Als u geen hulp wilt van UWV, kunt u zelfstandig werken aan uw re-integratie. Wij nemen minimaal 1 keer per jaar contact met u op om te bespreken hoe het met u gaat. En of u zich heeft gehouden aan de afspraken over uw re-integratie. Ook maken we nieuwe afspraken als dat nodig is.
De werknemer houdt zich aan de afspraken die gemaakt zijn in het Plan van Aanpak. De werknemer is beschikbaar voor controle bij hem thuis. De werknemer moet passende arbeid aanvaarden. De werknemer moet een opleiding volgen als de werkgever dat nodig acht in belang van de re-integratie.
Ben je langere tijd ziek, dan ga je met je werkgever kijken wat je mogelijkheden zijn om weer aan het werk te gaan. Re-integreren noemen wij dat. Jij bent verplicht om mee te werken aan je re-integratie. Gelukkig kan de FNV je daarbij als lid goed ondersteunen.
De wet verplicht werkgevers en werknemers om elke zes weken een voortgangsgesprek te houden over de ontwikkelingen in het re-integratieproces. Als dit proces voortduurt, wordt het re-integratieverloop na het eerste jaar bekeken en wordt bepaald wat de stappen voor het komende jaar zullen zijn.
Samen met uw werkgever moet u er alles aan doen om snel weer aan het werk te gaan. U en uw werkgever moeten daarbij een aantal stappen volgen. Die stappen heten samen re-integratietraject. Een re-integratietraject duurt maximaal 104 weken.
Het is belangrijk om de werknemer na het mislukken van de arbeidstherapie terug te sturen naar de bedrijfsarts voor een herbeoordeling. Zo voorkom je dat je puur gaat 'varen' op het verhaal van de werknemer.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Een plan van aanpak zorgt voor duidelijkheid voor zowel werkgever als werknemer. In het plan mag alleen informatie staan die gerelateerd is aan de re-integratie. Er mag nooit medische informatie in het plan van aanpak staan. Zelfs niet als de medewerker hiervoor akkoord geeft.
Passend werk is werk dat past bij wat u kunt en weet. Wat voor u passend werk is, hangt af van verschillende zaken. Bijvoorbeeld van uw gezondheid, wat voor werk u eerder heeft gedaan, hoelang u ziek bent en hoever u bent met uw re-integratie op dat moment.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
De sanctie van een loonstop zet u in als een werknemer niet meewerkt aan het re-integratietraject. U betaalt dan niet uit tot de medewerker wel meewerkt aan re-integratie. De salarisbetaling start pas als uw werknemer gaat re-integreren en het loon hoeft niet met terugwerkende kracht te worden betaald.
De arbeidsrechtbank is van oordeel dat het herhaaldelijk en zonder een ernstige reden weigeren mee te werken aan een re-integratietraject een dringende reden uitmaakt in hoofde van de werknemer.
Bent u het niet eens met het Plan van aanpak en komt u er niet uit met uw casemanager? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Dan geeft UWV een onafhankelijk oordeel over de re-integratie.
Een werknemer kan steeds vragen om het werk aan te passen aan zijn gezondheidstoestand en-capaciteiten. Als werkgever bent u in principe niet verplicht om akkoord te gaan met zo'n voorstel tot progressief of aangepast werk.
- Het einddoel van de re-integratie is dat de werknemer weer in de oude functie gaat werken. Als dat niet kan, probeert u als werkgever een andere passende functie te vinden of een nieuwe functie te creëren. Lukt dit niet, dan is het einddoel het vinden van een andere baan bij een nieuwe werkgever.
Uw werkgever maakt samen met u een Plan van aanpak. Dit doet u uiterlijk 2 weken nadat de bedrijfsarts de Probleemanalyse heeft opgesteld. In het Plan van aanpak staat hoe u zo snel en verantwoord mogelijk weer aan het werk kunt.
Bij de arbodienst kunnen bedrijven advies vragen over de inrichting van een gezonde werkplek voor een werknemer. Ook kan de werkgever de bedrijfsarts vragen om te beoordelen of de werknemer in staat is aangepast werk te doen.
Bij het zoeken naar passende arbeid mag de werkgever zich niet beperken tot bestaande functies. De werkgever moet de functie, de arbeidsverdeling of de arbeidsorganisatie zodanig aanpassen, dat de werknemer met de beperkingen het werk kan uitvoeren.
De bedrijfsarts geeft daarbij aan dat dit aangepaste werk aan bepaalde eisen moet voldoen. Zo moet de werknemer het staan en zitten kunnen afwisselen, mag hij geen zware dingen tillen en mag hij de werkzaamheden maximaal 4 uur per dag verrichten.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Werkgevers en werknemers hebben een aantal verplichtingen, die al beginnen in de eerste week van de ziekmelding. Voor het eerste jaar: Ziektegevallen moeten uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag worden gemeld bij de arbodienst of bedrijfsarts.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Volgens de arbodienst ArboNed duurt het gemiddeld 9 maanden voordat een opgebrande werknemer weer terugkeert op de werkvloer. Uiteraard kun je in jouw bedrijf werkstress tegengaan, maar een burn-out valt niet altijd te voorkomen.