Als u uw hypotheek op dat moment niet kunt aflossen, kunt u vragen om verlenging van de hypotheek. Of dit mogelijk is, hangt af van de waarde van uw huis, uw hypotheekschuld en uw toekomstige (pensioen)inkomen.
De looptijd voor een hypotheek bedraagt in de regel 30 jaar en als de bank deze looptijd niet verlengt, dan hebt u een probleem. De bank kan uw woning opeisen, bovendien bestaat er na dertig jaar geen recht meer op hypotheekrenteaftrek.
Volledig bezit. Hypotheekvrij betekent ook dat een huis volledig van jou is. Als een hypotheek nog loopt, is de woning in principe het onderpand voor de lening. Als deze volledig is afgelost, kun je de woning voor 100 procent optellen bij jouw eigen vermogen.
Het woord zegt het al: bij een aflossingsvrije hypotheek los je niet af, je betaalt maandelijks alleen rente. Is de looptijd van je hypotheek voorbij, dan moet je de lening in principe in één keer betalen. Meestal kun je de hypotheek hierna verlengen of oversluiten.
Vaak 30 jaar. Maar na afloop wordt de hypotheek niet vanzelf afgelost. Kun je niet aflossen met spaargeld of met de uitkering uit een polis? Dan moet je de hypotheek opnieuw afsluiten.
Door extra af te lossen kan de risico-opslag soms naar beneden. Ook als de rente nog een tijd vaststaat. Een lagere risico-opslag scheelt soms wel 0,5% aan hypotheekrente. Soms past de hypotheekaanbieder de risico-opslag direct aan na een (extra) aflossing.
De aflossingsvrije hypotheek heeft geen einddatum en loopt dus ongewijzigd door. Dit is het meest gunstig. De aflossingsvrije hypotheek kan worden verlengd. Er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
Maar een aflossingsvrije hypotheek heeft ook nadelen. Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je alleen rente en – dus – geen aflossing. Daardoor wordt je schuld tijdens de looptijd niet minder. Maar die schuld moet je aan het einde van de looptijd of bij tussentijdse verkoop wel volledig aflossen.
Het aflossingsvrije deel van je nieuwe hypotheek mag maximaal 50% van de waarde van je nieuwe huis zijn. Het kan zijn dat je op dit moment een veel groter deel van je hypotheek aflossingsvrij hebt afgesloten. Het deel van de hypotheek dat hoger is dan 50% van de woningwaarde, moet je in maximaal 30 jaar aflossen.
In de meeste gevallen is het dus verstandig om uw hypotheek af te lossen als u voldoende spaargeld heeft. Uw spaargeld levert immers bijna niets op, en een besparing is bijna altijd mogelijk.
Vooralsnog (dit kan altijd veranderen, natuurlijk) zal je afgeloste huis niet tot je vermogen gerekend worden. Over vermogen betaal je in Nederland vanaf een bepaald bedrag belasting. Dat is wel zo voor bijvoorbeeld spaargeld en beleggingen, maar niet voor geld dat in je woning zit.
Bijna twee op de vijf Nederlandse huizenbezitters hebben tijdens de looptijd van hun hypotheek een extra aflossing gedaan. Meer dan een kwart (27 procent) van deze groep heeft op jaarbasis zelfs meer dan 20.000 euro extra afgelost.
Een gedeelte van de (hypotheek)schuld blijft na verkoop van de woning bestaan en die moet je op een andere manier aan de geldverstrekker terugbetalen. Er wordt ook wel gesproken over dat je huis 'onder water' staat. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar je moet er wel rekening mee houden.
Een hypotheek eindigt normaal gesproken na 30 jaar. U kunt uw hypotheek mogelijk ook verlengen. U kunt dit op elk willekeurig moment of aan het einde van de looptijd aanvragen.
Bij 20 jaar vast betaal je een lagere rente, kun je meer lenen en kun je na 20 jaar zonder boete je hypotheek oversluiten of wijzigen. Wanneer de hypotheekrente na die 20 jaar echter gestegen is, krijg je te maken met hogere hypotheekrentes en hogere maandlasten.
Als je naar de maandlasten kijkt is een aflossingsvrije hypotheek zeker aantrekkelijk: je betaalt namelijk geen aflossing. Maar op de langere termijn ben je vaak duurder uit, omdat je niet aflost op je hypotheekschuld en daardoor steeds hetzelfde bedrag aan rente blijft betalen.
Sinds 2013 moeten starters hun hypotheek helemaal aflossen om recht te hebben op hypotheekafrenteaftrek . Als je voor 2013 al een hypotheek had, geldt deze regel niet. Je houdt dan recht op hypotheekrenteaftrek.
Als de hypotheek na die dertig jaar niet wordt afgelost, gaat de hypotheek over naar box 3. * In de meeste gevallen stijgen daardoor de netto rentelasten. Vaak is met de bank afgesproken dat de aflossingsvrije hypotheek een looptijd heeft van dertig jaar.
Extra aflossen kan fiscaal aantrekkelijk zijn, vooral als de spaarrente laag en de hypotheekrente relatief hoog is. Als je besluit extra af te lossen, is het verstandig om dat voor 1 januari te doen. Hoe lager je spaarsaldo dan is, hoe minder belasting je betaalt.
Is de rente van je aflossingsvrije hypotheek niet aftrekbaar? Dan mag je de aflossingsvrije hypotheek in mindering brengen op je vermogen in box 3. Hierdoor betaal je mogelijk minder belasting over je vermogen. Deze belasting heet vermogensrendementsheffing.
Het voordeel van een annuïteitenhypotheek ten opzichte van de 'oude' aflossingsvormen is dat u de kosten bespaart die met de spaar- of beleggingshypotheken gepaard gaan. Daar komt bij dat u zich niet aan allerlei fiscale spelregels hoeft te houden.
Als je een bedrag aflost op jouw hypotheek, daalt je totale hypotheekschuld. Je betaalt dan minder rente. Bij een rentetarief van 5% bespaar je voor iedere € 1.000 die je aflost, € 50 bruto per jaar. Dus als je € 10.000 aflost op je hypotheek, bespaar je € 500 bruto per jaar.
De kosten voor het royeren van je hypotheek is afhankelijk van de notaris. Je moet rekenen op doorhalingskosten (kosten voor het royeren van de akte) tussen de 90 euro en 500 euro. De royementskosten zijn fiscaal aftrekbaar.
De lineaire hypotheek is goedkoper als je kijkt naar de gehele looptijd van de hypotheek. Omdat je de schuld sneller aflost, betaal je over de totale looptijd minder hypotheekrente. Toch is de annuïteitenhypotheek de meest gekozen hypotheekvorm van de twee.