Het is dus 10 minuten voor 9 uur oftewel 10 minuten voor 9. Leg uit dat je bij tijden met 5 en 10 voor de minuten terug telt van het hele uur.
Op deze klok zie je dat de minuten op 10 staan. Door in de afbeelding "Minuten aflezen op de klok" te kijken, zie je dat 10 minuten in het rode stuk valt. Dat betekent dat het "over" het hele uur is. Het is 10 minuten over 9 's ochtends.
– 8.38 uur: acht over halfnegen / tweeëntwintig voor negen; – 8.40 uur: tien over halfnegen / twintig voor negen; – 8.49 uur: elf voor negen; – 8.52 uur: acht voor negen.
07:50 → Het is tien voor acht.
Als we zeggen 'Het is half 9' dan hebben we een uur in twee helften verdeeld. Een uur bestaat dan uit twee stukken. Als we zeggen 'Het is kwart voor 9' dan hebben we blijkbaar ineens datzelfde uur in vier stukken verdeeld, kwarten of kwartieren.
Laat de klok zien en vertel dat er 9 uren op staan en 45 minuten. Het is dus kwart voor 10 's ochtends. Leg uit dat een uur uit 60 minuten bestaat, een half uur uit 30 minuten en een kwartier uit 15 minuten. Laat met behulp van de klok zien dat het 7 uren zijn en 15 minuten (een kwartier).
Hoe laat is het op de klok? Antwoord: 10 minuten over half 4.
20:00 uur is gelijk aan 8 uur 's avonds. Het is een half uur na 8 uur 's avonds. Na 20:00 uur wordt het 21:00 uur (9 uur 's avonds). Het is dus half 9 's avonds.
Tijdstippen voor 12 uur 's middags worden als AM beschouwd, terwijl tijdstippen na 12 uur 's middags als PM worden beschouwd. Dus, als het 10:00 uur is, is het 10:00 uur AM. Als het 14:00 uur is, is het 2:00 uur PM.
Middernacht is het tijdstip van twaalf uur 's nachts, wanneer officieel de ene dag overgaat in de volgende.
In Nederland wordt met voormiddag en namiddag doorgaans de tijd bedoeld respectievelijk aan het begin van de middag (ongeveer 12-14 uur) en aan het eind van de middag (ongeveer 16-18 uur).
Bij halve uren gebruik je het woord 'past' als je de tijd wil aangeven, bijvoorbeeld: 09:30 = it's half past nine. 13:30 = it's half past one.
Het is net 5 voor half 9 geweest.
Het cijfer 5 staat gelijk aan 5 minuten voor half. De grote wijzer staat net iets verder. Het zal dan ongeveer 4 minuten voor half 9 zijn.
Zo is half 8 's avonds 20:30 op de digitale klok. Laat met behulp van het voorbeeld zien hoe je half 5 's middags op de digitale klok zet. Je telt er dan 12 uur bij.
18:30 → Het is half zeven 's avonds.
Andersom haal je er juist 12 uur vanaf. Dus kwart voor 11 's avonds op de analoge klok wordt 22:45 op de digitale klok. Oefen samen met de leerlingen de twee sommen.
Leg uit dat de halve uren van de analoge klok overeenkomen met de halve uren in lage uren op de digitale klok. Dus half 2 op de analoge klok is 01:30 uur. Half 3 op de analoge klok is 02:30 enzovoort. Benadruk dat je half 1 uur 's nachts in lage uren op de digitale klok als 00:30 zet en niet als 12:30.
Volgens de Taalunie is beide correct.
Als iemand 's middags aan je vraagt hoe laat het is (en het is 15:30), dan kan je gewoon zeggen: it is half past three.
Als je op de klok 16:15 ziet, dan is het kwart over vier in de middag. Als je op de klok 16:30 ziet, dan is het half vijf in de middag. Als je op de klok 16:45 ziet, dan is het kwart voor vijf in de middag.
Dit getal is als volgt tot stand gekomen: Een fulltime medewerker werkt: 8 uur per dag. x 5 dagen per week (8 x 5 = 40 uur)
Zo is 3 uur 's middag 15:00 op de digitale klok. Laat met behulp van het voorbeeld zien hoe je 5 uur 's avonds op de digitale klok zet. Er telt er dan 12 uur bij.
Als je op de klok 16:15 ziet, dan is het kwart over vier in de middag. Als je op de klok 16:30 ziet, dan is het half vijf in de middag. Als je op de klok 16:45 ziet, dan is het kwart voor vijf in de middag.