Eén ei kun je vervangen door 50 gram appelmoes of een halve, liefst goed rijpe, gepureerde banaan. In hartige gerechten kun je in plaats van één ei 50 gram tomatenpuree, aardappelpuree of pompoenpuree gebruiken, maar ook 2 eetlepels maïzena, aardappelzetmeel of kikkererwtenmeel gemengd met 2 eetlepels water.
Vervang eigeel door sojamelk
Als je eigeel wilt gebruiken om je gebak mee te bestrijken, kan je het ei vervangen door sojamelk. Dit geeft je gebak een mooie bruine kleur en glans. In het gebak zelf kan je het beste een eierdooier vervangen door een kant-en-klare eivervanger.
Wil je je gerechten een glans geven? Dan kun je de bovenkant van je zoete lekkernij bestrijken met abrikozenjam. Een hartige taart of quiche kun je bestrijken met melk of amandelmelk.
Kluts je ei in een kommetje en leng het aan met een klein scheutje melk. Dat hoeft echt niet veel te zijn, een flinke slok om het te vergelijken. Dit mengsel geeft een mooie glans aan je baksels en voorkomt dat er zich vellen vormen op het oppervlak.
Leg ze op een vel bakpapier op het ovenrooster, bestrijk met de melk (daar gaan ze mooi van glanzen) en bak ze een half uurtje in de oven. Happy holidays!
Wil je ze voor het serveren weer knapperig, dan kun je ze nog even oppiepen in een oven van zo'n 180 °C. Let er op dat je bladerdeeg dat je gaat vullen na het bakken, bijvoorbeeld met banketbakkersroom of slagroom, zo kort mogelijk van tevoren vult. Door het vocht uit de vulling wordt het gebakken deeg minder krokant.
Loskloppen is het langzaam mengen van een ei, zonder dat de substantie luchtig wordt. Je kunt een ei loskloppen met behulp van een vork of een garde, maar let er hierbij op dat je niet teveel kracht en tempo gebruikt.
Zwaar eistrijksel. Bestaat uit heelei met extra dooier of koffiemelk. Door de dooier of suikers uit de koffiemelk krijgen producten extra glans en een mooie bruine kleur. Het wordt voornamelijk gebruikt bij staven en letters.
Bladerdeeg heeft een gladde en een ruwe kant. De kant waar het papier zit, is de gladde kant en hier moet de vulling op, want deze kant plakt goed dicht. Vervolgens goed aandrukken met een vork en de hapjes blijven goed gesloten en mooi van vorm.
Glanzend (blader)deeg
Zoet gebak met bijvoorbeeld bladerdeeg kun je bestrijken met abrikozenjam om een glanzend laagje te krijgen. Voor hartige gerechten kun je een eetlepel maïzena oplossen in wat warm water en het daarmee bestrijken.
Appelmoes is een ook hele goede ei vervanger. Net zoals de banaan zorgt ook appelmoes voor een lichtzoete smaak en een gemiddelde stevige structuur van jouw baksels. 80 gram appelmoes staat ongeveer gelijk aan 3 eetlepels. Net zoals banaan en appelmoes is pruim een hele goede ei vervanger.
De vegan eieren worden gemaakt van algan: een ingrediënt dat wordt gewonnen uit een groep algen die zich in zeewater of watersystemen bevinden. Helemaal plantaardig dus. En tóch kun je er gewoon roerei en omeletten mee maken – die er behoorlijk 'echt' uitzien.
Maak hiervoor een “papje” van 2 el bloem + 2 el boekweitmeel + 1,5 dl water. Dep het lapje vlees of de visfilet droog. Kruid met peper en zout. Haal het vlees of de vis door het “papje”, laat even uitlekken en haal het dan door het paneermeel.
Ei wordt vaak gebruikt als bindmiddel of verdikkingsmiddel in een beslag. Je kunt het ei dan op verschillende manieren vervangen. Zoete recepten: vervang een ei in zoete recepten voor 50 gram appelmoes of een halve overrijpe geprakte banaan.
In principe eten vegans geen eieren, omdat dieren niet ons bezit zijn en hun eieren evenmin. Daarnaast is het goed om stil te staan bij welk signaal je afgeeft door ei te eten, waar de kippen vandaan komen (industrie) én wat kippen zelf doen met hun eieren.
Doreren: bestrijken van een deeg met losgeklopt ei waaraan een snufje zout is toegevoegd, om een goudgele kleur te verkrijgen of om stukken deeg of deegsoorten aan elkaar te plakken. (bron: het bakboek, Piva). Dorure: een of meerdere losgeklopte eieren, eventueel losgeklopt met een snufje zou voor het doreren.
De korst van een gebakken brood is vrij dof van kleur. Wanneer je deze bestrijkt met water, of zoals wij dat doen, met een plantenspuit in de nevelstand lekker nat spuit krijgt het brood ineens wat glans. Ook wordt de kleur een stuk dieper. Als bonus krijgt de korst extra geur.
Croissantdeeg wordt in bakkerstermen ook wel getoerd gerezen deeg genoemd. Het geheim van luchtige, knapperige croissants zit hem in dit deeg: het draait allemaal om de laagjes. Zelf croissants maken kan in het begin wat lastig zijn, maar oefening baart kunst!
Je kunt eiwit opkloppen met de hand, maar om eerlijk te zijn gebruik ik altijd een mixer. Dat is wel zo makkelijk en het kost je veel minder energie. Doe de eiwitten met een snufje zout in een kom en begin met kloppen. Als het mengsel schuimig begint te worden kun je lepel voor lepel de suiker toevoegen.
In combinatie met een gezond voedingspatroon kan het natuurlijk geen kwaad om af en toe bladerdeeg te eten, maar het is - door de hoeveelheid (verzadigde) vetten - niet erg goed voor je hart en bloedvaten en verhoogt je cholesterol.
Beleg je vorm eerst met bakpapier. Rond voorgemaakt bladerdeeg zit meestal al een vel bakpapier, dat kan je perfect gebruiken. Leg daarop je bladerdeeg, als je teveel deeg hebt, duw je dat terug naar binnen, tegen de rechtopstaande rand. Prik gaatjes in je bladerdeeg met een vork.
Het grootste verschil met bladerdeeg is dat filodeeg niet uit die vele laagjes bestaat. Filodeeg is ook een stuk minder vet, rijst niet tijdens het bakken, maar wordt wel heerlijk krokant. Een laagjes effect kan je wel zelf creëren: besmeer wat vellen filodeeg met een dun laagje (olijf)olie en leg ze op elkaar.