Het kortetermijngeheugen is het geheugen dat informatie voor een korte termijn vasthoudt. Dit kan variëren tussen enkele seconden tot enkele minuten. Het kan bovendien een beperkte hoeveelheid informatie bevatten.
Wat is kortetermijngeheugenverlies? Bij kortetermijngeheugenverlies heeft de hippocampus problemen met het inprenten en onthouden van informatie. Je merkt dan bijvoorbeeld dat je moeite hebt om lange zinnen te begrijpen. Het kan hierdoor lastig of onmogelijk worden om een gesprek te voeren of een tekst te begrijpen.
Impact van geheugenproblemen. Geheugenproblemen na een hersenaandoening hebben soms een grote impact op je leven. Met ernstige geheugenproblemen kun je nieuwe informatie soms moeilijker bewaren. Vaak hangen problemen met je geheugen samen met andere problemen zoals minder snel begrijpen en sneller afgeleid zijn.
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
Als iemand zich zorgen maakt, veel stress heeft of veel piekert, is er in de hersenen tijdelijk minder ruimte voor andere dingen. De geheugenklachten verdwijnen weer als de zorgen minder worden.
Vergeet je snel dingen, word je regelmatig moe wakker, heb je soms moeite om je te concentreren en voel je je vaak slap en futloos? Al dit soort symptomen wordt gezamenlijk ook wel beschreven als 'hersenmist' of 'brain fog'.
Tot op heden bestaat er geen behandeling die geheugenstoornissen kan verhelpen. Er zijn wel middelen die de progressie van de ziekte kunnen vertragen en een invloed hebben op de gedragsproblemen. Deze worden door een neuroloog voorgeschreven na grondig onderzoek.
Met name vitamine B3 (niacine) en B11 (foliumzuur) zijn essentieel om hersenmist en vergeetachtigheid tegen te gaan.
Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren. Bij geheugenverlies zijn er herinneringen en informatie echt uit het geheugen verdwenen.
Het langetermijngeheugen kan niet vol raken. Door hersenletsel of andere hersenziektes kan het wel worden aangetast.
Galantamine, rivastigmine en donezepil worden gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer, Parkinson dementie en Lewy body dementie. Bij de ziekte van Alzheimer schrijven artsen deze medicijnen voor bij 'beginnende tot matig ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer'.
Wat kun je zelf doen tegen geheugenverlies? Om je geheugen zo optimaal mogelijk te houden kun je een aantal dingen doen: Probeer zoveel mogelijk je hersenen te trainen (lezen, woordspelletjes, puzzels, geheugentraining enzovoort), dit houdt je hersenen actief.
Alzheimer is meestal makkelijker uit te sluiten door de alzheimereiwitten amyloid en tau te onderzoeken met een MRI- of PET-scan. Voor FTD zijn er nog geen testen die absolute zekerheid geven. Maar in combinatie met MRI en neuropsychologisch onderzoek is de diagnose met biomarkers makkelijker en sneller te stellen.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.
Symptomen van dementie herkennen. De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Gezond eten voor je geheugen betekent: veel broccoli en groene bladgroenten, zoals spinazie en andijvie. Je geheugen gedijt er prima bij. Voedingsmiddelen vol foliumzuur zijn ook prima voor je geheugen, denk aan erwten en linzen. En vis is belangrijk, vanwege de omega-3-vetzuren.
Van deze middelen, waaronder de antipsychotica, de tricyclische antidepressiva en de benzodiazepinen, is in een meta-analyse van gerandomiseerd onderzoek, de hoogste categorie van wetenschappelijk bewijs (categorie A), en in observationeel onderzoek (categorie B) gevonden dat ze geheugenstoornissen kunnen veroorzaken.