Wat eet de ijsbeer? Het lievelingskostje van de ijsbeer is de rob. Urenlang kan hij bij een ademgat wachten, totdat zijn slachtoffer adem komt halen. Daarnaast eet een ijsbeer vis, walrus en walvis, maar ook vruchten in de periode dat hij op het land leeft.
IJsberen zijn roofdieren. Dit betekent dat zij andere dieren opeten. Soms eten ze vogels, vissen en eieren, maar het meest eten ze robben en zeehonden. Ze vangen deze dieren door hen bij de gaten in het ijs op te wachten.
Wat eet een ijsbeer? Ze jagen vanaf het ijs op dieren als zeehonden en walrussen. Soms eten ijsberen planten zoals zeewier, gras en bessen. Maar meestal eten ze vlees.
WAT EET IK? De bruine beer is een omnivoor (alleseter) die voornamelijk plantaardig voedsel zoals vruchten, zeewier, zaden, noten, bessen, wortels en knollen eet. Hij heeft een voorliefde voor honing en andere zoetigheid. Verder eet een bruine beer insecten, vissen, kleine zoogdieren en (dode) grotere dieren.
Omdat de ijsbeer niet het hele jaar door voedsel kan vinden, slaat hij vet op om het enkele maanden te kunnen uithouden zonder eten. Soms kan hij wel 4 maanden lang helemaal niets eten!
Geen winterslaap
Zwangere ijsberen gaan wel hun hol in. Zij slapen tot maart. Dan worden de jonkies geboren. Lekker warm onder de grond.
IJsberen kunnen onder water ook hun neusgaten dicht houden, waardoor zij zelfs 100 kilometer ver kunnen zwemmen zonder te stoppen. IJsberen hebben het nooit echt koud. Zelfs niet onder een deken van sneeuw. Dat gebruiken ze juist om warm te blijven tegen koude temperatuur en harde wind.
De beer is een alleseter: hij eet planten, wortels, paddenstoelen, vruchten, maar ook vis, insecten en kleine zoogdieren. Hij is ook dol op honing, maar dat wist je waarschijnlijk al, nietwaar?!
Beren eten niet altijd alles. Soms kunnen ze een jaar enkel gras, wortels en bessen eten. Een andere belangrijke voedselbron voor de bruine beer zijn vogeleieren.
Beren zijn omnivoren, dat betekent dat ze bijna alles eten. Met uitzondering de ijsbeer, die is carnivoor hij eet zeehonden bij voorkeur de speklaag.
Door temperatuurstijging smelt namelijk het zee-ijs in rap tempo. In dit tempo zal binnen één generatie het grootste deel van de Noordpool 's zomers ijsvrij zijn. Ondanks dat ijsberen goede zwemmers zijn, redden zij het natuurlijk niet om zonder ijs te overleven op de Noordpool.
De gemiddelde ijsbeer verbrandde 13.200 calorieën per dag. Om gewoon maar op gewicht te blijven, zouden ze elke 5 tot 10 dagen 1 zeehond moeten vangen.
De topsnelheid is 40 kilometer per uur. Dat is sneller dat de snelste mens op aarde. IJsberen hebben zwemvliezen tussen hun tenen en kunnen daardoor goed zwemmen. Ze kunnen twee minuten onder water blijven, maar ze duiken niet dieper dan 1 tot 2 meter.
IJsberen eten geen pinguïns. Dat kan ook helemaal niet want ze komen elkaar nooit tegen. Dat komt omdat pinguïns op de Zuidpool wonen en ijsberen op de Noordpool. Omdat deze koudste plekken ter wereld heel ver van elkaar vandaan liggen, komen er verschillende dieren voor.
IJsberen kunnen hun prooi tot een kilometer ver weg en een meter onder de sneeuw ruiken.
Beren zijn geen echte winterslapers, maar houden een winterrust. Toch werkt het ontwaken bij hen hetzelfde als voor échte winterslapers als de grondeekhoorn. Allen hebben een interne klok die regelt wanneer het tijd is om weer actief te worden. “Die klokt werkt behoorlijk nauwkeurig”, zegt bioloog Roelof Hut.
Ten eerste houdt de beer niet echt een winterslaap. Bij beren heet dat winterrust. Beren gaan in de zogenoemde winterrust vanwege hun omvang. Zoogdieren die in winterslaap gaan, zijn echt de hele winter niet te zien.
Enerzijds zijn er grote roofdieren zoals leeuwen en beren: die zien mensen als voedsel en jagen er zelfs op. Anderzijds heb je dieren zoals hyena's, die wanneer ze de kans krijgen een kind zullen meegraaien, maar een volwassene pas zullen aanvallen indien ze worden uitgedaagd.
De Maleise beren, die ook wel honingberen worden genoemd, hebben een sterk reukvermogen en ze ruiken van een afstand al waar ze hun maaltijd moeten zoeken. In de dierentuin eten ze dan ook graag honing, vandaar de bijnaam honingberen. Met hun lange tong likken ze de honing van de bomen op.
Het dier heeft zich aangepast aan verschillende leefgebieden: zo leven er beren in Azië, Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Sommigen leven in grotten, anderen weer in holen; de meesten leven wel alleen. De dieren verplaatsen zich over land, maar kunnen ook goed klimmen en zwemmen.
Er zijn meestal 2 jongen, die in december of januari in een sneeuwhol worden geboren. Een enkele keer worden één tot vier welpen geboren. Bij de geboorte zijn de jongen ongeveer 600 gram zwaar en 25 centimeter lang.
IJsberen hebben geen natuurlijke vijanden. Ze zijn zelf sterke, intelligente en geduldige jagers en staan bovenaan de voedselketen in het noordpoolgebied. IJsberen kunnen urenlang blijven wachten boven het ademgat van een zeehond in het ijs, tot er een zeehond opduikt.
De ijsbeer is enorm sterk en kan zonder probleem een beest van 70 tot 90 kg uit het water trekken, met relatief weinig moeite. De klauwen van een ijsbeer beschadigt de 'zeerob' die uit het water meestal zo erg, dat hij niet meer in staat is te bewegen of tegen te stribbelen.