finaliteit, die jou voorbereidt op zowel voortstuderen als gaan werken. De studierichtingen uit het bso behoren tot de arbeidsmarktfinaliteit, waarbij je meteen na het secundair onderwijs aan de slag kan in een toffe job.
In deze onderwijsvorm krijg je een brede theoretische vorming die je niet rechtstreeks voorbereidt op een beroep. Handenarbeid komt in deze onderwijsvorm niet aan bod.
Je wordt niet voorbereid op een specifiek beroep. Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
Een leerling behaalt het diploma secundair onderwijs: na het 2de leerjaar van de 3de graad ASO, TSO of KSO. na het 3de leerjaar van de 3de graad BSO (het 2de jaar van de 3de graad geeft recht op een getuigschrift)
4e leerjaar BSO
Je krijgt weinig algemene vakken. Je doet zélf, probeert zélf en krijgt zo ervaring in het beroep. Het beroepssecundair onderwijs bereidt je voor op de uitoefening van een beroep en is niet bedoeld als voorbereiding op hoger onderwijs.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO.
ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool. BSO is vergelijkbaar met het VMBO.
Daaruit blijkt dat over alle UHasselt-opleidingen 48 procent van de studenten slaagde in het eerste jaar. Er zijn echter grote verschillen als men kijkt naar de aso-richtingen waaruit de studenten komen. Zo scoort de richting Latijn-Wiskunde het best, met een slaagpercentage van 69 procent.
Het 3e + 4e jaar secundair onderwijs (SO) vormen de 2e graad. In de 2egraad kies je voor het eerst een studierichting. Het is een zeer belangrijke keuze, want ze geeft al een bepaalde richting aan je schoolloopbaan.
Studies in de sociale, politieke, pedagogische, psychologische, geschiedkundige, paramedische en culturele sector, de bestuurskunde, de communicatiewetenschappen, … zijn voor de hand liggend. Ook criminologie en rechten behoren tot de mogelijke vervolgopleidingen.
Met de modernisering van het secundair onderwijs, die in het schooljaar 2021-2022 start in het 3de jaar, gebruiken we de benamingen ASO / BSO / KSO / TSO niet meer. Men heeft die onderwijsvormen vervangen door finaliteiten.
Je kunt al starten met een mbo-opleiding als je een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 hebt. En je houdt zicht op een hbo-diploma: als je je mbo-diploma hebt gehaald, kun je doorstromen naar het hbo.
MBO4 is de vierjarige Middelbare Beroeps Opleiding met een groot aantal specialisaties voor de verschillende beroepen. Mavo heb je nodig om toegelaten te worden op een MBO-opleiding. Mavo is dus een VOOR-opleiding voor MBO. Na het basisonderwijs heb je dus in totaal 8 jaar nodig voor een MBO-4 diploma.
A2 is de oude benaming voor het huidige 'diploma secundair onderwijs'. Hoewel de benaming al officieel werd afgeschaft in de 70-er jaren, wordt deze nog veel gebruikt. Benaming voor een intussen niet meer bestaand onderwijsniveau, namelijk Lager Secundair Technisch. De term wordt soms nog gebruikt bij vacatures.
Ja, dat mag. Elke leerling met een diploma secundair onderwijs (aso, bso, kso, tso) mag naar het hoger onderwijs. Let op: als je een richting volgt in het beroepsonderwijs (bso) dan moet je eerst een specialisatiejaar (7e jaar) volgen om je diploma te halen en te kunnen verder studeren.
Vrije beroepen zijn o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bedrijfsrevisoren, verzekeringsmakelaars en zakenkantoren. Het taalonderricht wil uw woordenschat uitbreiden, rekening houdend met de soms erg verschillende vooropleidingen.
Eenmaal je je diploma secundair onderwijs op zak hebt, kan je kiezen om te gaan werken maar je kan ook verder studeren. Dat wil zeggen dat je naar een hogeschool of een universiteit kan gaan om een bachelor en/ of een master te behalen. Dat kan niet alleen na een tso-richting, maar evengoed na een bso-richting.
Voor een A-vak moet je altijd 50% behalen. Wij delibereren nooit voor A-vakken. Voor B-vakken mag je enkele onvoldoendes hebben.