De maaltijden van de gladiatoren bestonden – net als die van de 'gewone' bevolking – voornamelijk uit graan en gerechten zonder vlees. Dat gladiatoren in historische bronnen vaak 'gerst-eters' worden genoemd zou niet te verklaren zijn doordat zij in vergelijking tot de 'gewone' bevolking bijzonder veel granen aten.
Gladiatoren waren dik
In films hebben gladiatoren vaak een gespierd en getraind lichaam, maar in werkelijkheid waren de meeste vechters moddervet. Ze aten waarschijnlijk met opzet te veel, omdat een flinke vetlaag zenuwen en slagaderen beschermde tegen diepe snijwonden.
De gladiatoren kregen een beschermende vetlaag door gerst en groenten. Romeinse gladiatoren leefden bijna uitsluitend van gerst en groenten. Dat blijkt uit onderzoek naar de botten uit verschillende graven die bij de stad Efese in Turkije zijn gevonden.
Bloeddorstige Romeinse gladiatoren hadden weinig op met vlees. Hun dieet was met veel graanproducten grotendeels vegetarisch. Ook dronken ze een 'powerdrankje' op basis van as van verbrande planten.
De Griekse wiskundige Pythagoras, die in de 6e eeuw v. Chr. leefde, huldigde bijvoorbeeld het principe om geen levende wezens te doden en nooit vlees te eten. Tot in de 19e eeuw werden vegetariërs daarom 'Pythagoreeërs' genoemd.
Vroeger was er geen sprake van vegetariërs: onze voorouders aten amper groenten totdat grote dieren uitstierven. Onze voorouders uit het stenen tijdperk aten bijna altijd vlees, totdat 80.000 jaar geleden enkele grote dieren uitstierven en ze gedwongen werden om groenten te eten.
Bijzondere soorten gladiatoren
Waarschijnlijk vochten ze eerst te paard en vervolgens te voet.
Volgens bronnen zagen de slaven die dode gladiatoren moesten afvoeren eruit als god van de dood om te benadrukken dat niet alleen het lichaam, maar ook de ziel uit de arena werd gehaald.
Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.
Er waren allerlei varianten. Zo werden er soms wilde tijgers in het spel gebracht of werden historische veldslagen nagebootst. De gladiatorengevechten dienden niet alleen ter vermaak, maar ook voor het verspreiden van de krijgersethiek en voor het verbeteren van de verstandhouding tussen het keizerlijk hof en het volk.
De gladiatoren uit het oude Rome woonden en trainden in gevangenissen in kastelen.
Spartacus is ongetwijfeld de bekendste gladiator uit de Romeinse geschiedenis. Hij was afkomstig uit Thracië (het huidige Balkangebied), gevangengenomen en tot slaaf gemaakt door de Romeinen. Hij werd tot gladiator opgeleid in de gladiatorenschool van Lentulus Batiatus in Capua.
Gladiatoren waren ingedeeld in verschillende types, naargelang de wapens waarin ze getraind waren. De thraex (of Thraciër) had een kort schild, hoge beenplaten en een kort kromzwaard. De murmillo had een langer schild, kortere beenplaten en een lang zwaard. Zijn helm had een hoge vertikale kam en een brede rand.
In deze kooien werden tijdens gladiatorenspelen leeuwen, tijgers, olifanten, honden, wolven of andere wilde dieren gestopt. Eenmaal met kooi in de arena gehesen, ging het luik open en moest de leeuw het bijvoorbeeld tegen een neushoorn opnemen. Het was een gevecht op leven en dood.
#11 Gladiator – R.
Het gevaarte is 62 meter hoog en aan beide uiteinden hangt een gondel. In iedere gondel kunnen tien mensen plaatsnemen, vijf aan elke kant. De gondel draait zelf én de arm draait rond.
Er waren meer dan twintig soorten gladiatoren, maar de zeven die in dit artikel worden beschreven waren het meest populair.
De dood of de gladiolen betekent 'ik waag het erop: het wordt een mislukking óf een glorieuze overwinning', 'alles of niets'. Deze uitdrukking komt waarschijnlijk uit de wielersport.
Het Colosseum was geheel bedoeld voor de spelen die werden georganiseerd en gefinancierd door de heersende keizer. Bij de opening organiseerde Titus spelen die 100 dagen duurden. Volgens de overlevering waren er naast vele gladiatorengevechten de meest verbazingwekkende schouwspelen te zien.
door Romulus en Remus. In de, volgens de Romeinse overlevering, tweehonderdvijftig jaar durende (753 - 509 v. Chr.) koningstijd, zijn er na Romulus nog zes (grotendeels legendarische) koningen geweest.
De Romeinse slaaf Spartacus leidde in de eerste eeuw voor Christus een grote slavenopstand die duurde van 73 tot 71 voor Christus. Over zijn jonge jaren is vrij weinig bekend. Er wordt gezegd dat hij werd geboren in Thracië, een gebied in de huidige Balkan.
Albert Einstein
Einstein werd aan het einde van zijn leven vegetariër. Hij at toen geen vlees, vis of vet meer. Hij geloofde dat de mens niet een geboren carnivoor was en zei overtuigd: “niets zal de gezondheid van de mens, en de kansen op overleving op aarde, meer goed doen dan een vegetarisch dieet.”
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Een gladiator was bij de oude Romeinen iemand die een gevecht leverde als volksvermaak. Het woord gladiator is afgeleid van gladius, Latijn voor zwaard, en betekent 'zwaardvechter', hoewel gladiatoren ook wel andere wapens gebruikten.
Venatio (meervoud venatio-nes, naar het Latijnse woord voor jachtpartij) noemde men in het Romeinse Rijk het volksvermaak waarbij mensen tegen wilde (roof)dieren of dieren onderling tegen elkaar in het strijdperk traden.