Wie haar op de tanden heeft, is assertief en staat dus zijn mannetje in een discussie of een woordenwisseling. Volgens het Groot uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze uitdrukking terug op de gedachte dat het hebben van veel haar als een teken van kracht gold.
Als je op je tandvlees loopt, wil dat zeggen dat je bijna niet meer verder kunt: je bent doodmoe. Bijvoorbeeld omdat je na uren wandelen nog geen cafeetje hebt gevonden om iets te drinken, of omdat je zo hard hebt gewerkt dat je (bijna) uitgeput bent.
Zijn tanden laten zien – tonen dat men zich kan verdedigen. Oog om oog, tand om tand – recht van wedervergelding.
Iemand aan de tand voelen betekent 'iemand ondervragen, proberen iemand informatie te ontfutselen'. Deze uitdrukking komt uit de paardenhandel. Wie een paard wilde kopen, bevoelde de tanden van het paard.
Met den mond vol tanden staan (of zitten), d.w.z. niets zeggen ter verdediging, geen woord kunnen uitbrengen, beteuterd zijn; syn.
Met zijn neus in het vet (of in de boter) vallen, d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
“ergens het meest in te brengen hebben, eene eerste rol spelen, den toon aangeven, den boventoon voeren, mnl. vore singhen, of zooals men in Zuid-Nederland zegt ergens den eersten regel schrijven (Schuerm. 530 b). De uitdrukking is ontleend aan een strijkkwartet, waar de eerste viool de voornaamste rol vervult.”
Spreekwoorden: (1914) Een zuren appel doorbijten. Daar een zure appel wrang is en de tong doet samenkrimpen, ziet men er tegen op hem door te bijten. Bij overdracht wordt dit gezegd van een onaangename zaak, die men zich moet laten welgevallen, die men moet aanpakken en volvoeren.
Water naar de zee dragen: iets naar een plaats brengen, waar er al genoeg van is. iets overbodigs doen.
dat smaakt naar meer (=meer van dat, graag!) die perzik smaakt naar meer (=dat is gunstig - nog van dat!)
Zich ergens helemaal op concentreren.
[idioom] Op je laatste benen lopen. Haast niet meer verder kunnen van vermoeidheid.
d.w.z. zich inhouden, vooral van gramschap en woede, maar ook, evenals in Zuid-Nederland, zijn lachlust bedwingen. Ook zegt men hiervoor op zijne tanden bijten (van gramschap; zie Trou m. Bl.
Wij lopen vaker op onze tenen dan wij ons realiseren
Veel van ons moeten vaker op hun tenen lopen dan zij zich wellicht realiseren. Met “op je tenen lopen”, bedoelen wij: structureel het maximale van jezelf vragen. Terwijl je gevoel je blijft vertellen dat dit waarschijnlijk nog steeds niet genoeg is.
Het been stijf houden. Niet toegeven.
Het spreekwoord 'appels met peren vergelijken' betekent dat twee totaal verschillende dingen niet met elkaar vergeleken kunnen worden.
Aan iemands lippen hangen -- Zeer geïnteresseerd naar iemands verhalen luisteren. Figuurlijke taal, Taal, Woordenschat.
Wie (nog niet) droog achter de oren is, is jong en onervaren. De Dikke Van Dale vermeldt de varianten hij is nog nat achter zijn oren en hij is nog groen achter zijn oren. Deze uitdrukkingen worden vaak een beetje spottend en neerbuigend gebruikt om (een jong) iemand te laten weten dat hij nog maar een groentje is.
'Ieder huisje heeft zijn kruisje' betekent: 'in ieder gezin of iedere familie is (ook) narigheid'. Deze uitdrukking komt al vanaf de zeventiende eeuw voor. Varianten zijn 'Elk huisje heeft zijn kruisje' en 'Ieder/elk huis heeft zijn kruis.