dichtbij in afstand Voorbeelden: `het nabijgelegen zwembad`, `Er is geen kampwinkel, maar u kunt boodschappen doen in het nabijgelegen dorp.
De combinaties om en bij en om en nabij zijn allebei correct in de betekenis 'ongeveer, min of meer'. Om en bij komt vooral in België voor, om en nabij vooral in Nederland.
binnenkort, binnen afzienbare tijd, in de nabije toekomst {bw.}
aangrenzend, volgend, nabij, eerstvolgend, dichtstbijzijnd, naburig, eerstkomend. dichtbij (bn) : na, dicht, nabij, naburig, nabijgelegen, in de buurt.
passen, schikken, van pas komen, boffen, uitkomen, gelegen komen, geluk hebben, meezitten, conveniëren. uitkomen (ww) : voegen, treffen, passen, schikken, gelegen komen.
Je geeft al in het begin van het gesprek aan, dat je geïnteresseerd bent in je gesprekspartner.
1) À propos 2) Gepositioneerd 3) Geschikt 4) Gesitueerd 5) In liggende positie 6) Liggend 7) Op een gunstig tijdstip 8) Op het goede moment 9) Op het juiste ogenblik 10)...
Het woord nabij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Ver is het tegenovergestelde van dichtbij.
Heel binnenkort, binnen een korte tijd . Bijvoorbeeld, We hebben binnenkort een nieuwe auto nodig.
Het betekent dat het in de nabije toekomst zal gebeuren, zoals binnen enkele maanden of een jaar . Niet in de nabije toekomst betekent meestal waarschijnlijk nooit en als het gebeurt, zal het niet voor een lange tijd zijn, wat betekent dat het meerdere jaren of zelfs decennia zal duren.
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): toekomst ≠ afkomst, geschiedenis, verleden.
Houd je die twee gewoon samen, dan ben je trouw aan hoe de natuur in elkaar zit. Vooral de hersenen gedijen op die nabijheid. Hoe je brein zich ontwikkelt, bepaalt namelijk zowel nu als in de toekomst voor een heel deel je gezondheid. Dat komt doordat de stressregulatie en de veilige hechting daar worden gevormd.
Het woord nabijgelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
zich in de onmiddellijke omgeving bevindend.
aangrenzend aangrenzend direct nabij aangrenzend warm . Sterke matches . aangrenzend aangrenzend brandend dichtbij nabij klaar aanrakend .
aangrenzend, aangrenzend, naderend, handig, dreigend, het dichtstbij, aangrenzend, nabij, warm . Zwakke matches. over de straat, om de hoek, bij de hand, aangrenzend, plusminus een beetje, dichtbij, onmiddellijk, op het nippertje, in het honkbalveld, dichtbij, bijna, naast, nabij, onder iemands neus.
Dichtbij en dichtbij zijn voorzetsels .
Andere voorbeelden van voorzetsels zijn: aan, achter, bij, binnen, boven, buiten, dankzij, door, gedurende, in, langs, naar, nabij, om, omstreeks, over, per, qua, rond, sinds, te, tegen, tegenover, tot, tussen, uit, van, vanaf, vanuit, via, volgens, voorbij, wegens, zonder.
Het woord ha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
1. : een plaats, situatie of locatie hebben : gelegen. 2. : voorzien van geld of bezittingen.
Het woord liegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.