Ze organiseerden veel evenementen, zoals de gladiatorengevechten in het Colosseum. In het Colosseum vochten de gladiatoren met elkaar, soms op leven en dood. De keizer kon bepalen wat er gebeurde met de verliezer: Of deze mocht blijven leven of moest sterven.
Een gladiator was bij de oude Romeinen iemand die een gevecht leverde als volksvermaak. Het woord gladiator is afgeleid van gladius, Latijn voor zwaard, en betekent 'zwaardvechter', hoewel gladiatoren ook wel andere wapens gebruikten.
Het Colosseum was geheel bedoeld voor de spelen die werden georganiseerd en gefinancierd door de heersende keizer. Bij de opening organiseerde Titus spelen die 100 dagen duurden. Volgens de overlevering waren er naast vele gladiatorengevechten de meest verbazingwekkende schouwspelen te zien.
Gladiatoren waren ingedeeld in verschillende types, naargelang de wapens waarin ze getraind waren. De thraex (of Thraciër) had een kort schild, hoge beenplaten en een kort kromzwaard. De murmillo had een langer schild, kortere beenplaten en een lang zwaard. Zijn helm had een hoge vertikale kam en een brede rand.
Gladiatoren woonden in gevangenis
Officieel hadden gladiatoren geen rechten en leefden ze als slaven in een kazerne of school, een ludus. Ze kregen er training van oud-gladiatoren. De school was een soort gevangenis: elke avond werden de mannen opgesloten in een krappe cel.
Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.
Spartacus is ongetwijfeld de bekendste gladiator uit de Romeinse geschiedenis. Hij was afkomstig uit Thracië (het huidige Balkangebied), gevangengenomen en tot slaaf gemaakt door de Romeinen. Hij werd tot gladiator opgeleid in de gladiatorenschool van Lentulus Batiatus in Capua.
In deze kooien werden tijdens gladiatorenspelen leeuwen, tijgers, olifanten, honden, wolven of andere wilde dieren gestopt. Eenmaal met kooi in de arena gehesen, ging het luik open en moest de leeuw het bijvoorbeeld tegen een neushoorn opnemen. Het was een gevecht op leven en dood.
Er waren allerlei varianten. Zo werden er soms wilde tijgers in het spel gebracht of werden historische veldslagen nagebootst. De gladiatorengevechten dienden niet alleen ter vermaak, maar ook voor het verspreiden van de krijgersethiek en voor het verbeteren van de verstandhouding tussen het keizerlijk hof en het volk.
#11 Gladiator – R.
Het gevaarte is 62 meter hoog en aan beide uiteinden hangt een gondel. In iedere gondel kunnen tien mensen plaatsnemen, vijf aan elke kant. De gondel draait zelf én de arm draait rond.
Een gladiator vocht meestal in een arena. De bekendste arena uit de Oudheid was het Colosseum.
De keizer had zijn eigen comfortabele ruimte met het beste zicht. Senators en rijke Romeinen kregen de op een na beste plekken. Het grootste aantal toeschouwers zat achter hen. Vrouwen, armen en mensen zonder Romeins burgerschap moesten plaatsnemen op de slechtste rijen (bovenin).
Gladiatorenspelen en wagenrennen waren erg populair bij het Romeinse volk. Voor de Romeinse keizer diende dit volksvermaak een politiek doel. Het was – naast de graanuitdelingen – een belangrijk middel om het volk tevreden te houden.
Een gladiator was bij de oude Romeinen iemand die een gevecht leverde als volksvermaak. Het woord gladiator is afgeleid van gladius, Latijn voor zwaard, en betekent 'zwaardvechter', hoewel gladiatoren ook wel andere wapens gebruikten.
Als je het Colosseum bezoekt, valt het je misschien op dat er in de muren heel wat gaten zitten. Hier zaten vroeger metalen constructies om het gebouw te verstevigen. Tijdens al dat geplunder werden ook deze delen van het theater gestolen, en stortten grote delen in.
Gladiatoren waren dik
In films hebben gladiatoren vaak een gespierd en getraind lichaam, maar in werkelijkheid waren de meeste vechters moddervet. Ze aten waarschijnlijk met opzet te veel, omdat een flinke vetlaag zenuwen en slagaderen beschermde tegen diepe snijwonden.
Oorspronkelijk heette het Colosseum “Amphitheatrum Flavium” (Latijn voor het Flavische Amfitheater) naar de Flavische keizer Vespasianus en zijn zonen Titus en Domitianus.
De Romeinse slaaf Spartacus leidde in de eerste eeuw voor Christus een grote slavenopstand die duurde van 73 tot 71 voor Christus. Over zijn jonge jaren is vrij weinig bekend. Er wordt gezegd dat hij werd geboren in Thracië, een gebied in de huidige Balkan.
een nieuwe en permanente naumachie bouwen ter gelegenheid van de opening van de Tempel van Mars Ultor. Dit was een groot meer op de rechteroever van de Tiber. Bij de opening werd de Slag bij Salamis nagespeeld waarbij 3000 vechtenden werden ingezet.
Volgens de inscriptie op zijn graf voerde Flamma 34 gevechten, waarvan hij er 21 won. Dat is het grootste aantal overwinningen in de Romeinse geschiedenis. Ook vertelt de inscriptie dat negen gevechten van de gladiator onbeslist eindigden en dat hij vier keer verloor.
Het woord arena is Latijn voor zand of zandvloer. In de historische arena's in de tijd van het Romeinse Rijk was zand ook wat er in een arena werd gebruikt. Ook in het Spaans is dit het woord voor zand. In een Romeinse arena werden gladiatorengevechten gehouden, gevechten met dieren en executies van gevangenen.
Het Colosseum: waar gladiatoren duelleerden
Het grootste amfitheater ooit gebouwd, dit beroemde bouwwerk (ook bekend als het Flavische amfitheater) biedt plaats aan 80,000 toeschouwers.
door Romulus en Remus. In de, volgens de Romeinse overlevering, tweehonderdvijftig jaar durende (753 - 509 v. Chr.) koningstijd, zijn er na Romulus nog zes (grotendeels legendarische) koningen geweest.
Venatio (meervoud venatio-nes, naar het Latijnse woord voor jachtpartij) noemde men in het Romeinse Rijk het volksvermaak waarbij mensen tegen wilde (roof)dieren of dieren onderling tegen elkaar in het strijdperk traden.