Van jongs af aan zien paarden hoe soortgenoten onderling communiceren met lichaamshoudingen, geluiden, geuren en aanrakingen. Hun houding betekent veel voor deze dieren. Een paard neemt een subtiele houding aan en een soortgenoot op meters afstand reageert daarop. Ook met de oren en staart geven paarden signalen.
Ze gebruiken hun voortanden om gras mee te pakken. Paarden eten ook graag krachtvoer als haver en brokken. Als extraatje smikkelt een paard graag van een wortel of een appel. Van nature eten paarden de hele dag kleine beetjes, daarom is goed om paarden die op stal staat meerdere keren per dag te voeren.
Een hele goeie plek, is de plek vlak achter de schoft, daar waar het zadel zou liggen. Het is de plek waar paarden elkaar 'groomen' (=elkaar zachtjes kroelen en masseren met de voortanden en lippen), uiteraard alleen als ze elkaar leuk vinden.
Paarden kroelen wel eens met elkaar en dan knabbelen ze bij voorkeur aan elkaars schoft en hals. Met gestrekte nek en gesloten ogen, elk paard heeft een plek waar kroelen het best voelt.
Tijdens wandelingen door het bos of over de hei kun je ook heuveltjes lopen, slalommen om bomen, over boomstammen stappen, door waterplassen stappen, en net als bij leiden & volgen oefenen met vertragen, versnellen, halthouden en overgangen naar draf en stap.
Het paard likt en bijt zachtjes in je handen
Misschien wil het paard gewoon een snoepje van je. Maar het kan soms ook duiden op iets wat speelt bij jou, bijvoorbeeld als je vingers gevouwen zijn en het paard iets harder gaat bijten in je vingers.
Bedenk dat je paard dat doet omdat hij dat geleerd heeft van ons (in al die andere situaties). Het gedrag DICHTBIJ JE STAAN OF LOPEN komt WORDT NIET VEROORZAAKT door DOMINANTIE OF RESPECT.
Als de oren een beetje slap opzij en naar achter staan, is het paard een beetje doezelig. En wanneer de oren plat in de nek staan kun je maar beter oppassen; het paard is dan erg kwaad en neemt snel maatregelen wanneer iets hem niet bevalt. Deze merrie staat te doezelen.
Benader je paard altijd rustig en praat tegen je paard, zodat hij weet dat je in de buurt komt. Kijk goed naar je paard: aan de stand van de oren kun je zien hoe hij zich voelt. Zet een paard nooit vast aan de teugel. maar gebruik een halster en halstertouw (met paardenknoop).
De vraag is echter of paarden ook na meerdere jaren specifieke personen kunnen herkennen. Roelfsema antwoordt ook op die vraag bevestigend: “Veel onderzoek is daar niet naar gedaan, maar wat we wel weten is dat paarden in elk geval na acht maanden nog personen herkennen aan hun stemgeluid, geur en gezicht.
Een ongeschoren paard voelt zich het best bij temperaturen tussen -5 en 15 graden. Hij staat dan niet te rillen, maar ook niet te zweten. De haren van je paard vormen een perfecte isolatielaag bij koud weer. Van kou lijden is dus geen sprake.
Een paard kan heimwee hebben naar iets wat hij kent. Paarden zijn gewoontedieren en hechten veel waarde aan routine. Op een nieuwe plek kan het verlangen naar deze routine de kop opsteken.
Fruit bevat namelijk relatief veel suikers en teveel fruit werkt verstorend op de darmflora van je paard. Wil je toch fruit geven, neem dan een appel, banaan, peer, perzik of een pruim. Bij de laatste twee niet vergeten om de pit te verwijderen! Andere fruitsoorten kan je beter niet aan je paard voeren.
Een paard gaapt vaak om spanning los te laten. Wanneer je bijvoorbeeld het Recuptex deken gebruikt, kan het paard gaan gapen omdat de spieren in zijn lichaam worden ontlast. Andere signalen dat je paard zijn spieren ontlast zijn: kauwen, zuchten, of een ontspannen lichaamshouding. Je paard kan ook gapen door stress.
Echter brood is speciaal gemaakt voor menselijke consumptie en is niet het meest ideale paardenvoer. Veel vers brood is niet goed, omdat een paard deegballen kan vormen die slecht verteerbaar zijn en verstoppingen kunnen veroorzaken. Ook kan vers brood aan het gehemelte van een paard gaan plakken.
Een paard spiegelt niet alleen emoties, maar ook ons gedrag en onze bewegingen. Dit spiegelen zie je vooral aan het gedrag van het paard. Een paard loopt bijvoorbeeld van je vandaan, komt juist naar je toe of doet precies wat jij ook doet.
Een paard zal hard en vol melodie hinniken als hij aan u wil laten merken waar hij is. Veel paarden doen dit naar hun eigenaren wanneer deze op stal aankomen. Een paard kan ook briesen, dit doet hij wanneer hij twijfelt tussen nieuwsgierigheid en angst.
Paarden bijten om zoveel verschillende redenen: om te spelen, om te domineren of te beschermen, bij spanning, pijn of angst, bij het allogroomen of het liefdesspel, omdat ze koekjes willen, omdat ze je niet leuk vinden, ze iets moeilijk vinden of je te dicht staat, enz.
Het verschilt per situatie, of het helpt om een achterblijvend paard het dode lichaam van zijn maatje te laten zien. 'Als een paard gewoon weggehaald wordt om nooit meer terug te keren, dan kan de achterblijver ongerust blijven', vertelt Pearson.
Uiteraard staat een ongelukkig paard er niet alleen stijfjes bij, vertoont het soms ook specifiek gedrag. Ongelukkige paarden zijn vaak lusteloos en ongeïnteresseerd. Ze vertonen dikwijls stereotiep gedrag – zoals weven, kribbebijten, luchtzuigen, schrapen, schudden met hun hoofd – en kunnen agressief zijn.
De wereld is voor een paard waterpas
Als zijn hoofd naar beneden is, zoals tijdens het grazen, dan 'stellen de ogen zich bij'. Dat wil zeggen dat ze meebewegen om weer waterpas te staan. Ze zien alles op ooghoogte. Als een paard onder grote stress staat spannen ze alle spieren aan, ook rond hun hoofd.
Emotioneel afgestemd
Dit gebeurt op een golflengte waar paarden zich bijzonder goed op kunnen afstemmen. Zo weten ze dus precies hoe jij wat je emotionele gesteldheid is: angstig, vrolijk, zelfbewust, boos, agressief, verdrietig.
Paarden zijn visuele denkers, ze denken niet in woorden zoals de meeste mensen, maar in plaatjes. Het is veel enger als je je angst in beelden voor je ziet dan in woorden, daarom hebben paarden meer angsten. Bovendien kan een paard niet rationeel over zijn angst nadenken zoals mensen doen.
Als je je paard aan de teugel wilt rijden zul je eerst moeten zorgen dat hij in staat is zijn lichaam goed te buigen. Dat kun je doen door het rijden van voltes (cirkels). Oefen daar goed mee zodat het paard het lichaam naar beide kanten soepel kan buigen. Het voorwaarts- neerwaarts buigen komt daarna vanzelf.