Vaak krijg je de bestraling na de operatie tegelijk met chemotherapie. De behandeling heet dan chemoradiatie.
Bestraling en chemotherapie gevolgd door operatie
De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) en daarna een operatie. Dat is om de tumor kleiner te maken, zodat de operatie makkelijker is. Ook verkleint het de kans dat er opnieuw een tumor ontwikkelt.
Behandelingen zoals chirurgie en bestraling vernietigen kankercellen op één specifieke plaats, terwijl chemotherapie ook kankercellen kan vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Chemoradiatie is een combinatie van bestraling en chemotherapie. De chemotherapie versterkt de werking van de bestraling. We geven deze behandeling bij verschillende soorten kanker zoals: blaaskanker, endeldarmkanker, longkanker en slokdarmkanker.
Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden.
De slijmvliezen zijn erg gevoelig voor straling en kunnen beschadigd raken waardoor pijnklachten ontstaan bij met name het eten en drinken. Ook kan smaakverandering optreden of zelfs verlies van de smaak. Als de speekselklieren mee bestraald worden, kunt u last krijgen van een droge mond en taai slijm in de keel.
Bestraling is een behandeling voor veel soorten kanker. Soms om te genezen, soms vóór, aanvullend op of na een andere behandeling. Bestraling kan ervoor zorgen dat de tumor helemaal verdwijnt. Of veel kleiner wordt, zodat we die tijdens een operatie weg kunnen halen.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Je begint meestal een paar weken na de operatie of bestraling met chemotherapie. Hoeveel chemokuren je krijgt, hoor je van je arts. Dit hangt af van hoe groot het risico op uitzaaiingen is. De behandeling duurt minimaal 3 en maximaal 6 maanden.
Het kan weken duren voordat de vermoeidheid minder wordt. Dat je moe bent voor, tijdens en kort na de behandeling, is heel normaal. De ziekte en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent.
Na bestraling is het risico klein dat de tumor terugkeert in het behandelde gebied. Bovendien kunt u, wanneer de tumor toch zou terugkomen, nog genezen door middel van chemotherapie.
Bestraling kan een behandeling zijn om te genezen van kanker. Bij uitgezaaide kanker of vergevorderde kanker kan bestraling de ziekte remmen en/of klachten verminderen.
Bijwerkingen van bestraling
Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. Veel voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, reactie van de huid, slikklachten, droge mond, misselijkheid, hinderlijke slijmvorming, diarree, minder zin in vrijen, onvruchtbaarheid.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Is bestraling gevaarlijk? Voor jou als patiënt is de bestraling niet gevaarlijk. Na uitwendige bestraling blijft er geen straling in je lichaam achter. Er komt ook geen straling in lichaamssappen zoals zweet, ontlasting, urine en sperma.
Ook kan de bestraalde borst roder, warmer en harder gaan aanvoelen dan de andere borst. Uiteindelijk kan het weefsel in uw borst verharden waardoor deze van vorm verandert. U kunt pijnscheuten of een zeurende pijn gaan ervaren, die matig reageert op pijnstillers. Soms kunnen de ribben pijn gaan doen.
Vermoeidheid tot lang na je behandeling
Het komt bijvoorbeeld niet doordat je iets actiefs hebt gedaan, zoals sporten, wandelen of het huishouden. Dit heet chronische vermoeidheid. Het is vermoeidheid die 6 maanden of langer duurt. Soms duurt het zelfs jaren.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Afhankelijk van de plaats van bestraling kunnen verschillende types slijmvlies geïrriteerd raken. Er kunnen aften ontstaan (mondslijmvliesontsteking), een slokdarmontsteking of een intestinale irritatie in de maag- en darmwand, met misselijkheid en diarree als gevolg.
Meestal duurt de behandeling tussen de 2 en 7 weken, met 4 of 5 bestralingssessies per week. Soms zijn 1 of enkele bestralingssessie(s) al voldoende. De bestralingsarts (radiotherapeut-oncoloog) bepaalt aan het begin van de behandeling hoeveel bestralingen je krijgt.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Zolang u zich fit genoeg voelt, is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Vaak is de misselijkheid na bestraling van korte duur en na enkele uren meestal helemaal verdwenen. Eet of drink een half uur voor aanvang tot een half uur na de bestraling niet. Als u hierdoor een maaltijd of snackmoment mist, dan kunt u deze later op de dag inhalen wanneer u voedsel weer beter verdraagt.
Drink voldoende tijdens bestraling
Bestraling doodt kankercellen. Dit zorgt voor afvalstoffen. Je lichaam heeft vocht nodig om die afvalstoffen via je nieren af te voeren. Daarom is het goed 1,5 tot 2 liter vocht per dag te drinken.