De mannen dragen een Kurta, een loshangend lang overhemd en een Dhoti. De Dhoti is een lang breed witte doek dat je om de middel van de man bindt en tot de enkels komt. De Javanen zijn net als de Hindoestanen als contractarbeiders naar Suriname verschepen.
De koto (rok en blouse) en de angisa (hoofddoek) behoren tot de klederdracht die in Suriname is ontstaan tijdens de slavernijperiode. In de loop der tijd ontwikkelden zich verschillende kotostijlen, aangepast aan verschillende gelegenheden. Onder de koto worden twee onderrokken gedragen.
Neem zoveel mogelijk katoenen kleding mee, die niet te zwaar is, goed tegen een stootje kan en gemakkelijk te wassen is. Het kan 's avonds afkoelen, denk dus ook aan iets warms met lange mouwen voor de avonden. De zon is scherp in Suriname dus vergeet niet een hoofddeksel en een zonnebril mee te nemen.
Een dashiki is een West-Afrikaanse loszittend kleurrijk overhemd. Traditioneel gedragen door mannen. "Uit respect voor mijn voorvaderen draag ik een 'Pangi' om mijn borst. Mijn voorouders hebben 155 jaar geleden voor vrijheid gestreden.
De pangi is een lange, rechthoekige doek die vrouwen uit de Aukaanse Marron gemeenschap uit Suriname tot boven hun navel om hun middel wikkelen.
De mannen droegen, wanneer zij uitgingen, een pak en hoed. Chiquer dan het dragen van een hoofddoek was het dragen van een strohoed op de hoofddoek.
Een koto is de rok van het traditioneel Creools-Surinaamse vrouwenkostuum. Samen met de koto draagt de kotomisi (de vrouw die de koto draagt) vaak nog een jaki (bovenkleding) en een angisa. De angisa kan ook zonder koto gedragen worden en is een gesteven doek die als hoofddeksel gedragen wordt.
Weetje: Vroeger heette Suriname, Nederland-Guyana. Dus hadden we Brits-Guyana, Nederlands-Guyana en Frans-Guyana, om het even moeilijk te maken. Suriname heeft een tropisch regenwoudklimaat, met een grote en kleine regentijd.
Op deze feest- en herdenkingsdag wensen mensen elkaar Wan Switi Manspasi Dey (een fijne emancipatiedag).
In Suriname wordt Keti Koti ook wel de Dag der Vrijheden of 'Emancipatiedag' genoemd. Keti Koti betekent letterlijk 'ketenen gebroken'. Gehuld in traditionele kleding vieren Surinamers en Antilianen dat op 1 juli 1863 de ketenen van hun tot slaaf gemaakte voorouders zijn gebroken.
Het is een bekende vouwvorm van de angisa, welke wordt gedragen wanneer een vrouw weet dat er over haar wordt gepraat en zij wil laten weten dat ze zich er niets van aantrekt. Ze heeft de kleding laten maken in Suriname.
Fooi geven in Suriname is gebruikelijk en dit wordt dan ook erg gewaardeerd. Je kunt denken aan een fooi van 10% als je in een restaurant hebt gegeten.
De betekenis van de Surinaamse vlag
Het groen staat voor de vruchtbaarheid van het land en de hoop op een welvarende toekomst. Het wit symboliseert gerechtigheid en vrijheid, terwijl het rood staat voor de liefde voor het land en de moed van de bevolking.
Sranantongo, kortweg Sranan en in het Nederlands ook wel het Surinaams genoemd, is een in Suriname gesproken creoolse taal en wordt daarom ook soms aangeduid als het Surinaams Creools. Het geldt samen met het Nederlands als lingua franca in Suriname en de Surinaamse diaspora als een wijdverspreide contacttaal.
De Surinamers begroeten elkaar door een hand te geven of te omhelzen.
De koto die Lisbeth draagt heet een bigi-koto. Letterlijk vertaald: grote/wijde rok. Deze koto behoort tot de speciale feestkleding. Onder haar gele koto draagt ze een lange donkergele onderjurk die aan de onderkant een beetje zichtbaar is.
Het feest duurt tot 23.00 uur en wordt tussen 14.00 en 15.00 uur stilgelegd.
Keti koti is een begrip uit het Sranantongo en betekent 'verbroken ketenen'. Het staat symbool voor de afschaffing van de slavernij in de toenmalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen op 1 juli 1863.
Op 1 juli is het Keti Koti. Op deze dag herdenken we de afschaffing van de slavernij in 1873 in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. Daarnaast vieren we de vrijheid. FunX vindt dat deze dag nooit vergeten mag worden en daarom een officiële vrije dag moet worden.
Mensen in Suriname zijn zoals eerder vernoemd, enorm open en ontspannen, en zo begroeten ze je ook. Enorm vriendelijk, en je wordt er blij van hoe ze hier met elkaar omgaan. Iedereen maakt ook een praatje met elkaar en met jou, dit is voor Surinamers heel normaal en dit vinden ze ook leuk.
De Hindostanen vormen de grootste groep, met 151 duizend. Ze wonen vooral in Den Haag, Rotterdam, Zoetermeer en Almere. Daarna volgen de Creolen, met 132 duizend. Zij wonen overwegend in Almere, Amsterdam en Rotterdam.
De koto is een traditioneel kledingstuk van Creoolse vrouwen in Suriname. Vrouwen die een koto dragen worden kotomisi genoemd (misi betekent mevrouw). De koto wordt nog steeds gedragen bij feestelijke gelegenheden.
Een angisa of anyisa is een op een speciale manier gevouwen haarband of hoofddoek, die wordt gedragen in combinatie met de koto door de vrouwelijke Creolen in Suriname.
De Angisa: hoofddoek als communicatiemiddel. Met deze vierkante gesteven hoofddoeken konden vrouwen in Suriname boodschappen aan elkaar doorgeven, gemoedstoestanden uitdragen of bijvoorbeeld een geliefde uitnodigen.