Honingdauw is een heldere nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen, witte vliegen en de schimmel moederkoorn. Deze zuigen plantensappen op maar verbruiken niet alle suikers waarna deze in vloeibare vorm worden afgegeven.
In principe is honingdauw niet schadelijk voor een plant, maar het heeft wel negatieve effecten. Zo belemmert het de fotosynthese, wat kan zorgen voor groeiremming. Maar het grootste probleem met honingdauw is dat het een goede voedingsbodem vormt voor schimmels, met name de schimmel roetdauw.
We hebben meestal last van honingdauw van half mei tot en met eind september. Het verschijnsel is nogal weersafhankelijk. Vooral bij hoge temperaturen is de voortplantingssnelheid van de bladluizen enorm en de overlast daarmee in de regel groot. Veel mensen denken dat honingdauw alleen voorkomt in lindebomen.
Vaak is het honingdauw, een plakkerig goedje afkomstig van blad- en schildluizen in de bomen. Meestal is honingdauw eenvoudig te verwijderen met lauwwarm water, een milieuvriendelijke autoshampoo, een microfiber doekje of een oude theedoek.
Honingdauw-, bladluizen-, blad- of luizenhoning is de honing die door de bijen wordt gewonnen van de kleverige uitscheidingsproducten van bladluizen, lachniden, lecaniën e.d.
Zoals eerder genoemd worden vooral tijm-, heide- en manukahoning als gezondere opties gezien. Deze soorten zijn donker van kleur en onderzoek van een Sloveense universiteit wijst uit dat donkere honingsoorten meer voedingsstoffen en antioxidanten bevatten dan lichte honing.
Af en toe reageert een bladluis op dit kloppen met het afgeven van een druppel vloeistof. Die druppel lijken op een dauwdruppel en is zo zoet als honing. Vandaar dat de vloeistof honingdauw heet. Bladluizen maken honingdauw van het sap, dat ze met hun zuigsnuit uit planten opzuigen.
De honingdauw verschimmeld en is te herkennen als een zwarte roetachtige laag op de bladeren. Dit staat bekend als roetdauwschimmel. In Nederland zie je roetdauw vaak op lindenbomen, klimop en in fruitbomen.
De plakkerige bladeren worden veroorzaakt door de honingdauw die wordt afgescheiden door de luizen, iets waar mieren toevallig dol op zijn. Dat is dus nog iets waaraan u bladluis kunt herkennen: de overmatige aanwezigheid van mieren. Een effect van bladluis is dat de plant zwak is en dat het stopt met groeien.
Afwasmiddel is totaal niet giftig voor de plant noch voor de mens maar wel voor de bladluis. Vul een verstuiver met water en doe er een scheut afwasmiddel bij. Kies daarbij wel voor een natuurlijk afwasmiddel.
Spuit de planten in met een mengsel van half water en half spiritus en de bladluis zal snel zijn verdwenen. Een beproeft recept is 20 ml groene zeep, 20 ml spiritus met een liter water mengen. Een aftreksel van tabak in water is ook een goed middel.
Je hebt ze in allerlei kleuren, van bijna wit tot groen, tot paars en zwart. Het lijf van een bladluis is zacht, vijf tot zeven millimeter lang, en heeft de vorm van een mango. Bladluizen zitten bijna altijd bij een ader van je plant, vaak in de meest verse delen van de plant: nieuw blad en nieuwe stengels.
Tripsen zitten vaak op de bovenkant van het blad. Hun larven zijn meestal wit van kleur en leven juist in groepjes aan de onderkant van het blad. Je plant heeft mogelijk tripsen als haar bladeren verdrogen en vlekken krijgen. De beestjes verspreiden zich door te vliegen van plant naar plant.
Hoe los je het op? stop een Pokon Bio Bladinsecten Capsule in de potgrond. Verwijder dode plantenresten: de varenrouwmug legt zijn eitjes graag in een humusrijke grond. Niet te veel water: door niet te veel water te geven aan jouw planten kunnen al veel problemen voorkomen worden.
Welke planten zijn gevoelig voor de witte vlieg? Witte vliegen zijn te vinden op een grote verscheidenheid aan planten, van sierbloemen, beukenplanten tot groenten. Waaronder tomaten, aubergines, paprika's en okra. Sommige soorten zijn ook te vinden op zoete aardappelen, planten uit de koolfamilie en Citrus bomen.
Het druppelen van water van de bladeren (of 'huilen') kan bij bijna alle planten voorkomen, maar er zijn bepaalde soorten waar je het met name regelmatig ziet, zoals de Alocasia en de Bananenplant. Het is zo veelvoorkomend dat ze hier zelfs een naam voor hebben bedacht: guttatie.”
's Nachts sluiten kamerplanten hun poriën, maar blijven de wortels wel nieuw water opnemen. Hierdoor kan er te veel water in je plant terecht komen, waardoor er een soort overdruk ontstaat. Om dit op te lossen perst de kamerplant het water naar buiten in de vorm van druppels, waardoor een blad dus 'huilt' of druppelt.
Bestrijding van dopluis
Zo kan je ze bestrijden met spiritus, groene zeep, knoflook, koude koffie en ga zo nog maar even door. De makkelijkste manier is om de plant zo'n 15 minuten onder water te zetten. Zo kan je de gehele plaag in een keer verwijderen. Bekijk wel of jouw plant hier tegen kan!
Dopluis kom je vooral tegen op planten die te warm overwinteren. Je herkent dopluis aan de gelige dopjes op zowel de boven- als de onderkant van het blad. Dopluizen zetten vaak honingdauw af: een plakkerige, glimmende substantie. Je kunt ze voorkomen door de planten nét vorstvrij te zetten.
Dopluis herken je gemakkelijk aan de gelige 'dopjes' aan de boven- en onderkant van het blad. Deze dopjes kun je heel gemakkelijk van het blad afvegen. Ook scheiden ze honingdauw af, dat is een plakkerige substantie waar de bladeren van gaan glimmen. Niets doen lost niets op, want dopluis gaat meestal niet vanzelf weg.
Dopluis kan eruit zien als wollige witte stipjes en wordt daardoor ook wel wollige dopluis genoemd. Omdat de dopluis een schild om zich heen heeft is hij redelijk goed beschermd tegen allerlei bestrijdingsmiddelen. Gelukkig zijn er wel een aantal trucjes om alsnog van de dopluis af te komen.
Zet sterk geurende planten bij de planten waar bladluizen op zitten. Bladluis houdt niet van deze planten zoals lavendel, bonenkruid, dille, salie, hysop, uien en knoflook.
Mieren weren met kruiden en planten
Mieren hebben een hekel aan de geur van sommige planten, zoals lavendel, tomaten, afrikaantjes (Tagetes), boerenwormkruid, salie, bieslook, basilicum, oregano, rozemarijn, majoraan, knoflook, munt, lavas (maggikruid), brandnetel, varens en goudsbloem.
Een mier is een klein dier en heeft daardoor veel natuurlijke vijanden. Denk hierbij aan mieretende slakken, kevers, rupsen maar ook andere mieren kunnen hun vijand zijn. Het komt voor dat sommige soorten elkaars kolonies infiltreren.