Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die het lichaam dagelijks nodig heeft. De arts schrijft sondevoeding voor als u door ziekte, een behandeling of een operatie niet voldoende kunt of mag eten. Een goede voedingstoestand is nodig om in goede conditie te blijven en zorgt voor een betere genezing.
Door het gebruik van sondevoeding bent u in de meeste gevallen verzekerd dat u voldoende voeding binnen krijgt. Een goede voedingstoestand draagt bij aan uw conditie en weerstand maar ook aan het herstel na een behandeling. Uw arts of diëtist bepaalt welke sondevoeding, hoeveel en hoelang u sondevoeding moet gebruiken.
☞ Wanneer de sondevoeding continu wordt toegediend, moet het toedieningssysteem tot aan de sonde na maximaal 96 uur worden vervangen. ☞ De voeding via de sonde of de PEG-katheter wordt binnen 24 uur toegediend, hetgeen inhoudt dat de zak of fles met voeding niet langer dan 24 uur mag aanhangen.
Gebruik van sondevoeding
Als de sonde alleen gebruikt wordt om vocht aan te vullen, wordt meestal drie tot vier keer per dag een hoeveelheid water gegeven van 250 tot 300 ml. Zolang het slikken veilig is, kunt u naast de sondevoeding nog eten of drinken wat u lekker vindt.
Een goede voedingstoestand draagt bij aan uw conditie en weerstand maar ook aan het herstel na een behandeling. Uw diëtist bepaalt welke sondevoeding, hoeveel en hoelang u sondevoeding moet gebruiken. Dit kan variëren van enkele weken tot een aantal maanden of zelfs levenslang, afhankelijk van uw situatie.
Sondevoeding en ontlasting. Sondevoeding geeft weinig ontlasting dus u kunt een ander ontlastingspatroon verwachten dan u gewend was. Voor een goede stoelgang en om verstopping te voorkomen is het belangrijk dat u per dag minimaal twee liter vocht gebruikt.
Een 'neus-maagsonde' kan door een verpleegkundige worden ingebracht. De verpleegkundige schuift de sonde via uw neus, keel en slokdarm naar uw maag. Het invoeren van de sonde kan een vervelend gevoel geven, maar meestal gaat dit zonder problemen.
Ze bevat alle voedingsstoffen die het lichaam elke dag nodig heeft zoals vetten, koolhydraten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen. Sondevoeding wordt gegeven als u door ziekte, na een operatie of door een behandeling niet voldoende of helemaal niet kan of mag eten.
Energierijke sondevoeding bevat 1,5 kcal/ml energie (hypercalorisch).
Wat moet ik met mijn sondevoeding doen tijdens het douchen en aankleden? Voor het douchen kunt u de pomp uitzetten en het systeem even afkoppelen. U kunt het dopje, dat aan uw sonde zit, op de sonde zetten en die afsluiten. U dient het voedingssysteem elke 24 uur te verwisselen.
Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Indicaties voor sondevoeding
Indicaties zijn: niet voldoende kunnen eten en drinken, bijvoorbeeld vanwege misselijkheid of slikstoornissen. niet mogen eten en drinken, bijvoorbeeld vanwege een grote operatie in het maag-darmkanaal of fistel (niet natuurlijke tunnel) in het darmkanaal.
Bij een PEJ en een jejunumkatheter wordt de sondevoeding alleen druppelsgewijs toegediend, omdat toediening per portie mogelijk klachten geeft. Normaal gesproken blijft ons voedsel ongeveer twee tot drie uur in de maag, waar het wordt fijngemalen en gekneed.
Mogelijk wordt u misselijk doordat de sonde niet goed zit. Hierbij kan het helpen de positie van de sonde te laten verplaatsen; Mogelijk bent u misselijk doordat er een te hoge toedieningssnelheid is ingesteld. Door de toedieningssnelheid te verlagen zal de misselijkheid mogelijk kunnen zakken.
U kunt water door de voedingssonde geven, of – als dat mag – kunt u het drinken. Neem contact op met uw (huis)arts als de diarree langer dan 3 dagen aanhoudt. Bent u sinds kort veranderd van sondevoeding, neem dan contact op met uw behandelend diëtiste.
Een neusmaagsonde wordt geplaatst wanneer de patiënt niet of niet voldoende kan of wil eten via de mond.
Mondverzorging. Een patiënt die sondevoeding krijgt, kauwt vaak minder en vloed vaak minder speeksel af. Hierdoor is de kans op ontstekingen en irritaties in de mond groter. Om dit te voorkomen is het kauwen van suikervrije kauwgom, zuigen van snoepjes en mondhygiëne (tanden en tong 3x per dag poetsen) extra belangrijk ...
Uw tanden 2 tot 4 keer per dag te poetsen met een zachte borstel. Dit geldt ook voor een gebitsprothese. Regelmatig uw mond te spoelen met water, als u niet mag drinken. Vaseline te gebruiken bij droge lippen.
Hieronder enkele tips als u naar buiten gaat: Sondevoeding neemt de omgevingstemperatuur aan. Als u een voedingspomp gebruikt, kunt u de voeding bij erg koud weer op temperatuur houden door de verpakking in een handdoek of bubbeltjesplastic te wikkelen en in de Flocare tas te vervoeren.
Gedurende de weken dat je drink- of sondevoeding gebruikt, hou je contact met de arts en diëtist hoe het met je gaat. Ook wordt gekeken of de voeding je darmen voldoende tot rust brengt of dat er toch medicijnen nodig zijn. Na 8 weken wordt bepaald of je weer mag beginnen met eten en drinken.
Wanneer de sonde goed ligt kunt u toediening van de voeding starten. De dagelijkse controle of de sonde goed ligt kunt u als volgt doen: De verpleegkundige heeft bij het plaatsen van de sonde een streepje op de sonde gezet.Controleer of dit streepje nog bij uw neusingang zit.
Bij kort durende sporten kan de sondevoeding gewoon worden afgekoppeld.Bij duur sport zoals hardlopen, wielrennen en dergelijke kan de sondevoeding moeilijkheden opleveren. Doordat vloeibare voeding de maag snel verlaat, kunnen er veelvuldig maag- en/of darmklachten optreden.