Om u te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Nader het zebrapad met gepaste snelheid.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Een pijl op de weg is een vorm van markering die aangeeft waar de betreffende rijstrook heen leidt. De pijlmarkering wordt in het midden van de rijstrook aangebracht en als bestuurder ben je verplicht om de richting die de pijl aangeeft te volgen.
Haaientanden zijn voorrangsdriehoeken die op het wegdek zijn aangebracht. De betekenis van deze haaientanden is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Meestal ziet u de haaientanden in combinatie met het driehoekige voorrangsbord (B06). Dit is echter niet noodzakelijk.
Haaientanden zijn witte of gele gelijkbenige driehoeken op het wegdek. De driehoeken zijn verkeerstekens en staan bij een kruispunt op het wegdek als er voorrang moet worden gegeven, meestal in combinatie met het voorrangsbord (omgekeerde driehoek).
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
GEEN MIDDENSTREEP EN ONDERBROKEN ZIJSTREPEN
Is er geen middenstreep en staat langs de weg een bord met 60 km/uur dan mag u maximaal 60 km/uur. Staat er geen snelheidsbord dan mag u 80 km/uur. Houd daarom goed de verkeersborden in de gaten, die blijven bepalend!
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Voorrangsweg. Aan dit bord kun je zien dat je je op een voorrangsweg bevindt. Alle andere bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg. Let op: Langs een voorrangsweg buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren.
Als lengtemarkering als vorm van deelstreep om een uitrijstrook, invoegstrook, voorsorteerstrook of weefvak mee aan te duiden.
Een zigzag (of zigzaglijn) is een gebroken lijn van korte stukken die heen en weer gaat en bestaat uit een zich herhalend patroon met steeds dezelfde scherpe hoek.
Een doorgetrokken streep moet een lengte hebben van minimaal 20 meter. Als een doorgetrokken streep korter is dan 20 meter, mag je deze wel overschrijden. 1 Een doorgetrokken streep die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindt, mag niet worden overschreden.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
80 km/h mag je vaak op zogenaamde provinciale wegen of N-wegen. Ze vallen op door de middenstreep, welke al dan niet onderbroken is. Aan weerskanten zie je een onderbroken zijlijn.
Als u uw auto parkeert bij een blauwe lijn bent u in een blauwe zone. Hier mag alleen geparkeerd worden als u een parkeerschijf gebruikt. In dergelijke zones geldt altijd dat u er maar een beperkte tijd mag parkeren. Leg uw parkeerschijf duidelijk achter de voorruit.
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
De meetcorrectie is 3 kilometer en de eerste 3 kilometer te hard rijden blijft onbestraft. Wie op een weg met maximaal 80 kilometer per uur de snelheid aantikt van 87, rijdt dus 1 kilometer te hard. Je kunt dan een boete krijgen voor 4 kilometer te hard rijden.
Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet de minimumconstructiesnelheid. Rijd je te langzaam zonder aanleiding en breng je daarmee het andere verkeer in gevaar, dan riskeer je wel een boete.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.