Het lichaam zet zetmeel om in glucose, waaruit het energie haalt. Sommige zetmeelsoorten, zoals deze bijvoorbeeld voorkomen in peulvruchten, zijn zo opgebouwd dat ze niet goed afgebroken worden. Ook verhit zetmeel dat daarna weer afkoelt breekt niet meer of moeilijker af.
Zetmeel bestaat uit koolhydraten. Dit zijn voedingsstoffen die energie leveren aan het lichaam. Zetmeel kan ook in een bepaalde vorm worden toegevoegd aan voedingsmiddelen, bijvoorbeeld als bindmiddel in soepen, sauzen of pudding.
Als je lichaam zetmeel verteert, wordt het omgezet in suikers, waarna je het als energie gebruikt. Resistent zetmeel is hier een uitzondering op. Dit type zetmeel is namelijk onverteerbaar (vandaar de naam resistent). Het komt daardoor via je maag en dunne darm in je dikke darm terecht.
Wanneer je minder zetmeel eet, krijg je minder calorieën en minder energie binnen. Hoe minder energie je binnenkrijgt, hoe eerder je lichaam de vetreserves gaat gebruiken. Hierdoor val je af. Ook zit zetmeel vaak in bewerkte producten.
Ook het excuus van zetmeel gaat niet op, hoewel veel mensen denken dat zetmeel dik maakt. Eén gram zetmeel levert slechts vier calorieën, terwijl één gram vet 9 calorieën oplevert. Het beeld wat we van de aardappel hebben is niet helemaal het juiste, zo blijkt wel.
Simpel gesteld mag je dagelijks 5 tot 7 gram koolhydraten per kilo lichaamsgewicht. Stel, je weegt 70 kilo… Dit betekent dat je tussen de 350 gram en 490 gram koolhydraten per dag nodig hebt.
100 gr bruin brood (ongeveer 3 middelgrote sneden) is ongeveer 240 kcal of 1 snede brood is ongeveer 80 kcal. 100 gr gekookte aardappelen (ongeveer 2 middelgrote aardappelen) is 76 kcal. Brood en aardappelen zijn dus geen calorierijke voedingsmiddelen maar wel zeer waardevol in onze voeding.
Onverteerbaar zetmeel heeft niet alleen een gunstig effect op de darm en de darmflora maar ook nog een groot aantal andere gezondheidsvoordelen21-35. Het gebruik van onverteerbaar zetmeel verlaagt het risico op: Dikke darmkanker. Insuline resistentie, de oorzaak van diabetes type 2.
zetmeel in havermout? zo'n 85%, van de koolhydraten in havermout bestaat uit zetmeel. En 25% van deze zetmeel is resistent zetmeel. Dit zetmeel wordt niet afgebroken en lijkt op een soort vezel.
Zo stijgt de bloedsuikerspiegel langzaam na zowel het eten van een suikerrijke appel als na het eten van zetmeelrijke pasta. Zetmeel heeft minder nadelen dan suikers en daarom is het eten van zetmeel dus beter dan het eten van suiker.
Bijna alle Hollandse kazen kunnen geraspt worden, maar aan (zeer) jonge kaas moet dan wel zetmeel worden toegevoegd om het minder plakkerig te maken. Volgens de Warenwet mag er echter niet meer dan 3% zetmeel worden toegevoegd. Hoe ouder de kaas, hoe minder plakkerig en des te makkelijker te raspen.
Aardappelen zijn goed voor je darmen. Naast het feit dat resistent zetmeel in aardappelen de bloedsuikerspiegel ten goede kan komen, kan het ook bijdragen aan een goede darmflora. Wanneer de stof de dikke darm bereikt, wordt het een waardevolle voedingsbron voor heilzame darmbacteriën.
Het zetmeel wordt verteerd tot losse 'kralen', zodat het door de kleine openingen van de dunne darmwand kan. De vertering van zetmeel begint in de mond. Wanneer je op een stukje brood kauwt dan vermengt zich dit met speeksel. In het speeksel zitten de 'scharen' om het zetmeel klein te maken.
Samen met vetten en eiwitten zijn koolhydraten de hoofdbestanddelen van voeding. Koolhydraten is de verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Ze zitten vooral in brood, aardappelen, rijst, pasta, fruit en peulvruchten.
1) Havermout is rijk aan bètaglucaan
Zo nemen de oplosbare vezels veel vocht op in de darmen en binden ze daarbij cholesterol. Uit onderzoek is gebleken dat het eten van 3 gram bètaglucaan per dag (gelijk aan ongeveer 70 gram havermout) je LDL-cholesterol met ongeveer 7% kan verlagen.
De inname van een kleine hoeveelheid per dag kan geen kwaad. Het veelvuldig binnenkrijgen van fytinezuur remt de opname van mineralen als magnesium, ijzer, calcium en zink. Als er een overdaad aan fytinezuur aanwezig is, dan hebben deze mineralen geen schijn van kans.
Havermout levert net als brood koolhydraten, eiwitten, vezels, B-vitamines en mineralen. Daarom kun je haverproducten prima gebruiken als je een keer iets anders wilt dan brood. Maar je kunt brood beter niet volledig vervangen door havermout. Aan brood wordt namelijk jodium toegevoegd en aan havermout niet.
Als je ontlasting te dun is of je last hebt van diarree, is het goed om voldoende vezels te eten. Doordat vezels vocht vasthouden, wordt de ontlasting steviger en dikker. Eet bijvoorbeeld volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, peulvruchten, aardappelen en fruit.
Als je pasta afkoelt en opwarmt, wordt een deel van het zetmeel omgezet in dit 'vezelachtige' resistente zetmeel. Doordat resistent zetmeel slecht verteerd wordt, komt er nauwelijks glucose uit dit zetmeel in het bloed. Voedingswaarden van levensmiddelen kunnen door invriezen dus een beetje veranderen.
Het remmende effect van alkaloïden uit aardappels op het enzym acetylcholine-esterase kunnen de volgende symptomen tot gevolg hebben: Zweten. Overgeven. Diarree.
Pas wel op dat je brood niet helemaal weglaat. Want naast een tekort aan vezels, ligt een tekort aan jodium op de loer. Aan brood wordt namelijk meestal jodiumhoudend zout toegevoegd. Dat gebeurt omdat wij in Nederland weinig jodium binnenkrijgen.
Gemiddeld eten we namelijk zo'n 134 gram brood per dag. Dat staat gelijk aan 3,5 tot 4 sneetjes. Maar als je kijkt naar onderstaande tabel van het Voedingscentrum ligt dat toch echt op de ondergrens van het advies. Volwassen mannen hebben namelijk zo'n 6 tot 8 sneetjes brood per dag nodig en vrouwen zo'n 4 tot 5.